Zoekresultaten 91-100 van de 20195 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:49 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-387/AL/GLD

    Klacht over advocaat wederpartij. Klaagster klaagt erover dat aan de zijde van verweerder sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder onjuiste informatie hebben verstrekt en zou hij niet hebben gezocht naar een minnelijke oplossing. Van de gestelde verwijten is de raad niet gebleken. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:65 Hof van Discipline 's Gravenhage 230144

    Aan de klacht ligt een geschil ten grondslag tussen twee broers die ieder voor de helft eigenaar waren van een groot concern. Verweerder was aanvankelijk advocaat van een van de dochters in het concern. Hij werd ingeschakeld voor alledaagse juridische zaken. Vanaf november 2018 raakte verweerder op de hoogte van het geschil tussen de broers, dat tot een impasse in de besluitvorming binnen het concern leidde, althans dreigde te leiden. Vanaf dat moment is verweerder ook in dat geschil gaan adviseren. Hij deed dat in ieder geval in opdracht van de dochter, daarbij vertegenwoordigd door één van beide broers. Die broer was steeds de contactpersoon van verweerder geweest. Daarnaast had verweerder ook veelvuldig contact met de adviseurs die diezelfde broer in het geschil, onder wie de advocaat van die broer in privé. Klager in deze zaak is de andere broer. Hij verwijt verweerder terecht dat hij hem niet heeft geïnformeerd over de adviezen die verweerder als advocaat van de vennootschappen in het aandeelhouders- en bestuurdersgeschil gaf aan zijn broer. Klager verwijt verweerder verder ook terecht dat hij ook optrad als privé-adviseur van zijn broer. Het hof vindt de door de raad opgelegde berisping te zwaar. De verweten gedragingen vonden plaats in de context van een grote onderneming die stuurloos dreigde te raken. Waarschuwing,

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:66 Hof van Discipline 's Gravenhage 240052

    Klacht tegen een deken niet verwezen door de voorzitter. De klacht niet duidelijk en niet concreet onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:50 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-864/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart de klacht van klager kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:67 Hof van Discipline 's Gravenhage 240047

    Klacht tegen een deken niet verwezen door de voorzitter. De klacht is niet duidelijk en niet concreet onderbouwd. Verder geldt dat een klacht tegen een deken geen middel is om de inhoud van een dekenvisie in een andere zaak ter discussie te stellen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:48 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-770/DH/RO

    Beslissing tot ambtshalve voortzetting.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:51 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-722/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. In deze zaak verwijt klager verweerder dat aan diens zijde sprake is van belangenverstrengeling. Ook zou verweerder zich niet hebben ingezet om een minnelijke regeling te bereiken, zou hij feiten stellen waarvan hij de onjuistheid kende of had moeten kennen en zou hij zich onnodig grievend tegenover klager hebben uitgelaten. Dat verweerder ooit de bewindvoerder over het vermogen van de ex-partner van klager heeft bijgestaan en nu de ex-partner bijstaat maakt naar het oordeel van de raad niet dat sprake is van een belangenverstrengeling. Er is een minnelijke regeling tot stand gekomen toen ook klager een advocaat had ingeschakeld. Het verwijt dat verweerder zich niet heeft ingezet om een minnelijke regeling te bereiken is dan ook ongegrond. Ook het klachtonderdeel betreffende het stellen van onjuiste feiten is ongegrond, nu een vergissing in een in de dagvaarding vermelde datum in dit geval niet als zodanig kwalificeert. Verder is gebleken dat verweerder zich grievend jegens klager heeft uitgelaten. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:52 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-813/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerster heeft klager bijgestaan in een zogenoemde overlegscheiding. Verweerster zou volgens klager bevooroordeeld zijn jegens hem als persoon en er zou sprake zijn van belangenverstrengeling aan de zijde van verweerster. Ook verwijt klager verweerster dat zij zijn zaak onvoldoende zorgvuldig heeft behandeld. Verweerster heeft aangegeven dat zij in voorkomende gevallen externe deskundigen inschakelt. Met een aantal werkt zij vaker samen, zoals geldt voor de in de overlegscheiding ingeschakelde deskundige. Dat betekent naar het oordeel van de raad echter niet dat sprake is van belangenverstrengeling. Dit klachtonderdeel is ongegrond evenals de overige klachtonderdelen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:46 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-851/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is klaagster kennelijk niet-ontvankelijk in deze klacht. Verweerster wordt alleen beklaagd over haar optreden namens de deken Amsterdam, niet voor optreden op eigen titel. Over exact hetzelfde verwijt heeft klaagster op 31 mei 2023 een klacht ingediend. In die klachtzaak (23-852/AL/NN) is op dezelfde datum een beslissing door de voorzitter genomen. Niet valt in te zien welk belang klaagster nog heeft bij haar onderhavige klacht over verweerster.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:44 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-657/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over de advocaat van de wederpartij. Niet in geschil is dat verweerster gedragsregel 21 lid 3 heeft geschonden door zich tot de rechter te wenden nadat uitspraak was bepaald, terwijl de wederpartij daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Dat een medewerker van de rechtbank heeft verteld dat het nog mogelijk is om een reactie in te dienen, betekent niet dat verweerster daarmee een vrijbrief heeft om de gedragsregels te schenden. Daarbij geldt ook dat de regels met betrekking tot de goede procesorde, waar de rechtbank aan toetst, anders zijn dan wat de gedragsregels normeren. Waarschuwing.