Zoekresultaten 151-160 van de 20297 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:65 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-542/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat, onder meer over het onttrekken aan de zaak door verweerder, wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:62 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-013/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over door de advocaat van de wederpartij ingenomen standpunten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:45 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-752/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in een familiekwestie. De raad stelt vast dat een eerdere behandeling van de klacht als gevolg van een verzoek om uitstel van verweerder niet is doorgegaan. De raad betreurt het dat verweerder niet is verschenen en hij daardoor eventuele vragen van de raad niet heeft kunnen beantwoorden. De raad is van oordeel dat het hiervoor genoemde verweer van verweerder moet worden gepasseerd. Klaagster heeft ter zitting van de raad onweersproken gesteld dat de dochter verweerder nooit heeft gesproken, dat de dochter nooit op verweerders kantoor is geweest en dat de dochter verweerder ook geen opdracht heeft gegeven voor het aanhangig maken van een kort geding jegens klaagster. De raad heeft in de overlegde stukken ook geen opdrachtbevestiging aangetroffen, waaruit blijkt van een door de dochter aan verweerder verstrekte opdracht. Naar het oordeel van de raad is dan ook niet gebleken dat de dochter aan verweerder de opdracht heeft verstrekt om jegens klaagster op te treden en jegens klaagster een kort geding procedure aanhangig te maken. Door in de eerste brief aan klaagster een kort geding aan te zeggen en in november 2022 het kort geding ook daadwerkelijk aanhangig te maken, heeft verweerder onnodig polariserend opgetreden. Aldus heeft verweerder naar het oordeel van de raad niet gehandeld overeenkomstig hetgeen van een advocaat in familiekwesties als de onderhavige mag worden verwacht en heeft hij de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid overschreden. De raad is op grond van het voorgaande van oordeel dat de klacht gegrond is. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:46 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-676/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over de financiële gang van zaken. Het verwijt dat verweerster, zonder klaagster vooraf te informeren en ondanks het feit dat zij was toegevoegd, honorarium bij klaagster in rekening heeft gebracht, is deels niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet en deels ongegrond. Van handelen in strijd met gedragsregel 18 is niet gebleken. Het verwijt dat verweerster klaagster het verschil in premie voor verweersters beroepsaansprakelijkheidsverzekering gedurende drie jaar heeft laten betalen is eveneens op grond van artikel 46g lid 1 aanhef en sub a Advocatenwet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:47 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-524/DB/ZWB

    Verzet. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:48 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-114/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. De klacht vloeit voort uit een zakelijk geschil en heeft betrekking op gedragingen van verweerder als privépersoon en niet op gedragingen van verweerder die verband houden met zijn beroepsuitoefening als advocaat. Voor het ernstige verwijt dat verweerder zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal heeft de voorzitter in de overgelegde stukken geen enkel aanknopingspunt gevonden en van gedragingen die absoluut ongeoorloofd moeten worden geacht en het vertrouwen in de advocatuur ondermijnen is evenmin gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:44 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-563/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van deken. De raad is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder zich bij de vervulling van de functie van deken op de punten die in deze tuchtzaak aan de orde zijn zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:60 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-682/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klachten over de advocaat van de wederpartij zijn door de raad ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-692/AL/MN

    De raad heeft geoordeeld dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij een klacht van klager onvoldoende voortvarend bij zijn verzekeraar heeft gemeld en klager daarover niet goed op de hoogte heeft gehouden. De ernst van dit handelen en nalaten rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een maatregel. Gelet echter op de omstandigheid dat verweerder geen advocaat meer is, dient de oplegging van een maatregel geen redelijk doel meer. Er zal daarom worden volstaan met de gegrondverklaring van de klacht, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:62 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-441/AL/OV

    Verzet. De raad verklaart het verzet ongegrond.