Zoekresultaten 21-30 van de 42006 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:73 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-919/AL/NN

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over andere advocaat wordt kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:65 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2067

    Voordracht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tot doorhaling vanwege ongeschiktheid tot het uitoefenen van het beroep van arts. Bij de arts is sprake van vroege remissie bij langdurige chronische verslavingsproblematiek met meermalen recidive, meestal binnen een jaar. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de arts weliswaar op de goede weg lijkt te zijn, maar dat er op het moment van de uitspraak nog onvoldoende tijd is geweest om blootstelling aan de risico’s van verslaving en de kans op terugval in misbruik te kunnen beoordelen. Er is op dat moment onvoldoende vertrouwen om te kunnen stellen dat de verslaving en het daarmee gepaard gaande gedrag dermate onder controle is dat er in de nabije toekomst geen risico zal zijn voor de patiëntveiligheid. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de voordracht toe en legt de MDL-arts de maatregel op van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de MDL-arts inmiddels ruim een jaar aantoonbaar op de goede weg is, vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege voor zover de inschrijving van de MDL-arts daarbij is doorgehaald, en zal de MDL-arts enkele aan de uitoefening van het beroep van arts verbonden bevoegdheden ontzeggen. Tevens zal het Centraal Tuchtcollege aan de beroepsbeoefening van de MDL-arts enkele voorwaarden verbinden. Tenslotte gelast het Centraal Tuchtcollege publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:64 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-447/DH/DH

    Gegrond verzet, omdat de voorzitter de klacht te beperkt heeft opgevat. Klacht (alsnog) ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:39 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-26

    Dierenarts wordt verweten, in hoofdzaak, tijdens een consult tekort te zijn geschoten in het onderzoek van een hond en dat zij die hond niet tijdig heeft verwezen naar een andere kliniek voor nader (echografisch) onderzoek. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:80 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-810/AL/NN

    Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet en de kernwaarde deskundigheid gehandeld door klager onjuist te informeren over diens bewijsmogelijkheden in zijn huurgeschil bij de kantonrechter. Daarnaast heeft verweerder, ook tijdens de zitting van de raad, weinig zelfinzicht getoond in het foutieve van zijn handelen. Ook heeft hij de oorzaken van de voor klager negatieve uitkomst van dat geschil vooral maar ten onrechte buiten zichzelf gelegd. Met zijn opstelling, ook tijdens de zitting, heeft verweerder niet integer gehandeld, zoals een behoorlijk advocaat wel zou betamen. Ook al heeft verweerder zich uitgeschreven, het ernstig tuchtrechtelijk verwijtbare handelen van verweerder noodzaakt tot oplegging van een voorwaardelijke schorsing van 4 weken, waarvan de proeftijd van 2 jaar start na zijn herinschrijving als advocaat.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:74 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-742/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Verweerder heeft klager in de kou laten staan door in meerdere opzichten bijstand te verlenen op een wijze die een behoorlijk handelende advocaat niet betaamt. Het wordt verweerder zwaar aangerekend dat hij door zijn nalatig handelen niet alleen volstrekt onbetamelijk heeft gehandeld ten opzichte van klager, maar ook het vertrouwen in de advocatuur ernstig heeft geschaad. De aard en ernst van de klachtwaardige handelwijze van verweerder kwalificeren als schending van de kernwaarden deskundigheid en integriteit en rechtvaardigen dan ook de oplegging van een ingrijpende maatregel. Naast de omstandigheden van deze klachtzaak wordt ook het uitgebreide tuchtrechtelijk verleden van verweerder meegewogen. Hoewel verweerder sinds 1 november 2023 geen advocaat meer is, is in de gegeven omstandigheden een lange onvoorwaardelijke schorsing wel op zijn plaats. Deze maatregel dient immers ook als signaal aan de beroepsgroep dat de klachtwaardige handelwijze van verweerder onaanvaardbaar is en niet zonder gevolgen blijft. Mocht verweerder zich in de toekomst weer als advocaat willen inschrijven op het tableau, is op deze manier bovendien verzekerd dat de desbetreffende Raad van de Orde zich ervan kan vergewissen dat er geen risico meer bestaat voor benadeling van toekomstige cliënten. Schorsing van 52 (tweeënvijftig) weken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:66 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1986

    Klacht tegen een verpleegkundige. Klager ontving vanaf eind 2021 (thuis)zorg via de thuiszorgorganisatie waar de verpleegkundige als Regiomanager Zorg werkzaam is.De thuiszorgorganisatie heeft in maart 2023 de dienstverlening aan klager per direct beëindigd. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij ten onrechte eenzijdig zijn zorg heeft beëindigd, waardoor hij in direct gevaar is gekomen. De voorzitter van  het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard omdat van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de verpleegkundige persoonlijk niet is gebleken. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klager ingestelde beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-474/DH/DH

    Verzet deels gegrond en deels ongegrond. Klacht ongegrond. Het is de raad niet gebleken dat verweerster met het ondertekenen en versturen van een brief vanuit haar functie bij het Huis voor Klokkenluiders het vertrouwen in de advocatuur heeft geschonden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:75 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-514/AL/GLD

    Raadsbeslissing. De raad heeft vastgesteld dat verweerder op een zitting mededelingen heeft gedaan over de inhoud van een mediationgesprek, waaraan zijn cliënte en de wederpartij hebben deelgenomen. Verweerder heeft zijn geheimhoudingsplicht geschonden en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Gelet op de ernst van dit handelen en rekening houdend met het blanco tuchtrechtelijk verleden van verweerder is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en gebonden is.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2023:40 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2022-46

    Dierenarts wordt verweten, samengevat en zakelijk weergegeven, dat hij als dienstdoend dierenarts tijdens een nachtelijk telefoongesprek een in nood verkerende hond geen hulp heeft geboden. Klacht ongegrond.