Zoekresultaten 1-50 van de 4954 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:29 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/442585 / KL RK 24-151

    Notaris heeft stemmen van huurders over de aansluiting op een warmtenet geteld en waarnemingen vastgelegd in een proces-verbaalakte. De kamer oordeelt dat de huurders belanghebbenden zijn en dat de notaris de opdracht correct heeft uitgevoerd. De notaris hoefde geen draagvlakmeting te houden onder de huurders, of te onderzoeken of de criteria klopten die de verhuurder gaf. De proces-verbaalakte had explicieter moeten vermelden welke informatie van de verhuurder kwam, maar de kamer acht dit niet klachtwaardig. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:30 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/o5/445223 / KL RK 24-178

    Klager is belanghebbende, omdat hij is onterfd. De notaris heeft het concept testament naar de bewindvoerder van erflaatster verzonden op haar verzoek. De geheimhoudingsplicht mag enkel in uitzonderlijke gevallen mogen doorbroken. Eén van deze gevallen is dat de geheimhoudersinformatie op verzoek van of met toestemming van een betrokken partij. De notaris heeft het concept testament op verzoek van erflaatster aan haar bewindvoerder verzonden.Klager stelt zich daarnaast op het standpunt dat erflaatster niet wilsbekwaam genoeg was om deze toestemming te verlenen. De notaris had geen aanleiding op grond waarvan hij gerede twijfel moest hebben aan de wilsbekwaamheid van erflaatster. Door klager is dit standpunt niet nader onderbouwd. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:31 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/443717 / KL RK 24-164 C/05/443718 / KL RK 24-165

    Klager verwijt de notaris en kandidaat-notaris dat zij ten onrechte hebben meegewerkt aan een executie veiling. De kamer oordeelt dat de klacht buiten de klachttermijn is ingediend en dus te laat is. Klacht is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:32 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/445218 / KL RK 24-177

    Notariële kernwaarden al onafhankelijkheid, onpartijdigheid, zorgvuldigheid en integriteit zijn door de notaris geschonden. De notaris heeft kennelijk op een aantal punten het belang van de man boven het belang van klaagster gesteld, zij heeft onvoldoende professionele afstand tot het dossier gehouden en de belangen van klaagster onvoldoende in acht genomen. Van een notaris wordt verwacht dat deze zich van meet af aan een beeld vormt van de belangen van beide partijen en daar naar handelt.Een berisping is de enige passende en geboden maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:266 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8289

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist-oncoloog. Klaagster is gediagnosticeerd met darmkanker. Zij verwijt de internist-oncoloog gebrekkige communicatie en het weigeren van verdere behandeling. Het college kan niet vaststellen dat de communicatie onvoldoende was. Voor wat betreft de behandeling heeft de internist-oncoloog inzichtelijk gemaakt dat de beslissing om niet te opereren gebaseerd was op de kwetsbare conditie van klaagster en omdat sprake was van een langzaam groeiende tumor. Bovendien was in goed overleg besproken dat geen (invasief) aanvullend onderzoek zou worden gedaan vanwege de risico’s bij de conditie van klaagster. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:229 Hof van Discipline 's Gravenhage 250363

    Afwijzing verzoek verwijzing klacht over deken. Het indienen van een klacht is niet het ge-eigende middel om de aanpak of de wijze van onderzoek door verweerster (in haar hoedanigheid van deken) ter discussie te stellen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:33 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/449794 / KL RK 25-51

    Klagers verwijten de notaris dat hij de op zijn derdengeldenrekening gestorte waarborgsom onrechtmatig onder zich houdt. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:267 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8191

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een internist. Klaagster is ruim een jaar bij de internist in behandeling geweest vanwege een afwijkend bloedbeeld. Zij heeft in het begin medicatie toegediend gekregen waarbij de internist een voorschrijffout heeft gemaakt. Deze fout is erkend door de internist. Klaagster vindt dat de internist gedurende de behandeling op een groot aantal punten onzorgvuldig heeft gehandeld. De klacht over de voorschrijffout is gegrond, de rest is ongegrond. Geen maatregel opgelegd omdat de internist haar verantwoordelijkheid heeft genomen en maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:230 Hof van Discipline 's Gravenhage 250377

