Zoekresultaten 11-20 van de 42094 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:56 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-872/DB/ZWB 23-873/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Niet gebleken dat verweerster in de bijstand aan klagers ex-partner de grenzen van de aan haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden. Klacht ongegrond. Voor zover klager erover klaagt dat verweerster niet heeft gehandeld in het belang van haar cliënte en dat zij het belang van haar cliënte heeft geschaad, is de klacht niet-ontvankelijk omdat niet is gebleken dat klager hierdoor in zijn belang is getroffen of kan worden getroffen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:18 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/726763 / DW RK 22/458 EV/SM

    Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: waarschuwing. Hoewel niet wettelijke verplicht, kan het overgaan tot de toepassing van een ingrijpend middel als derdenbeslag reden (genoeg) zijn om klager daarvan vooraf in kennis te stellen. Het geval wil dat hier gaat om een niet uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak, waarvan klager in een vroeg stadium heeft aangegeven hoger beroep in te stellen. Bij klager informeren wat de huidige stand van stand van zaken daaromtrent was, had de mogelijkheid om alsnog over te gaan tot het beslag niet in de weg gestaan. Terwijl aan de andere kant de mogelijkheid bestond dat het derdenbeslag, welke sowieso ingrijpt in de privésfeer, de arbeidsverhouding (nodeloos) op scherp had kunnen zetten.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:90 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-345/AL/MN

    Klacht over eigen advocaat. De raad heeft geoordeeld dat verweerder (onder meer) processtukken te laat heeft ingediend en klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de mogelijkheden van gefinancierde rechtsbijstand. Gelet op de ernst van dit handelen en de omstandigheid dat verweerder eerder door de tuchtechter is veroordeeld, is de raad van oordeel dat de oplegging van een berisping passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:19 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/729281 / DW RK 23/39 EV/SM

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Geen oplegging van maatregel. De gerechtsdeurwaarders hebben te laat gereageerd op de e-mail van klager. Maar tegen de achtergrond dat de gerechtsdeurwaarders steeds tijdig en adequaat hebben gereageerd op de talrijke berichten van klager, vaak ondanks diens toonzetting, ziet de kamer aanleiding om af te zien van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5312

    Bedrijfsarts: Verweerder wordt verweten dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door zonder toestemming van klaagster medische informatie met klaagster te bespreken in video-driegesprekken waaraan ook haar werkgever heeft deelgenomen. Gegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5828

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een uroloog. Klager verwijt de uroloog dat zij a) onzorgvuldig gehandeld heeft bij de uitvoering van de vasectomie waardoor het vlies van de rechterzaadleider van klager verkleefd is geraakt met de huid van zijn scrotum, welke verkleving klager pijn en ongemak geeft en b) hem onjuist heeft bejegend door ongepaste uitlatingen te doen. De uroloog heeft verweer gevoerd en het college verzocht klachtonderdeel a ongegrond te verklaren  en klachtonderdeel b gegrond te verklaren zonder oplegging van een maatregel. Het college stelt op grond van het operatieverslag (bijlage bij verweerschrift) en de toelichting die de uroloog in haar verweerschrift alsook bij het mondelinge vooronderzoek en op zitting heeft gegeven vast dat de uroloog de vasectomie heeft uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen en protocollen die gelden bij de vasectomie. De uroloog heeft haar excuses aangeboden voor haar uitspraken. Het was niet haar bedoeling om klager ongemak te bezorgen, maar om hem af te leiden van de ingreep. De uroloog beseft dat dergelijke opmerkingen (zie beslissing onder 5.5) niet gepast zijn. Klachtonderdeel a is ongegrond en klachtonderdeel b is gegrond. Het college ziet geen aanleiding meer om de uroloog een maatregel op te leggen. De uroloog heeft erkend dat zij bepaalde uitspraken niet had moeten doen en (herhaaldelijk) haar excuses aangeboden aan klager, zij heeft gereflecteerd op haar eigen handelen. De klacht is besproken binnen de vakgroep urologie van het ziekenhuis en gewezen is op de risico’s van het doen van dergelijke uitspraken. Voor het college is aannemelijk geworden dat de uroloog van dit gevel heeft geleerd en dat zij geen niet-passende uitspraken meer zal doen. Gedeelte geronde klacht zonder oplegging van een maatregel met publicatie.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:102 Hof van Discipline 's Gravenhage 230262

