Zoekresultaten 3741-3750 van de 3780 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:3 Hof van Discipline 's Gravenhage 230178

    Hoger beroep te laat ingesteld en daarom niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5598

    Ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klager vindt dat de verloskundige zijn ex-partner geen gegevens uit haar medisch dossier mocht verstrekken. De passages bevatten opvattingen van de verloskundige op basis van onjuistheden die zijn ex-partner heeft verteld. Tot deze opvattingen heeft de verloskundige - zeker nu klager niet in de gelegenheid is gesteld zijn kant van het verhaal te vertellen - niet mogen komen. Klager is, doordat zijn ex-partner delen van haar medisch dossier in rechte heeft overgelegd en doordat de opvattingen van een verloskundige extra gewicht in de schaal leggen, in de echtscheidingsprocedure benadeeld. Het college is van oordeel dat er geen sprake is van het verstrekken van een verklaring en het verzoek van een behandelde om het dossier in te zien en/of daarvan een kopie te verkrijgen niet mag worden geweigerd. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:4 Hof van Discipline 's Gravenhage 230048

    Klacht over onvoldoende zorgvuldige belangenbehartiging door eigen advocaat. Verweerder heeft niet gewezen op risico’s van huuropschorting en over het hoofd gezien dat bij een zitting van de Huurcommissie twee zaken werden behandeld in plaats van één. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad, met dien verstande dat de maatregel wordt gematigd tot berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2003

    Klacht tegen apotheker. Klaagster gebruikt sinds 2003 bloeddrukverlagende medicatie. Zij is ontevreden over de levering van haar medicatie door de apotheker, omdat de apotheker volgens klaagster stelselmatig probeert merkmedicijnen te vervangen door een generiek medicijn, met schade voor de gezondheid van klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klaagster voor een deel kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige deel kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5832

    Klacht tegen psychiater. De minderjarige dochter van klaagster was vrijwillig opgenomen. Tijdens haar opname heeft de dochter meermalen (ernstig) geweld gepleegd dan wel daarmee gedreigd. Na een ernstig incident heeft de geneesheer-directeur besloten dat de opname moest worden beëindigd en heeft zij de psychiater om een second opinion gevraagd. Klaagster verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld en in zijn rapportage een onvoldoende gefundeerde en foutieve diagnose heeft gesteld. Klacht gegrond; berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1846

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster heeft eerder een klacht ingediend tegen een bij de instelling werkzame gz-psycholoog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en aan de gz-psycholoog een waarschuwing opgelegd. De gz-psycholoog heeft naar het oordeel van het college verzuimd om klaagster toestemming te vragen om informatie aan Veilig Thuis te verstrekken of ten minste de inhoud van de door de gz-psycholoog aan Veilig Thuis verstrekte informatie vooraf met klaagster te delen, zodat zij daarop had kunnen reageren. De gz-psycholoog heeft klaagster daar ook achteraf niet over geïnformeerd. Het college heeft zich niet uitgelaten over de juistheid van de verstrekte informatie. De psychiater is werkzaam als directeur zorg bij de instelling en als psychiater BIG-geregistreerd. Klaagster verwijt de psychiater (en een collega, eveneens aangeklaagd: C2023/1847) dat zij de genoemde uitspraak van het college niet heeft nageleefd. Klaagster wil dat de psychiater op grond van deze beslissing onderschrijft dat de door de gz-psycholoog aan Veilig Thuis verstrekte informatie uit het dossier wordt verwijderd. Voorts verwijt klaagster de psychiater dat er bij de instelling protocollen ontbreken hoe om te gaan met schending van het beroepsgeheim en dat daardoor een datalek is veroorzaakt, alsmede dat afspraken hieromtrent met ketenpartners ontbreken. Daardoor heeft klaagster het door de instelling veroorzaakte datalek zelf moeten dichten. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk omdat de psychiater uitsluitend in haar bevoegdheid als bestuurder heeft gereageerd op de verzoeken van klaagster. Dit handelen, en wat klaagster de psychiater verwijt te hebben nagelaten, heeft bovendien onvoldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5315

    Klacht tegen psychiater kennelijk ongegrond. Klaagster verwijt de psychiater dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door onterecht een crisismaatregel en vervolgens twee zorgmachtigingen aan te vragen, en te lang een te hoge dosering depotmedicatie voor te schrijven. Het college oordeelt dat de psychiater niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1913

    Klacht tegen een arts. Klaagster bezocht in april 2014 de spoedeisende hulp. Naar eigen zeggen was zij op dat moment radioactief. Klaagster is op de SEH gezien door de arts. Zij was in die tijd in het ziekenhuis werkzaam als arts-assistent op de afdeling SEH. De arts heeft de voorlopige diagnose psychose gesteld en de crisisdienst gevraagd om klaagster te komen beoordelen. Klaagster verwijt de arts misdiagnose en valsheid in geschrifte. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5606

    Klacht tegen geneesheer/directeur van een GGZ-instelling over beëindiging van de behandelingsovereenkomst met 14-jarige patiënte. Deze had een ernstig incident in de instelling veroorzaakt waarbij een medewerkster brandwonden in het gezicht heeft opgelopen. De instelling vond dat zij daarna geen doelmatige opname kon bieden, dat er geen Wvggz-kader was. Het gebiedsteam had een aanvraag ‘gesloten machtiging’ vanuit de Jeugdwet heeft gedaan, maar dat deze was afgewezen. Een spoed OTS was aangevraagd maar vanwege vakanties zou in de lopende week geen oplossing komen. In het kader van de behandelovereenkomst zou de instelling IHT-Jeugd bieden en in het weekend was IHT volwassenen bereid huisbezoeken af te leggen. Daarna is de behandelingsovereenkomst feitelijk beëindigd. Patiënte is na aangifte door de geneesheer-directeur overgedragen voor verhoor aan de politie zonder dat passende vervolgzorg was geregeld. Het college komt tot het oordeel dat de psychiater tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is gegrond waarbij de maatregel van berisping is opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1847

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster heeft eerder een klacht ingediend tegen een bij de instelling werkzame GZ-psycholoog. Het Regionaal Tuchtcollege heeft deze klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en aan de GZ-psycholoog een waarschuwing opgelegd. De GZ-psycholoog heeft naar het oordeel van het college verzuimd om klaagster toestemming te vragen om informatie aan Veilig Thuis te verstrekken of ten minste de inhoud van de door de GZ-psycholoog aan Veilig Thuis verstrekte informatie vooraf met klaagster te delen, zodat zij daarop had kunnen reageren. De GZ-psycholoog heeft klaagster daar ook achteraf niet over geïnformeerd. Het college heeft zich niet uitgelaten over de juistheid van de verstrekte informatie. De psychiater is werkzaam als geneesheer-directeur kind en jeugd bij de instelling en als psychiater BIG-geregistreerd. Klaagster verwijt de psychiater (en een collega, eveneens aangeklaagd: C2023/1846) dat zij de genoemde uitspraak van het college niet heeft nageleefd. Klaagster wil dat de psychiater op grond van deze beslissing onderschrijft dat de door de GZ-psycholoog aan VT verstrekte informatie uit het dossier wordt verwijderd. Voorts verwijt klaagster de psychiater dat er bij de instelling protocollen ontbreken hoe om te gaan met schending van het beroepsgeheim en dat daardoor een datalek is veroorzaakt, alsmede dat afspraken hieromtrent met ketenpartners ontbreken. Daardoor heeft klaagster het door de instelling veroorzaakte datalek zelf moeten dichten.