    Klacht over deken wordt niet verwezen. De klacht is prematuur omdat er nog geen beslissing op het aanwijzingsverzoek op grond van artikel 13 Advocatenwet is genomen. Er is door de deken om nadere informatie en stukken verzocht om het verzoek te kunnen beoordelen. Daarnaast staat bij uiteindelijke afwijzing van het verzoek de beklagprocedure open.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:268 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7768

    Gegronde klacht van een zorgverzekeraar tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige is (indirect) bestuurder en aandeelhouder van een zorgaanbieder die zowel wijkverpleging als geestelijke gezondheidszorg levert. De zorgverzekeraar concludeert op basis van fraudeonderzoeken dat er opzettelijk en op grote schaal onjuiste declaraties zijn ingediend. Het college overweegt dat uit het onderzoek meerdere onregelmatigheden en ernstige gebreken naar voren komen waarvoor de verpleegkundige geen passende verklaringen heeft gegeven. Het college stelt daarnaast vast dat de verpleegkundige onvoldoende heeft meegewerkt aan de fraudeonderzoeken. Doorhaling inschrijving in BIG-register en directe schorsing. Publicatie.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:146 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7902

    Klacht tegen een huisarts. Klagers hebben als mentor en bewindvoerder van hun zoon, die verstandelijk beperkt en autistisch is, een klacht ingediend tegen de voormalig huisarts van hun zoon. Klagers verwijten de huisarts, samengevat, nalatigheid in het verlenen van zorg, onheuse bejegening en het ten onrechte opzeggen van de behandelingsovereenkomst. Het college oordeelt dat de huisarts onvoldoende zorg heeft verleend en de behandelingsovereenkomst ten onrechte heeft beëindigd en legt de huisarts de maatregel op van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8231

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster was patiënte bij de huisartsenpraktijk van verweerder. Sinds haar bevalling in 2021 heeft klaagster rugklachten. Klaagster verwijt de huisarts, samengevat, dat hij onvoldoende zorg heeft verleend en onzorgvuldig heeft gehandeld rond de beëindiging van de behandelingsovereenkomst. Het college oordeelt dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8107

    Klacht tegen een huisarts kennelijk ongegrond. De huisarts schreef klaagster, die veel last had van hoofdpijn, tramadol voor. Een paar dagen later kwam klaagster in huis ten val. Klaagster verwijt de huisarts, samengevat, dat zij ten onrechte tramadol had voorgeschreven en dat zij onvoldoende was voorgelicht en gemonitord. Het college oordeelt dat de huisarts met inachtneming van de NHG-standaard Pijn tramadol heeft kunnen voorschrijven aan klaagster en voldoende uitleg heeft gegeven.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8075

    Klacht tegen een huisarts. De echtgenoot van klaagster kwam bij de huisarts met verschillende klachten. Zes weken later bleek dat hij slokdarmkanker had waaraan hij een jaar later is komen te overlijden. Klaagster verwijt de huisarts dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld en haar echtgenoot te laat heeft verwezen voor een gastroscopie. Het college oordeelt dat de klacht ongegrond is.

  • Samenlevingscontract opgesteld in 2006, klacht te laat (ond. 1) Novitaris arrest is van toepassing, notaris moet rekening houden met belangen derden. Vordering dochters op nalatenschap vader moet eerst worden vastgesteld alvorens tot afwikkeling van die nalatenschap kan worden overgegaan vwb klaagster. Indien nu al wordt afgewikkeld, worden de rechten van de dochters (derden) mogelijk geschaad. Notaris geeft terecht geen second opinion in zaak van collega’s binnen hetzelfde kantoor.Geen enkele aanleiding noch onderbouwing om aan te nemen dat geheimhoudingsplicht is geschonden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-629/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:245 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-642/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk omdat daarover al eerder onherroepelijk tuchtrechtelijk is geoordeeld en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:246 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-644/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter is niet gebleken dat verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid als advocaat van de wederpartij van klaagster heeft overtreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:155 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-630/DB/OB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de incassoadvocaat van de wederpartij. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld ten tijde en na het versturen van een sommatiebrief. Ook was verweerder voldoende helder dat hij als advocaat optrad namens zijn cliënt. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/8101

