Zoekresultaten 241-250 van de 42169 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6839

    Klacht tegen een gz-psycholoog kennelijk niet-ontvankelijk. Klaagster klaagt over een verklaring die door verweerder is opgesteld, waarmee klaagster geen arts-patiëntrelatie heeft. In de verklaring worden geen uitlatingen gedaan over klaagster, maar alleen over haar ex-partner. Aangezien klaagster geen antwoord heeft gegeven op de vragen gesteld in de brieven van het college, is niet duidelijk geworden waarom zij rechtstreeks belanghebbende en daarmee klachtgerechtigd is. Het klaagschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen en het college oordeelt daarom dat klaagster niet ontvangen kan worden in haar klacht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5940

    Klacht tegen een verpleegkundige. Verweerster is de ambulant verpleegkundige en regiebehandelaar van klaagster geweest. Volgens klaagster heeft verweerster klaagster gedwongen bepaalde tabletten te slikken en diverse leugens over klaagster verspreid. Als gevolg van het laatste moest klaagster voor de rechter verschijnen. Er zouden namelijk meldingen gedaan zijn dat klaagster voor overlast zou zorgen. Klaagster verwijt verweerster – samengevat – dat zij overlastmeldingen over klaagster heeft verzonnen om haar voor de rechter te krijgen, dat zij klaagster heeft gepest en heeft gedwongen tabletten te slikken. Het college is van oordeel dat de verwijten van klaagster niet terecht zijn. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:72 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-068/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij van klaagster. De voorzitter kan niet vaststellen dat verweerder namens zijn cliënt bij voorbaat kansloze procedures tegen klaagster is gestart. De voorzitter merkt daarbij op dat haar uit de stukken is gebleken dat niet alleen de cliënt van verweerder maar ook door klaagster talloze procedures zijn gestart, waarvan ook een aantal vorderingen van klaagster is afgewezen. Doordat sprake was en nog is van zoveel geschilpunten tussen partijen die kennelijk niet in onderling overleg zijn op te lossen, zullen de proceskosten voor beide partijen alleen nog maar verder oplopen. Het voeren van tuchtprocedures tegen de daarbij betrokken advocaten, zal de strijd tussen partijen onderling niet oplossen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:66 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-290/AL/MN

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:67 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-073/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klaagster heeft haar klacht onvoldoende concreet onderbouwd. Daarom wordt de klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:58 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-679/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:68 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-002/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk (wegens gebrek aan belang) en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:59 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-629/DH/RO

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening in een echtscheidingszaak gegrond. Verweerder is tekort geschoten in zijn bijstand aan klager, met name door de gebrekkige (schriftelijke) informatieverstrekking. Verweerder heeft klager onvoldoende bijgestaan op het moment dat de vrouw het slot van de woning had veranderd en verder blijkt niet dat verweerder voldoende informatie aan klager heeft verstrekt. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:69 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-511/AL/GLD

    De raad heeft geoordeeld dat verweerder zich in een familierechtelijke procedure escalerend en onnodig grievend over de wederpartij van zijn cliënte heeft uitgelaten. Verweerder heeft zich daarmee niet gedragen zoals dat een behoorlijk handelend advocaat betaamt. Gelet op de aard en de ernst van dat handelen, en rekening houdend met de omstandigheid dat verweerder op de zitting van de raad geen inzicht in het verwijtbare van zijn handelen heeft getoond, is dat de oplegging van een berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-532/AL/GLD

    Ongegrond verzet.