Zoekresultaten 1-10 van de 71 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:143 Hof van Discipline 's Gravenhage 230325

    Intrekking klacht door klagers. Vernietiging beslissing raad. De klacht is gericht tegen verweerder in zijn hoedanigheid van de advocaat van de wederpartij. De gedragingen van verweerder die in hoger beroep ter beoordeling voorliggen, zien op de kernwaarde deskundigheid en gedragsregel 6. Klagers en verweerder hebben een minnelijke regeling getroffen en klagers hebben het hof in vervolg daarop bericht dat zij hun klacht tegen verweerder intrekken. Naar het oordeel van het hof bestaan geen redenen van algemeen belang die met zich brengen dat de behandeling van de klacht moet worden voortgezet.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:144 Hof van Discipline 's Gravenhage 230389

    Het gaat in deze tuchtzaak over de rechtsbijstand door verweerster aan klager in tal van zaken op toevoegingsbasis. De raad van discipline heeft geoordeeld dat de bijstand niet ondermaats is geweest en dat verweerster de bijstand ook mocht beëindigen zoals zij heeft gedaan. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:145 Hof van Discipline 's Gravenhage 230359

    Het gaat in deze tuchtzaak over het door verweerder in gebreke blijven met het tijdig aanleveren van de kengetallen, jaarrekeningen en de ccv-opgave. Daarnaast heeft verweerder overige afspraken met de deken niet nageleefd en zich met dit alles onttrokken aan het toezicht van de deken. De raad van discipline heeft verweerder hiervoor een schorsing van 36 weken waarvan 24 weken voorwaardelijk met een bijzondere voorwaarde opgelegd. Verweerder komt bij het Hof van Discipline op tegen de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het hof ziet aanleiding om de door de raad opgelegde maatregel te verzwaren.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:148 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-246/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De klacht over de advocaat van de wederpartij wordt kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:155 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-299/AL/OV

    Voorzittersbeslissing. Klacht over voormalig eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Het is niet gebleken dat verweerder onvoldoende kennis van zaken heeft om klager in hoger beroep te kunnen bijstaan. Er kan op grond van het klachtdossier ook niet worden vastgesteld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het feit dat klager geld aan zijn wederpartij verschuldigd is, vloeit voort uit de rechtsverhouding die bestaat tussen klager en zijn wederpartij en de afspraken die daaraan ten grondslag liggen. Dat klager negatieve gevolgen ervaart van die afspraken is niet het gevolg van de bijstand van verweerder in het hoger beroep. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:148 Hof van Discipline 's Gravenhage 220210S

    Klacht over eigen advocaat. De advocaat heeft met grote vertraging enorme bedragen in rekening gebracht bij klager voor beweerdelijk verrichte werkzaamheden, terwijl specificaties jaren later zijn opgemaakt en verstrekt en twijfels oproepen over de juistheid ervan. Daarnaast heeft de advocaat zonder overleg met de deken getracht klager een pandrecht te laten vestigen tot zekerheid voor de betaling van zijn declaraties. Ook heeft hij een (gestelde) ingrijpende wijziging van de tariefafspraak met klager onvoldoende schriftelijk vastgelegd. Tot slot heeft de advocaat, terwijl hij als advocaat van klager optrad, gefungeerd als bestuurder van twee vennootschappen waarvan klager (indirect) aandeelhouder was. Het daaraan verbonden risico van belangenverstrengeling heeft zich verwezenlijkt. Deze handelingen raken de kernwaarden financiële integriteit, onafhankelijkheid en partijdigheid. De raad heeft de advocaat geschrapt van het tableau. Het hof bekrachtigt deze beslissing en weegt daarbij het tuchtrechtelijk verleden van de advocaat, die al eerder is geschorst en geschrapt, mee.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:149 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-748/AL/MN

    klacht over de advocaat van de wederpartij. Dat verweerder de dagvaarding van klager aan de krant heeft gelekt (nog voordat deze aan klager was betekend) is tegenover de betwisting daarvan door verweerder niet komen vast te staan. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met de gewraakte uitlatingen in de krant de belangen van klager nodeloos en onevenredig geschaad. Juist omdat klager een publiek ambt bekleedt, had verweerder meer terughoudendheid moeten betrachten. De raad kan niet vaststellen dat verweerder feitelijke onwaarheden aan de krant heeft verteld. Verweerder heeft naar het oordeel van de raad echter welbewust tijdens een zitting onjuiste informatie aan het gerechtshof verstrekt met de intentie om klager in een kwaad daglicht te plaatsen en het gerechtshof te misleiden. Daarmee heeft verweerder in strijd met de kernwaarde integriteit gehandeld. De raad legt aan verweerder de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:78 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-302/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster mocht betwisten dat klaagster ongeneeslijk ziek werd en haar levensverwachting nog maar enkele weken zou betreffen. Ook mocht verweerster een standpunt innemen over verjaring. De klacht dat verweerster bewust onwaarheden heeft verkondigd met haar stelling dat ter zitting een voorstel is gedaan, is van onvoldoende feitelijke grondslag voorzien. Verweerster hoefde haar processtuk niet te rectificeren. Verder heeft verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door niet te reageren op e-mails van klager. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:149 Hof van Discipline 's Gravenhage 220049 en 220050

    Klacht tegen eigen advocaten. Nadat een veroordeling van klaagster in eerste instantie hebben verweerders (via de rechtsbijstandsverzekeraar) de zaak aangenomen om het hoger beroep te behandelen. Verweerster heeft op nader aan te voren gronden hoger beroep ingesteld. Een maand later heeft klaagster te kennen gegeven dat zij de zaak wilde schikken, hetgeen is gebeurd. Het hof acht de klachten van klaagster ongegrond. Het was voor haar duidelijk dat verweerders de zaak gezamenlijk behandelden. Verweerders mochten uitvoering geven aan de opdracht om de zaak te schikken ook al was er nog geen procesadvies afgegeven en daarbij hebben verweerders klaagster voldoende geïnformeerd over (het verloop van) de schikkingsonderhandelingen en daarbij voldoende rekening gehouden met haar belangen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:150 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-775/AL/MN

    klacht over beroepsgenoot. Verweerder heeft zich feitelijk onjuist en onnodig grievend over klager uitgelaten in de krant hetgeen hem tuchtrechtelijk door de raad wordt verweten. Een advocaat kan persaandacht voor een zaak zoeken. Dat verweerder daarbij de betamelijkheidsgrenzen heeft overschreden, is de raad niet gebleken. De in de uitspraak genoemde specifieke omstandigheden rechtvaardigen de keuze van verweerder om de gewraakte uitlatingen in de krant niet te rectificeren. De raad legt aan verweerder een waarschuwing op.