Zoekresultaten 1-10 van de 42143 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:90 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5819

    Klacht tegen een psychiater. De zoon van klaagster is onder behandeling geweest bij de psychiater en is vier maanden na het afronden van de behandeling overleden. Klaagster verwijt de psychiater dat hij nalatig is geweest in de behandeling. Daarnaast verwijt zij de psychiater dat niet naar haar werd geluisterd en haar waarschuwingen werden genegeerd. Het college oordeelt dat klaagster kennelijk niet-ontvankelijk is in de klacht die zij namens haar zoon heeft ingediend. Ten aanzien van het gedeelte van de klacht waarvoor zij een eigen klachtrecht heeft is zij wel ontvankelijk, maar dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Uit het medisch dossier blijkt dat het de uitdrukkelijke wens van patiënt was om klaagster niet bij de behandeling te betrekken. Ondanks dat heeft de psychiater tijdens de behandelperiode toch aan klaagster de mogelijkheid geboden om haar zorgen te uiten en heeft hij daaraan aandacht besteed. Hiermee heeft de psychiater zorgvuldig gehandeld. Dat de door klaagster geuite zorgen niet hebben geleid tot een aanpassing van de behandeling of het medicatiebeleid kan de psychiater niet tuchtrechtelijk worden verweten. Voor het bepalen van het behandelplan is immers de wil van patiënt zelf beslissend. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:50 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/34, 2022/35

    Dierenarts sub 1 wordt verweten dat hij klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd over de toestand van haar hond na afloop van een consult. Klacht niet-ontvankelijk.Dierenarts sub 2 wordt verweten dat door de door haar uitgevoerde gebitsbehandeling en extractie van een kies bij een hond een gat van de bovenkaak naar de neusholte is ontstaan. Daarnaast wordt haar dat er geen adequate informatieoverdracht heeft plaatsgevonden over de uitgevoerde behandeling. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:77 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1983

    Klacht tegen plastisch chirurg. De klacht gaat over de operaties aan de middelvinger van klaagster. Klaagster verwijt de plastisch chirurg dat hij niet heeft gewaarschuwd voor mogelijke scheefstand van de vinger na de operatie en de operatie en de daarop volgende hersteloperaties onkundig heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:82 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-797/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Verweerder heeft in strijd met de kernwaarde deskundigheid gehandeld, omdat het hem al van meet af aan bekend had kunnen zijn wat de kansen van de procedure waren. Verweerder heeft daarnaast een processtuk ingediend zonder klaagsters reactie op het concept af te wachten en zonder haar akkoord te krijgen. De pleitnota is ook op een zeer laat moment voorgelegd aan klaagster en haar opmerkingen daarop zijn niet doorgevoerd. Verweerder heeft verder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door op de zitting bij het gerechtshof tegen de raadsheren te zeggen dat hij zich zou gaan onttrekken aan de zaak. Verweerder heeft vervolgens nagelaten om (tijdig) zijn toezegging aan het gerechtshof na te komen, om schone dossiers in te dienen. Onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:51 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/36

    Dierenarts wordt verweten dat zij heeft geweigerd om een hond te ontvangen in de dierenartsenpraktijk, terwijl de hond in de visie van klaagster in een noodsituatie verkeerde wegens een hevige bloedneus. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:78 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2173

    Klacht tegen internist. De klacht is ingediend door de dochter van een patiënte. Klaagster is niet tevreden over de behandeling die haar moeder heeft gekregen en de communicatie tijdens de ziekenhuisopname. Klaagster verwijt de internist dat zij haar niet goed geïnformeerd heeft over de behandeling, het medisch dossier onjuistheden bevat en er onvoldoende naar patiënt en naar klaagster is geluisterd. De internist was afgezien van één dagdienst, waarop een familiegesprek heeft plaatsgevonden, niet betrokken bij de behandeling van patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de internist niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:83 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-414/DH/DH/D

    Dekenbezwaar. Ontvankelijk dekenbezwaar. Geen strijd met artikel 6 EVRM. Onvoldoende onderbouwd dat verweerder structureel niet de zorg jegens zijn cliënten betracht of een verdienmodel heeft om toevoegingen met een minimale inspanning de maximale vergoedingen te declareren. Het dekenbezwaar is wel gegrond voor zover verweerder zich regelmatig onprofessioneel uitlaat over cliënten, ketenpartners, de Orde en de deken. Uit het dossier volgt dat verweerder zich meerdere keren onfatsoenlijk uitlaat over cliënten en zich oneerbiedig opstelt richting de deken. De intensiteit van verweerders communicatie is onprofessioneel. Verweerder toont geen zelfinzicht en legt de schuld steevast bij anderen. Verweerder heeft met het gelijktijdig volgen van meerdere cursussen zijn vakbekwaamheid niet onderhouden en in strijd het gehandeld met de kernwaarde deskundigheid. Voorwaardelijke schorsing van 8 weken. Begeleiding door coach als bijzondere voorwaarde.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:72 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1978 en C2023/2001

    Klacht tegen huisarts. Klager is van juli 2020 tot eind juni 2022 patiënt bij de huisarts geweest. Klager had last van slaapproblemen. Op een gegeven moment heeft de huisarts aan klager quetiapine (25 mg) voorgeschreven voor zijn slaapproblemen. Klager verwijt de huisarts dat zij hem een antipsychoticum heeft voorgeschreven en daarbij geen, of onvoldoende, informatie heeft gegeven over de risico’s van deze medicatie en over eventuele alternatieven. De huisarts bevestigt dat zij off-label quetiapine heeft voorgeschreven. De huisarts stelt dat zij dit weloverwogen en in overleg met klager heeft gedaan en dat haar hierin tuchtrechtelijk geen verwijt kan worden gemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van zowel klager als het beroep van de inspectie. Het Centraal Tuchtcollege legt artikel 68 van de Geneesmiddelenwet uit en overweegt dat het ontbreken van een richtlijn of protocol niet zonder meer in de weg staat aan off-label voorschrijven. Ook ander bewijs (‘evidence based’) en de stand van de wetenschap en de praktijk kan het voorschrijven van medicatie zonder dat dit in een richtlijn is beschreven, rechtvaardigen.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:52 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022/48

    Beklaagde wordt verweten dat hij het afgeven van stambomen van kortsnuitige honden faciliteert. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:79 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2201

    Klacht tegen een internist. Klaagster heeft zich eind april 2014 in de avond gemeld bij de SEH van het ziekenhuis waar de internist op dat moment supervisie had. Klaagster voelde zich gedrogeerd en was bang dat haar ex-partner iets radioactiefs bij haar had ingespoten. De dienstdoende arts-assistent heeft klaagster lichamelijk onderzocht en het bloed en de urine van klaagster laten onderzoeken. De bevindingen heeft de arts-assistent telefonisch met de internist besproken. Klaagster verwijt de internist valsheid in geschrifte. De internist heeft volgens klaagster ook in strijd met de artseneed gehandeld.Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.