    Klacht tegen anesthesioloog gegrond. Doorhaling met verbod op wederinschrijving. De anesthesioloog mag geen werkzaamheden verrichten in de zorg die zien op de verzorging van patiënten. De inspectie verwijt hem handelen in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt door seksueel misbruik te maken van een minderjarige en kinderporno te vervaardigen. Het college: het handelen is niet verenigbaar met de zorgplicht die de anesthesioloog als zorgprofessional heeft. Het begaan van een zedenmisdrijf raakt het beroep van de anesthesioloog in de kern. Doorhaling, omdat sprake is van ernstig grensoverschrijdend gedrag gedurende een langere periode en bij het college de overtuiging ontbreekt dat de anesthesioloog een zodanig inzicht heeft in zijn handelen dat hij tijdig kan (laten) ingrijpen wanneer zich problemen zouden kunnen voordoen.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:123 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7805

    Klacht tegen gz-psycholoog die een intakegesprek heeft gevoerd met klager. Gz-psycholoog wordt verweten dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld en onvoldoende sessies heeft gehouden om tot een gefundeerde diagnose te komen voor de traumatische ervaringen van klager. College oordeelt dat de gz-psycholoog tijdens intake voldoende informatie heeft vergaard om tot een goede conclusie te komen en dat meerdere sessies niet waren vereist. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7308

    Deels gegronde klacht tegen gz-psycholoog tevens medebestuurderinstelling voor Jeugd-GGZ. Onvoldoende zorgvuldig geweest wat betreft beëindigen van behandeling van de minderjarige dochter van klaagster en tekortgeschoten in rol regiebehandelaar en verantwoordelijkheid op het gebied van het faciliteren van een onafhankelijke klachtencommissie. College heeft niet kunnen vaststellen dat verslaglegging niet klopte of klaagster niet serieus werd genomen door gz-psycholoog. Berisping. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-555/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de kwaliteit van de dienstverlening kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7804

    Deels gegronde klacht tegen psychotherapeut. Klager en volwassen zoon kwamen in behandeling vanwege verstoorde relatie. Klager heeft gesprekken als onveilig en hertraumatiserend ervaren. Daarbij miste klager een intakegesprek, behandelplan, dossier en kwaliteitsstatuut. Intake plaatsgevonden. College heeft niet kunnen vaststellen door welke factoren klager zich onveilig heeft gevoeld en kwaliteitsstatuut was tijdelijk niet in te zien, maar wel aanwezig. Tekortgeschoten in voorleggen/opstellen van een behandelplan en in de dossiervoering. Waarschuwing. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 25-23

    De notaris heeft onderzocht en mocht op grond van dat onderzoek aannemen dat het besluit van de algemene ledenvergadering van de VvE om het B-gebied te kopen rechtsgeldig was genomen, namelijk in het kader van het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de eigenaars en met een versterkte meerderheid. De notaris was daarmee gehouden de door de VvE verlangde werkzaamheden uit te voeren. Dat klaagster het niet met de koop eens was maakt dat niet anders. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:225 Hof van Discipline 's Gravenhage 250043

    Klacht eigen advocaat. Verweerster heeft klager bijgestaan in een arbeidsrechtelijke procedure in hoger beroep. Klager is ontevreden over de wijze waarop verweerster hem heeft bijgestaan. Volgens klager is verweerster bij de behandeling van zijn zaak in ernstige mate tekortgeschoten in de uitoefening van het beroep van advocaat. De raad heeft geoordeeld dat niet is gebleken van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van verweerster en heeft de klacht in alle klachtonderdelen ongegrond verklaard. Het hof sluit zich – na toepassing van een ruimhartige uitleg van de beroepsgronden – bij dat oordeel van de raad aan. De klacht is ook in hoger beroep in alle klachtonderdelen ongegrond. Bekrachtiging raadsbeslissing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 25-27 en 25-28

