Zoekresultaten 2401-2410 van de 2427 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:160 Raad van Discipline Amsterdam 23-558/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht deels niet-ontvankelijk want buiten de driejaarstermijn ingediend en deels kennelijk ongegrond, omdat het gaat om privégedragingen van verweerster en niet gebleken is dat zij als privépersoon het vertrouwen in de Advocatuur heeft geschaad.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:154 Raad van Discipline Amsterdam 23-065/A/A

    Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:155 Raad van Discipline Amsterdam 23-143/A/NH

    Verzetzaak. Het verzet is gegrond. Klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:156 Raad van Discipline Amsterdam 23-240/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de eigen advocaat. Dat verweerster tijdens de lopende schikkingsonderhandelingen niet is overgegaan tot, of heeft aangedrongen op, het aanvragen van voorlopige voorzieningen valt haar tuchtrechtelijk niet te verwijten, gelet ook op de rol die van een advocaat in familiekwesties wordt verwacht. Op basis van het feitenrelaas en hetgeen door verweerster is aangevoerd, komt daarnaast naar voren dat verweerster wel degelijk werkzaamheden voor klaagster heeft verricht en dat verweerster klaagster ook had geïnformeerd over de verschuldigdheid van de eigen bijdrage. Verder heeft verweerster toereikend aangevoerd dat zij zich niet lichtvaardig heeft onttrokken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:157 Raad van Discipline Amsterdam 23-264/A/A

    Raadsbeslissing; ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft gehandeld binnen de aan hem als advocaat toekomende vrijheid en van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door verweerder is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:158 Raad van Discipline Amsterdam 23-549/A/NH

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafrechtelijke procedure.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:159 Raad van Discipline Amsterdam 23-552/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij in een familierechtzaak. Van onnodig grievende uitlatingen is geen sprake.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:153 Raad van Discipline Amsterdam 23-027/A/A 23-028/A/A

    Verzetzaak. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:147 Hof van Discipline 's Gravenhage 220176

    Klacht tegen advocaat wederpartij, die in verzoekschriftprocedure ex artikel 3:251 BW niet gemeld heeft dat zijn cliënt in staat van faillissement verkeerde. Anders dan de raad verklaart het hof de klacht ongegrond. De cliënt was op grond van artikel 25 lid 2 Fw bevoegd in de door klaagster aanhangig gemaakte procedure te verschijnen en verweerder mocht hem daarin ook bijstaan. Het voeren van verweer in die procedure diende het belang van de cliënt en was niet zinloos, omdat nog een niet bij voorbaat kansloze cassatieprocedure over de faillietverklaring aanhangig was. Verweerder mocht uitgaan van een meer dan theoretische mogelijkheid dat het faillissement vernietigd zou worden bij een herbeoordeling (ex nunc) door een verwijzingshof. Dat het faillissement uiteindelijk in werkelijkheid niet is vernietigd, doet hieraan niet af. Verweerder heeft de belangen van klaagster ook niet onnodig en op ontoelaatbare wijze geschaad door niet te melden dat zijn cliënt al voor het vestigen van het pandrecht failliet was verklaard. Daarbij is mede van belang dat het faillissement voor klaagster openbare informatie was en dat niet is gebleken dat klaagster er groot belang bij had om door verweerder te worden gewezen op het faillissement van de cliënt. Klaagster heeft ook niet kunnen toelichten wat zij in de procedure anders zou hebben gedaan als zij tijdens de procedure wel op het faillissement was gewezen. Voor het inhoudelijke oordeel van de rechter in deze procedure had informatie over het faillissement van de cliënt ook geen verschil gemaakt. Het gaat dus niet om informatie die aan de rechter gemeld had moeten worden omdat die wezenlijk is voor de oordeelsvorming van de rechter (HvD 5 juni 2009, Advocatenblad 20 augustus 2010).

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:187 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-479/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de bijstand van de eigen advocaat kennelijk ongegrond.