Zoekresultaten 15081-15090 van de 20195 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:102 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 82-2013

     Verweerder heeft de bevoegdheid die hem als deken toekwam om vertrouwelijke informatie bij klager op te vragen, gebruikt op een wijze waarvoor deze bevoegdheid niet in het leven is geroepen. Deze bevoegdheid komt een deken immers toe ten behoeve van het uitoefenen van zijn toezichthoudende dan wel bemiddelende taak. Verweerder heeft door zijn optreden een rechterlijke procedure beïnvloed, althans het risico in het leven geroepen dat die procedure door zijn handelwijze zou worden beïnvloed. Verweerder heeft aldus geen correct gebruik gemaakt van de bevoegdheid die hem als deken toekwam, waardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klacht gegrond; berisping

  • ECLI:NL:TADRSHE:2013:115 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 257-2013

    Begrijpelijk dat een advocaat zijn werkzaamheden niet aanvangt zolang een client de opdrachtbevestiging met financiele afspraken niet ondertekend heeft geretourneerd.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:128 Raad van Discipline Arnhem 12-254

    klacht tegen eigen advocaat die klagers van 1996 tot 2004 heeft bijgestaan in erfrechtkwestie. Voorzitter heeft klacht als kennelijk niet ontvankelijk afgewezen wegens het tijdsverloop tussen het beëindigen van de rechtsbijstand en het indienen van de klacht. Verzet tegen voorzittersbeslissing ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:129 Raad van Discipline Arnhem 13-28

    Verzet tegen voorzittersbeslissing 1 dag te laat binnengekomen en dus niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:130 Raad van Discipline Arnhem 13-31

    klacht van advocaat tegen andere advocaat wegens handelen i.s.m. regel 12 /13 van de gedragsregels. Verweerder staat een  ex-cliënt van de klagende advocaat bij in een procedure tegen de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van klager. Klager had deze ex-cliënt bijgestaan in een arbeidsrechtelijk geschil. Verweerder heeft als productie bij de dagvaarding confraternele correspondentie uit de arbeidszaak overgelegd. Hierover beklaagt klager zich. Raad is van oordeel dat de handelwijze van verweerder in dit specifieke geval geen strijd met artikel 46 Advocatenwet oplevert. Verweerder stelde zich immers namens zijn cliënt op het standpunt dat klager een beroepsfout had gemaakt als gevolg waarvan zijn cliënt schade had geleden. Op grond van art. 111 lid 3 Rv was verweerder gehouden zijn stellingen in de dagvaarding te onderbouwen en mocht verweerder naar het oordeel van de raad in redelijkheid menen dat het nodig was bewuste brieven in het geding te brengen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:131 Raad van Discipline Arnhem 13-35

    Voorzitter heeft klacht op onjuiste gronden afgewezen. Verzet gegrond. Klacht dat advocaat bedragen die hij van de deurwaarder heeft ontvangen ten behoeve van klager niet heeft doorbetaald aan klager is ongegrond. Een tuchtrechtelijke procedure dient er niet toe om vast te stellen waar klager recht op heeft en welke bedragen klager wel en niet heeft ontvangen maar om vast te stellen of verweerder  tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Daarvan is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:132 Raad van Discipline Arnhem 13-58

    verzet tegen voorzittersbeslissing, waarin klacht dat advocaat zich zou hebben schuldig gemaakt aan ernstig strafbare feiten is afgewezen, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:133 Raad van Discipline Arnhem 13-82

    verweerder heeft klaagster bijgestaan in als opvolgend advocaat in haar echtscheidingsprocedure en in een procedure tegen de eerste advocaat van klaagster die een beroepsfout gemaakt had. De klacht houdt in dat verweerder klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd over de mogelijkheden in en de voortgang van haar zaak, dat verweerder klaagster onder druk zou hebben gezet en zonder haar instemming een regeling zou hebben getroffen. Alle klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:127 Raad van Discipline Arnhem 12-42

    klacht tegen eigen advocaat dat deze te weinig inzicht zou hebben gegeven in de financiële  afspraken, verkeerde en niet gespecificeerde declaraties verstuurd zou hebben, geen inzicht zou hebben gegeven in verrekening van voorschotten en dat hij de belangen van klager onvoldoende voortvarend en deskundig zou hebben behartigd. Raad verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:125 Raad van Discipline Arnhem 13-169

    Naar aanleiding van onderzoek ex art 60c Advocatenwet moet worden vastgesteld dat het verzoek van de deken ex art 60b Advocatenwet moet worden toegewezen, nu de continuïteit van de praktijk in verband liquiditeitsproblemen in gevaar is en de organisatie van de praktijk onvoldoende is. Verweerder heeft geen blijk gegeven zijn praktijk behoorlijk te kunnen uitoefenen.   voorzittersbeslissing Verzoek van de deken, ter zitting beperkt tot een onderzoek ex art 60c Advocatenwet, door de voorzitter van de Raad van Discipline toegewezen,  gelet op zorgelijke signalen met betrekking tot de praktijkvoering van verweerder.