Zoekresultaten 131-140 van de 2146 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:219 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-561/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Niet concreet onderbouwde klacht over deken kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:216 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-551/AL/GLD

    voorzittersbeslissing over advocaat wederpartij. Verweerder heeft als overnemend advocaat abusievelijk een onvolledig procesdossier eerste aanleg bij het gerechtshof gefourneerd. Hij mocht erop vertrouwen dat dat procesdossier van zijn cliënten in orde was. Na de ontdekking van de vergissing heeft verweerder dat meteen rechtgezet. Als partijdige belangenbehartiger mocht verweerder de standpunten en feiten namens zijn cliënten innemen zoals gedaan. Ook mocht verweerder zich ervan vergewissen, ook na de e-mail van klager, of de advocaat van klager hem nog altijd bijstond. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-568/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Het was de taak van verweerster om de belangen van haar cliënt te behartigen en in dat verband in de procedure die standpunten naar voren te brengen en die stukken in het geding te brengen waarmee naar haar oordeel de belangen van haar cliënt het beste werden gediend. Dat verweerster daarbij misbruik van procesrecht heeft gemaakt of anderszins de belangen van klager nodeloos heeft geschaad, is de voorzitter niet gebleken. Dat verweerster feiten heeft gesteld waarvan zij de onwaarheid kende of behoorde te kennen is de voorzitter evenmin gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-553/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Het staat een advocaat vrij om een zaak te weigeren, zoals verweerder heeft gedaan. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:218 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-554/AL/GLD

    voorzittersbeslissing. Klaagster is deels niet-ontvankelijk omdat zij buiten de wettelijke driejaarstermijn heeft geklaagd. Het stond verweerder vrij om geen nieuwe zaak van klaagster aan te nemen. In zoverre is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:175 Raad van Discipline Amsterdam 25-564/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de eigen advocaat; Niet gebleken is dat de verweersters dienstverlening ondermaats is geweest. Ook heeft verweerster zich zorgvuldig aan de zaak onttrokken door eerst met de deken te overleggen en daarnaast uitstel van de zitting te vragen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:176 Raad van Discipline Amsterdam 25-565/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over verweerder in de hoedanigheid van klachtenfunctionaris. Verweerder heeft met de wijze waarop hij heeft gehandeld als klachtenfunctionaris het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:189 Hof van Discipline 's Gravenhage 250101

    Hof bepaalt na intrekking van hoger beroep ingangsdatum schorsing en proeftijd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:215 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-160/AL/MN

    Verweerder heeft een brief aan de rechtsbijstandsverzekeraar van zijn cliënte gestuurd, zonder dat hij hiervoor toestemming van zijn cliënte had. De raad heeft geoordeeld dat dat tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De raad houdt er echter ook rekening mee dat er weinig vertrouwelijke informatie in die brief stond en dat verweerder zijn geheimhoudingsverplichting niet bewust heeft geschonden; verweerder dacht (weliswaar ten onrechte) dat hij hiervoor toestemming van zijn cliënte had. Verder houdt de raad er rekening mee dat verweerder niet eerder door de raad is veroordeeld. Gelet op de (beperkte) ernst van het handelen van verweerder en de hierboven genoemde omstandigheden, wordt volstaan met de gegrondverklaring van een deel van de klacht en wordt geen maatregel worden opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:173 Raad van Discipline Amsterdam 25-531/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de eigen advocaat is kennelijk ongegrond. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster gemotiveerd aangevoerd dat zij haar besluit om zich te onttrekken, niet lichtvaardig heeft genomen. Verweerster was van mening dat sprake was van een verstoorde vertrouwensrelatie met klager. Zij heeft dit zowel per e-mail als telefonisch ook zo aan klager uitgelegd. Daarbij heeft verweerster klager ook verwezen naar een andere advocaat en heeft zij haar bijstand aan klager pas beëindigd nadat zij bezwaarschrift voor hem had opgesteld en ingediend. Van het missen van een termijn is geen sprake geweest en het is de voorzitter evenmin gebleken dat klager op andere wijze procedurele schade heeft geleden als gevolg van de onttrekking door verweerster. Verder had verweerster aan klager bericht dat het bezwaarschrift door haar was ingediend en dat zij ook een voorlopige voorziening voor hem zou aanvragen, maar dat klager hiertoe eerst de tweede voorschotnota diende te betalen. De voorzitter acht dit een begrijpelijke mededeling. Klager had deze nota immers (kennelijk) nog niet betaald en verweerster wenste financiële zekerheid, voordat zij haar werkzaamheden voor klager zou hervatten. Dat verweerster hiermee ondermaats, danwel tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld, is de voorzitter niet gebleken en klager heeft dit klachtonderdeel ook niet nader onderbouwd.