Zoekresultaten 3121-3130 van de 3338 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7749
- Datum publicatie: 27-03-2025
- Datum uitspraak: 25-03-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:34
Klacht tegen huisarts. Klager is gezaghebbende vader van een 11-jarige dochter. Met het oog op een ondertoezichtstellingsprocedure bij de rechtbank heeft verweerster (niet de eigen huisarts van moeder of dochter) in opdracht van moeder, zonder toestemming van klager, de dochter onderzocht. Ook legt zij een schriftelijke verklaring af waarin zij belastende uitspraken over klager heeft opgenomen, zonder vader gesproken te hebben of hem weerwoord te geven. Zij onthoudt klager bovendien informatie. Klacht gegrond. Gedeeltelijke ontzegging.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7422
- Datum publicatie: 27-03-2025
- Datum uitspraak: 25-03-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:35
Klaagster verwijt verweerder, onder meer, dat hij de behandeling van haar – door suïcide overleden – echtgenoot heeft overgelaten aan een niet BIG-geregistreerde systeemtherapeut, ondanks de ernst van de problematiek, en dat hij als regiebehandelaar eerder had moeten ingrijpen in het behandelproces. Volgens klaagster heeft verweerder niet de zorg verleend die haar echtgenoot nodig had. Ook zou verweerder ten onrechte de door de systeemtherapeut geleverde zorg hebben gedeclareerd, terwijl die normaliter niet wordt vergoed. De klacht is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond. Aan verweerder is de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7421
- Datum publicatie: 27-03-2025
- Datum uitspraak: 25-03-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:36
Klaagster verwijt verweerder, onder meer, dat hij de behandeling van haar – door suïcide overleden – echtgenoot heeft overgelaten aan een niet BIG-geregistreerde systeemtherapeut, ondanks de ernst van de problematiek, en dat hij als regiebehandelaar eerder had moeten ingrijpen in het behandelproces. Volgens klaagster heeft verweerder niet de zorg verleend die haar echtgenoot nodig had. Ook zou verweerder ten onrechte de door de systeemtherapeut geleverde zorg hebben gedeclareerd, terwijl die normaliter niet wordt vergoed. De klacht is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond. Aan verweerder is de maatregel van berisping opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7391
- Datum publicatie: 24-03-2025
- Datum uitspraak: 20-03-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:37
Klacht tegen huisarts. Het college is van oordeel dat niet gebleken is dat de huisarts onzorgvuldig of onjuist en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:38 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7419
- Datum publicatie: 31-03-2025
- Datum uitspraak: 28-03-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:38
Klager en verweerder zijn tandarts in dezelfde plaats. De verhoudingen tussen beide tandartsen zijn al jaren ernstig verstoord en er zijn over en weer al diverse procedures gevoerd, waaronder meerdere tuchtrechtelijke procedures. Klager verwijt verweerder in deze zaak ernstig oncollegiaal gedrag en het niet verstrekken van medische dossiers van naar klager overgestapte patiënten. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ontvankelijk is en gedeeltelijk gegrond. Vaststaat dat verweerder de dossiers van overgestapte patiënten op hun verzoek niet aan klager als opvolgend tandarts verstrekt maar aan de patiënten zelf. Op grond van artikel 4.3.3 van de KNMT-richtlijn Patiëntendossier dient een dossier, wanneer een patiënt daarom verzoekt, rechtstreeks aan de opvolgend tandarts ter beschikking te worden gesteld. Het ter beschikking stellen van het dossier aan de patiënt zelf geeft geen zekerheid dat de opvolgend tandarts de beschikking krijgt over het volledige patiëntendossier. Het college legt verweerder geen maatregel op voor het gegrond verklaarde klachtonderdeel. Hierin heeft het college onder meer laten meewegen dat de ernstig verstoorde verhoudingen tussen partijen in dit geval in overwegende mate hebben bijgedragen aan de wijze van handelen van verweerder. Van een weigerachtigheid om patiëntendossiers te verstrekken is in algemene zin geen sprake geweest.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7100
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:39
Klacht tegen een arts verstandelijk gehandicapten. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerder was werkzaam als instellingsarts met bereikbaarheidsdiensten in de avond- en nachturen. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna de verpleging verweerder raadpleegde. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7116
- Datum publicatie: 16-01-2025
- Datum uitspraak: 10-01-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:4
Klacht tegen een psychiater kennelijk ongegrond. De psychiater heeft ter voorbereiding op het aanvragen van een zorgmachtiging, een medische verklaring opgesteld met betrekking tot klager. Klager verwijt de psychiater dat zij de medische verklaring heeft opgesteld op basis van een onjuiste beoordeling. Ook zou de psychiater niet onafhankelijk zijn geweest. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7101
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:40
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerster was werkzaam als vaste instellingsarts van patiënt. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna de dienstdoende verpleegkundigen een waarnemend collega-arts raadpleegden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7102
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:41
Klacht tegen een verpleegkundige. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerder was werkzaam als verpleegkundige. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna collega-verpleegkundigen een arts raadpleegden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerder onder meer dat hij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7103
- Datum publicatie: 03-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:42
Klacht tegen een verpleegkundige. Patiënt (broer van klaagster) was 49 jaar, bekend met de ziekte van Duchenne en kreeg continue beademing. Hij woonde op een locatie van een zorginstelling die mensen begeleidt met een verstandelijke beperking. Verweerster was werkzaam als verpleegkundige. Patiënt werd op 8 april 2014 ziek, waarna collega-verpleegkundigen en verweerster een arts consulteerden. De volgende dag werd patiënt in het ziekenhuis opgenomen, waar hij die avond overleed aan sepsis. Klaagster verwijt verweerster onder meer dat zij de situatie/klachten van haar broer niet goed heeft ingeschat, de familie niet tijdig heeft gewaarschuwd en er sprake is van onvoldoende nazorg en dossiervoering. Klaagster is ontvankelijk, geen sprake van verjaring of misbruik van recht. Het college oordeelt dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 312
- Pagina: 313
- Pagina: 314
- ...
- Pagina: 334
- Volgende pagina zoekresultaten