    De VvE had bezwaar tegen de levering van het appartementsrecht, omdat de (voormalig) eigenaar haar verantwoordelijkheid voor realisatie en kwaliteit van de gemeenschappelijke gedeelten van het appartementsgebouw ontliep. Daardoor kan de VvE niet voor elkaar krijgen dat het appartementsgebouw voldoet aan vergunnings- en bouwvoorschriften en verzekerd is bij brand, terwijl zij wel verantwoordelijk is voor gemeenschappelijke gedeelten. Dergelijke problemen tussen een VvE en appartementseigenaren enerzijds en verkopend/voormalig appartementseigenaren anderzijds ontslaan een notaris echter niet van de verplichting ministerie te verlenen wanneer koper en verkoper van een appartementsrecht levering wensen. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:226 Hof van Discipline 's Gravenhage 250041

    Klacht over eigen advocaat. Klaagster heeft in 2010 een verkeersongeval gehad, waaraan zij letsel heeft overgehouden. Verweerder heeft klaagster bijgestaan in een geschil met de WA-verzekeraar. De raad heeft de klacht van klaagster deels gegrond, deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk verklaard. Alleen de niet-ontvankelijk verklaarde klachtonderdelen liggen nog ter beoordeling bij het hof voor. Het hof is met de raad van oordeel dat klaagster al in 2018/2019 op de hoogte was van de nadelige gevolgen van de door haar gestelde tuchtrechtelijk verwijtbare handelingen van verweerder. Klaagster heeft met betrekking tot deze klachtonderdelen te laat geklaagd en is niet-ontvankelijk in haar klacht. Bekrachtiging raadsbeslissing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:23 Kamer voor het notariaat Den Haag 25-19

    Klaagster verwijt de toegevoegd notaris dat hij niet (tijdig) heeft gecommuniceerd over het eindigen van zijn hoedanigheid van executeur. De toegevoegd notaris is overgegaan tot verdeling van de nalatenschap, zonder de erfgenamen daarbij te informeren over de (restant)vordering van klaagster. Verder verwijt klaagster de toegevoegd notaris dat hij niet voldaan heeft aan de verplichting tot betaling van een bedrag van € 1.325,- aan overeengekomen schadevergoeding.De kamer is van oordeel dat de toegevoegd notaris zonder dat eerst vereffening van de boedel had plaatsgevonden niet mocht overgaan tot verdeling. Hij was immers op de hoogte van een geschil met een schuldeiser van de boedel over het bestaan en de hoogte van haar beweerde vordering. Dit klachtonderdeel is gegrond met oplegging van de maatregel van berisping. Voor het overige is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:227 Hof van Discipline 's Gravenhage 240268 240269

    Deze procedure betreft een klacht die is ingediend door een klokkenluider tegen advocaat-onderzoekers die onderzoek hebben gedaan naar de melding van die klokkenluider. De Raad van Discipline heeft geoordeeld dat het door verweerders verrichte onderzoek en de naar aanleiding daarvan uitgebrachte rapportage voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het Hof van Discipline is van oordeel dat het door verweerders opgestelde onderzoeksprotocol op het punt van hoor en wederhoor onvoldoende duidelijk was en dat verweerders hadden moeten begrijpen dat zij – gegeven de onduidelijkheid – klager ook inzage hadden moeten geven in het (substantiële) deel van het rapport waarin conclusies en aanbevelingen waren opgenomen, gelet de juridische betekenis daarvan voor klager. Het hof verklaart de klacht dan ook alsnog deels gegrond en legt aan verweerders de maatregel van een waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:24 Kamer voor het notariaat Den Haag 25-29, 25-30, 25-50 en 25-51

