Zoekresultaten 16711-16720 van de 42178 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:219 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 16.377

    Betekening naar Belgisch en Nederlands recht was juist. Dat aan de echtgenote is betekend met wie klager in onmin leefde, maakt dat niet anders aangezien klager ingeschreven stond op dat adres.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.375

    Klager verwijt de psychiater dat hij een onzinnig en onnodig onderzoek heeft uitgevoerd, bewust zich heeft geprobeerd te onttrekken aan een onafhankelijke klachtenprocedure en dat hij inbreuk heeft gemaakt op de privacy van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-185c

      Gegronde klacht (zonder oplegging van een maatregel) tegen een verpleegkundige/triagiste. Klager ontvankelijk in zijn klacht, omdat het werk van verweerster als triagiste nauw verweven is met haar registratie als verpleegkundige. Hoewel klager in het telefoongesprek met de triagiste zijn hulpvraag anders had moeten formuleren, had verweerster pro-actiever kunnen en moeten optreden tijdens dit gesprek. Zij had gelet op de inhoud van het gesprek de vraag achter de hulpvraag moeten zien. Klacht gegrond, maar niet noodzakelijk om een maatregel op te leggen, omdat het College ervan overtuigd is dat zij in de toekomst meer proactief zal optreden. Geen maatregel.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:175 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 302.2016

    Voor het eerst maakt de Kamer de oplegging van een berisping openbaar in het register gerechtsdeurwaarders dat wordt bijgehouden door de KBvG door het opnemen van een link in de beslissing naar dit register. De gerechtsdeurwaarders hebben bij de executie van een vonnis waarbij klagers tot ontruiming en tot betaling  van huurachterstand zijn veroordeeld, geen gebruik gemaakt van de voor de in deze situatie door de KBvG voorgeschreven bijsluiter. In plaats daarvan hebben de gerechtsdeurwaarders een aanplakbiljet op de voordeur van de (voormalige)woning van klagers geplakt met de mededeling dat ontruiming zou plaatsvinden en dat deze kon worden voorkomen door betaling van het verschuldigde. De Kamer acht dat onder de omstandigheden van het geval tuchtrechtelijk laakbaar.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.384

      Klacht tegen uroloog. Klager is door de uroloog gezien in verband met verdenking van een recidiverende urineweginfectie. Bij de naar aanleiding daarvan gemaakt echo is een niersteen ontdekt. De uroloog heeft de steen in 2014 operatief vergruisd onder achterlating van een JJ- en spoelkatheter. Een jaar na de operatie is naar aanleiding van klachten wederom een echo gemaakt en een CT-onderzoek verricht, waarop een solide afwijking in de rechternier is geconstateerd. Klager verwijt de uroloog dat hij op het beeldmateriaal in 2014 een tumor in de nier over het hoofd heeft gezien. Het RTG wijst de klacht af. Volgens het Regionaal Tuchtcollege mocht de uroloog afgaan op het verslag van de uroloog, die geen melding maakt van een, in retroperspectief reeds aanwezige, tumor in de rechternier. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft dit oordeel en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-145

     Ongegronde klacht tegen een huisarts. De (waarnemend) huisarts beschikte tijdens het telefonisch contact met de ambulanceverpleegkundige over voldoende (medische) informatie om de beslissing te kunnen nemen akkoord te gaan met het voorstel om patiënte niet in te sturen naar het ziekenhuis. Er bestond ook geen reden om na dit telefonisch gesprek nog zelf verdere actie te ondernemen. Het advies aan patiënte om zich zo nodig de volgende dag tot haar eigen huisarts te wenden, is correct gegeven. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:49 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/324539 KL RK 17-107

      Klaagster verwijt de notaris dat hij geen duidelijkheid heeft gegeven over de hoedanigheid waarin hij optrad. De kamer komt tot het oordeel dat er geen sprake is van een verwijtbare gedraging van de notaris. De notaris heeft zijn hoedanigheid kenbaar gemaakt bij klaagster. Bij twijfel had klaagster het boedelregister kunnen raadplegen, dan wel nogmaals navraag kunnen doen bij de notaris.   Voorts verwijt klaagster de notaris dat hij de schijn van partijdigheid heeft gewekt. Ook dit punt wordt ongegrond verklaard. Klaagster heeft haar stellingen op geen enkele wijze onderbouwd, terwijl de notaris de stellingen nadrukkelijk betwist.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-074b

      Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een arts maatschappij en gezondheid. De arts behoefde geen eigen onderzoek te verrichten of aanvullende informatie op te vragen. Evenmin is gebleken dat het gesprek te kort heeft geduurd om in redelijkheid tot een beoordeling te komen. De arts heeft klaagster niet voldoende duidelijk gewezen op het inzage-, correctie- en blokkeringsrecht en hij mocht niet uit een telefoongesprek met klaagster afleiden dat zij deze rechten prijsgaf zonder dat hij zich ervan vergewiste of klaagster dit begreep. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2018:8 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.389

      Klacht tegen fysiotherapeut. Klaagster is in 2013 enige malen door de fysiotherapeut behandeld in verband met klachten na een ongeval in een lijnbus. Eind 2013 heeft klaagster een medische volmacht verleend aan de rechtsbijstandsverzekeraar tot het namens klaagster opvragen, inzien en ontvangen van medische informatie over klaagster. De fysiotherapeut heeft in september 2014 op verzoek van de medisch adviseur van de rechtsbijstandsverzekeraar informatie overgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het verwijt van klaagster dat hij het beroepsgeheim heeft geschonden en dat hij het patiëntendossier heeft aangepast gegrond verklaard. De verwijten van klaagster dat de fysiotherapeut onvoldoende dossier heeft gevoerd en dat hij in de tuchtprocedure medische informatie aan het college heeft overgelegd is ongegrond verklaard. Het Regionaal Tuchtcollege legt de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege acht klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep ten aanzien van de door het Regionaal Tuchtcollege gegrond bevonden klachtonderdelen. Ten aanzien van de ongegrond verklaarde onderdelen onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:8 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-157a

      Ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Niet vast komt te staan dat de (ambulance)verpleegkundige zich bij haar werkdiagnose heeft laten leiden door de eerdere diagnose van de huisarts of SEH-arts. Ook niet dat de verpleegkundige de ECG verkeerd heeft afgelezen. Evenmin dat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gezondheidstoestand van patiënte, hoewel het beter ware geweest als zij grondiger had doorgevraagd naar de medische voorgeschiedenis van patiënte, met name de collaps. Klacht afgewezen.