    Klacht curator tegen advocaat van de medebestuurder van gefailleerde. De advocaat heeft anderhalf jaar vóór het faillissement met toestemming van beide bestuurders gelden van de vennootschap op zijn kantoorrekening laten storten om deze vervolgens door te storten naar de rechthebbenden ter afwending van een faillissement van één van de aandeelhouders van de vennootschap. De curator is niet ontvankelijk in zijn klacht. De curator heeft onvoldoende onderbouwd dat het handelen van de advocaat rechtstreeks de vermogensrechtelijke belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de failliete vennootschap raakt of heeft kunnen raken. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5648

    Deels kennelijk ongegronde, deels kennelijk niet-ontvankelijke klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater ten eerste dat hij heeft geweigerd om het medisch dossier aan haar te geven en dat er in haar dossier een opeenstapeling van onwaarheden is genoteerd. Het college is van oordeel dat klaagster het klachtonderdeel over het medische dossier onvoldoende concreet heeft gemaakt. Klaagster is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel. Verder verwijt klaagster de psychiater dat zij op onjuiste gronden gedwongen is opgenomen en dwangmedicatie krijgt. Het college overweegt dat de onvrijwillige opname van klaagster gebaseerd is op een rechterlijke beslissing. De toepassing van de gedwongen opname is vervolgens ook getoetst door de klachtencommissie en in beroep door de rechtbank. Nu de rechter telkens heeft beslist dat gedwongen zorg noodzakelijk was en de klachten over de toepassing daarvan ongegrond heeft verklaard, kan de psychiater niet worden verweten dat hij die gedwongen zorg daadwerkelijk heeft toegepast. Het college heeft op grond van de stukken ook niet kunnen vaststellen dat de psychiater bij de aanvraag of voorbereiding van de zorgmachtigingen onzorgvuldig heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel is daarom kennelijk ongegrond. Wat betreft de dwangmedicatie, stelt het college vast dat ook het toedienen van dwangmedicatie gebaseerd is op een zorgmachtiging en dus zijn rechtvaardiging vindt in een rechterlijke uitspraak. Uit de stukken is voldoende duidelijk geworden dat de psychiater redelijkerwijs kon beslissen dat het toedienen van dwangmedicatie noodzakelijk en proportioneel was. Dit onderdeel van de klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5669

    Deels kennelijk ongegronde, deels kennelijk niet-ontvankelijke klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater ten eerste dat zij heeft geweigerd om het medisch dossier aan haar te geven en dat er in haar dossier een opeenstapeling van onwaarheden is genoteerd. Het college is van oordeel dat klaagster het klachtonderdeel over het medische dossier onvoldoende concreet heeft gemaakt. Klaagster is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel. Verder verwijt klaagster de psychiater dat zij op onjuiste gronden gedwongen is opgenomen en dwangmedicatie krijgt. Het college overweegt dat niet gebleken is dat de psychiater na de opname van klaagster in oktober 2021 nog betrokken is geweest bij de (gedwongen) zorg voor haar. Klaagster heeft niet tegengesproken dat de psychiater daarbij geen rol heeft gespeeld. Uit het dossier blijkt ook niet van betrokkenheid van de psychiater bij de opname of de dwangmedicatie. Deze klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.  

  • ECLI:NL:TNORDHA:2024:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-35

    Als erkend staat vast dat de partner, dementerend en op leeftijd, uit het verpleeghuis waar hij verbleef is meegenomen naar het kantoor van de notaris. Dat gebeurde met instemming van de notaris en door een derde, die niet verbonden was aan het kantoor van de notaris. Het was daarnaast buiten medeweten van klaagsters, die de opdrachtgeefsters van de notaris waren. Die gang van zaken, ongeacht de bedoeling, betaamt een behoorlijk notaris niet.