    Klager heeft de klacht ingediend namens een aantal kerkgenootschappen, twee stichtingen en zichzelf. De kandidaat-notaris heeft als waarnemer van de notaris een verklaring van erfrecht opgesteld. De notaris is in het boedelregister ingeschreven als betrokken notaris.Bij de beoordeling van de klachten geldt dat klager stelt te handelen namens een kerkgenootschap als bedoeld in art. 2:2 van het Burgerlijk Wetboek. Klager treedt niet op als schuldeiser of namens een schuldeiser, maar als/namens een erfgenaam. Hij heeft erkend dat erflaatster geen testament heeft gemaakt. Sprake zou zijn van een intern erfgenaamschap. De klacht is op alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:265 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8920

    Voorzittersbeslissing. De zoon van klager heeft namens klager een klacht ingediend tegen een specialist ouderengeneeskunde. Er is geklaagd over de zorg aan klager en een aantal zaken die daarop betrekking hebben. De mentor van klager heeft verklaard dat hij niet instemt met deze klacht en dat klager verder als wilsonbekwaam dient te worden beschouwd om de klacht in te dienen. De voorzitter is van oordeel dat klagers mentor aannemelijk heeft gemaakt dat klager terzake van het indienen van de klacht wilsonbekwaam is. De wilsonbekwaamheid van klager volgt ook uit de stukken. Klager is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:228 Hof van Discipline 's Gravenhage 240248

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft opgetreden voor de wederpartij van klaagster in een kortgedingprocedure met als doel het door klaagster aan de cliënt van verweerder opgelegde toegangsverbod tot een moskee ongedaan te maken. Klaagster verwijt verweerder (onder meer) dat hij zich (in de processtukken) in deze procedure onnodig grievend jegens een van de bestuursleden van de vereniging heeft uitgelaten. Het hof oordeelt dat klaagster als vereniging kan worden ontvangen in haar klacht omdat de bestuursleden werden aangesproken in hun functie van bestuurder van de vereniging en de vereniging daarmee rechtstreeks in haar belang is getroffen. Het hof oordeelt vervolgens dat de door verweerder in de kortgedingdagvaarding gebruikte bewoordingen gelet op de inzet van het kortgeding – de opheffing van een toegangsverbod – geen redelijk doel dienden en als onnodig grievend dienen te worden gekwalificeerd. Het hof sluit zich aan bij de door de raad opgelegde maatregel van waarschuwing. Bekrachtiging raadbeslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:241 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-266/AL/GLD

    Klagers - een curator en haar advocaat - beklagen de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft namens zijn cliënten ook een klacht over klagers ingediend. Naar het oordeel van de raad kunnen de daarin gebruikte bewoordingen niet anders worden uitgelegd dan dat klagers leugenaars zouden zijn. Verweerder wist kort daarna dat hij met zijn ferme aantijgingen over zijn mede-advocaten fout zat, maar heeft daarvan naar het oordeel van de raad onvoldoende afstand genomen, ook niet tijdens de zitting van de raad. Verweerder had daarin pro-actiever en welwillender richting zijn collega’s moeten handelen, zeker na hun herhaalde verzoeken daartoe. Datzelfde geldt voor het onder verantwoordelijkheid van verweerder door een foute adressering doorsturen van de klacht over klaagster aan een niet betrokken advocatenkantoor. Klaagster was niet alleen niet werkzaam bij dat kantoor. Onduidelijk is ook waarom verweerder het nodig vond om die individuele klacht over klaagster onder de aandacht te brengen van een advocatenkantoor. Uitgangspunt is dat een goede beroepsuitoefening binnen de advocatuur gediend is met een onderlinge verhouding tussen advocaten die berust op vertrouwen en welwillendheid. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder die onderlinge verhouding met klagers verstoord. Het had verweerder gesierd om zijn fouten meteen na ontdekking en zonder voorbehouden bij klagers recht te zetten. Verweerder heeft dat naar het oordeel van de raad onvoldoende oprecht gedaan. Naar het oordeel van de raad is de maatregel van waarschuwing daarom passend en geboden.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:19 Kamer voor het notariaat Den Haag 25-9

    Klaagster verwijt de notaris dat hij het testament van erflater niet had mogen passeren. Hij is daarbij tekort geschoten in zijn onderzoeksplicht c.q. zorgplicht door na te laten op zorgvuldige wijze de wilsbekwaamheid van erflater te beoordelen, alsmede te beoordelen of sprake was van vrije wilsvorming.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:242 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-267/AL/GLD 25-268/AL/GLD

    Klacht over curator en over de advocaat van de curator. Anders dan klagers is de raad van oordeel dat verweerders niet actief bij de toenmalige advocaten van klagers of bij klagers om toestemming hoefden te vragen om informatie uit een factuur met specificaties van de eerdere advocaten van klagers te mogen gebruiken in de procedure tegen klagers. De toenmalige advocaten hebben de bewuste factuur met specificaties op eigen initiatief ter verificatie bij verweerster ingediend zonder aan het gebruik daarvan voorwaarden te verbinden. Klagers zelf hadden tijdens een gesprek bij de rechter-commissaris tegen het gebruik van die factuur met specificaties van hun voormalige advocaten bezwaar kunnen maken. In elk geval hadden dat zij dat binnen een redelijke termijn na ontvangst van die stukken kunnen doen. Vast staat dat klagers pas twee maanden later hun bezwaren kenbaar hadden gemaakt nadat verweerders de informatie in de dagvaarding hadden meegenomen. Naar het oordeel van de raad was deze handelwijze van verweerders in de hiervoor geschetste omstandigheden tuchtrechtelijk dan ook toelaatbaar. Klacht ook overigens ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2025:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 24-60

    Klaagster verwijt de notaris dat hij tijdens een bespreking in aanwezigheid van de kopers de verdeling van de verkoopopbrengst tussen klaagster en de man aan de orde heeft gesteld. Voldoende staat vast dat de notaris tijdens de passeerafspraak in bijzijn van de kopers heeft opgemerkt dat er sprake was van “een issue met de afrekening”. Onenigheid tussen de verkopers onderling regardeerde de kopers niet en was ook niet op enige wijze van belang voor de transactie tussen kopers en verkopers. Door zijn opmerking daarover heeft de notaris zijn geheimhoudingsplicht geschonden. De klacht is gegrond zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:224 Hof van Discipline 's Gravenhage 250086

    Klacht van derde. Klager verwijt verweerder dat hij zich onnodig grievend heeft uitgelaten ten opzichte van een politieambtenaar door tegen haar uit te vallen en zich onbeschoft te gedragen. De raad heeft geoordeeld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. Het hof sluit zich bij dit oordeel aan. Het persoonlijke karakter van het tuchtrecht brengt mee dat alleen diegene die onheus is bejegend over die bejegening kan klagen. Klager is door de gestelde grievende uitlatingen niet rechtstreeks in een eigen belang getroffen. Bekrachtiging raadsbeslissing

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:69 Accountantskamer Zwolle 25/262 Wtra AK

    Betrokkene heeft bij een interne auditfunctie van een buitenlandse overheid een externe evaluatie uitgevoerd in lijn met de IIA Standaarden. Betrokkene heeft in zijn rapport naar aanleiding van deze ‘quality assurance review’ geconcludeerd dat de interne auditfunctie voldoet aan de IIA Standaarden waarbij de kwalificatie ‘generally conforms’ is gegeven. Hierbij heeft betrokkene vermeld dat de interne auditfunctie deze kwalificatie voor de komende vijf jaar mag gebruiken onder de voorwaarde dat de interne evaluaties de algemene naleving van de IIA Standaarden en de gedragscode van het IIA blijven bevestigen. Volgens klager heeft het rapport geen deugdelijke grondslag. De Accountantskamer verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2025:154 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-452/DB/LI

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Diverse verwijten over de kwaliteit van de dienstverlening en het neerleggen daarvan, de bejegening en afspraken met klagers rechtsbijstandsverzekeraar zijn kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8443

    Voordracht van de IGJ over een verpleegkundige vanwege het missen van de geschiktheid tot het uitoefenen van zijn beroep wegens zijn geestelijke of lichamelijke gesteldheid en een gewoonte van misbruik van middelen. Het college komt tot het oordeel dat de verpleegkundige de geschiktheid mist tot het uitoefenen van zijn beroep, beveelt de doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register en treft een voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:70 Accountantskamer Zwolle 24/3896 Wtra AK 25/1199 Wtra AK

    Betrokkene mag stukken waarop het verschoningsrecht van klager rust en die klager in eerdere klachten aan de Accountantskamer en betrokkene heeft overgelegd, gebruiken bij zijn verdediging tegen nieuwe klachten van klager.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8442

    Klacht van de IGJ tegen een verpleegkundige over het wegnemen van medicatie van cliënten, het niet in staat zijn om zorg te verlenen en gevaarlijk rijgedrag en rijden onder invloed van middelen. Het college komt tot het oordeel dat de de klacht grotendeels gegrond is en treft de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register en legt een beroepsverbod op. Het college bepaalt dat het beroepsverbod onmiddellijk van kracht wordt.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8338

    Voordracht van IGJ over een verpleegkundige in verband met de gewoonte van misbruik van middelen. Het college komt tot het oordeel dat de verpleegkundige de geschiktheid mist tot het uitoefenen van zijn beroep, ontzegt de verpleegkundige het recht om weer in het BIG-register te worden ingeschreven en treft een voorlopige voorziening.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8337

    Klacht van IGJ tegen een verpleegkundige over het ontvreemden van opiaten voor eigen gebruik en het gebruik van middelen voorafgaand en tijdens het werk in de directe patiëntenzorg. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is, ontzegt de verpleegkundige het recht om weer in het BIG-register te worden ingeschreven en legt een beroepsverbod op met de bepaling dat dit onmiddellijk van kracht wordt.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/766323/ DW RK 25/90 MK/SM

    Beslissing op verzet. Ongegrond verklaard. Klager beklaagt zich er – samengevat – over dat de gerechtsdeurwaarder zijn inboedel na een ontruiming heeft vernietigd in plaats van op te slaan. Uit alle omstandigheden rondom de aanzegging en daadwerkelijke ontruiming had klager redelijkerwijs (eerder) kunnen weten dat zijn inboedel vernietigd was.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:206 Raad van Discipline Amsterdam 25-372/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is in alle klachtonderdelen ongegrond. Er bestond voor verweerster naar het oordeel van de raad geen aanleiding om onderzoek te doen naar de herkomst, authenticiteit of echtheid van de ingebrachte leningsovereenkomst. Het verwijt dat verweerster met het inbrengen van dit stuk in de procedure bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, faalt. Verweerster behartigde de belangen van haar cliënt toen zij de overeenkomst inbracht. Dat zij daarbij de belangen van klaagster onevenredigheid zou hebben geschaad, is de raad niet gebleken. Evenmin is het de raad gebleken dat verweerster met het leggen van het beslag de belangen van klaagster nodeloos en ontoelaatbaar zou hebben geschaad.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2025:8 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VBC 2025/01 VBC 2025/05

    Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen twee dierenartsen. De zaken hebben betrekking op de behandeling van de kat van appellante, die uiteindelijk is geëuthanaseerd. Appellante verwijt de dierenartsen onder meer dat zij bij haar op deze euthanasie hebben aangedrongen. Het Veterinair Tuchtcollege heeft beide klachten in eerste aanleg ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2025:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/767262 / DW RK 25/116 MK/SM

    Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder loonbeslag heeft gelegd, terwijl er al betaald is. De voorzitter heeft overwogen dat aan de thans geformuleerde klacht hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt, als aan de klacht die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld en heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:207 Raad van Discipline Amsterdam 25-307/A/A

    Ongegrond verzet.