Zoekresultaten 18751-18760 van de 42156 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/123 SHE/2016/124

    Verzoek tot wraking van twee notarisleden, die in dezelfde gemeente gevestigd zijn als de kandidaat-notaris die om ontheffing van maximale waarnemingstermijn heeft gevraagd ex art. 29, lid 4, Wna. Wettelijk kader van dergelijk verzoek. Hoewel de wrakingskamer geen aanleiding heeft om te twijfelen aan de persoonlijke instelling van de twee notarisleden en aangenomen wordt dat zij, zoals zij hebben gesteld, als ondernemer (voor een belangrijk deel) een ander marktsegment bedienen dan de kandidaat-notaris, gaat de wrakingskamer er vanuit dat beide kantoren zich richten op cliënten uit dezelfde gemeente en regio. De kandidaat-notaris heeft onweersproken gesteld dat zijn kantoor een grote speler is op de aanbodmarkt voor notariële diensten in de betreffende regio, zodat geenszins kan worden uitgesloten dat de kandidaat-notaris en de notarisleden in “dezelfde vijver vissen”. De wrakingskamer acht de door de kandidaat-notaris geuite vrees dat de eigen (commerciële) belangen van de notarisleden enige rol zouden kunnen spelen bij de beoordeling van zijn ontheffingsverzoek dan ook objectief gerechtvaardigd, waarbij mede in aanmerking wordt genomen dat hij onweersproken heeft gesteld dat de notarisleden eerder een afwijzende beslissing hebben gegeven naar aanleiding zijn vorige soortgelijke verzoek. Nu iedere schijn van partijdigheid of vooringenomenheid dient te worden vermeden, worden de verzoeken tot wraking toegewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:55 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160275

    Het onderzoek in hoger beroep - waarbij wordt opgemerkt dat geen beroep is ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van klaagster sub 2 - heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager sub 1 en klaagster sub 3 tegen de beslissing van de raad worden verworpen. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:3 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/29

    Dierenarts wordt verweten veterinair onjuist te hebben gehandeld met betrekking tot een operatie van een hond ter zake van een voorste kruisband laesie. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.336

      Klaagster is de dochter van de inmiddels overleden patiënte. Patiënte leed aan onder meer aan baarmoederkanker. Patiënte kreeg thuis last van anusbloedingen en is per ambulance naar een ziekenhuis gebracht. Vervolgens is zij in overleg overgeplaatst naar een academisch ziekenhuis. Klaagster verwijt de aangeklaagde gynaecoloog, dat patiënte onnodig naar het academisch ziekenhuis is vervoerd en haar daar medisch onderzoek is onthouden, wat tot haar dood heeft geleid. Klaagster stelt dat de gynaecoloog patiënte heeft laten doodbloeden. Al met al beschuldigt klaagster de gynaecoloog van dood door schuld. Daarnaast beklaagt klaagster zich over de wijze waarop de nagesprekken hebben plaatsgevonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:56 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160320

    Art. 13-beklag De stukken zoals ter kennis zijn gebracht aan het hof leiden niet tot andere gevolgtrekkingen dan die in de bestreden beslissing van de deken zijn weergegeven. De deken heeft het verzoek van de klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden afgewezen, nu klager - ook in de procedure bij het hof - in het geheel geen informatie heeft overgelegd waaruit een onrechtmatig handelen door (een medewerkster van) de Raad voor de Kinderbescherming kan worden afgeleid en zodoende de procedure die klager zou willen voeren als nagenoeg, zo niet volstrekt, kansloos dient te worden ingeschat. Volgens vaste rechtspraak van het hof is in dat geval sprake van een gegronde reden het verzoek af te wijzen ex artikel 13 lid 2 Advocatenwet. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/34 2016/35

    Klachten tegen twee dierenartsen over het onderzoek en de behandeling van een kat. Eerste dierenarts wordt verweten bij een consult tekort te zijn geschoten in het onderzoek. De andere dierenarts wordt verweten dat ten aanzien van de bij de kat uitgevoerde keizersnede een te grote incisie is gemaakt, teveel narcosemiddel is bijgegeven en geen medicatie is verstrekt. Klachten tegen beide dierenartsen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:116 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.351

      Klacht tegen huisarts. De klacht heeft betrekking op de moeder van klaagster, patiënte, die in een verzorgingshuis verbleef. Verweerder heeft patiënte op enig moment naar aanleiding van een melding op de HAP eenmalig in de vroege ochtend bezocht. Een week later is patiënte door een andere huisarts ingestuurd naar het ziekenhuis waar zij twee weken later is overleden. Klaagster verwijt verweerder dat hij de klachten van patiënte niet serieus heeft genomen en een onjuiste diagnose heeft gesteld, terwijl ook de communicatie onvoldoende was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:69 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-723/DB/OB

    Niet gebleken van onzorgvuldigheid, onvoldoende voortvarendheid of onvoldoende betrokkenheid, noch van excessief declareren. Verrekening toegestaan. Voor zover klager in algemene zin beoogt te klagen over het advocatenkantoor “H Advocaten” als geheel is klacht niet-ontvankelijk omdat het tuchtrecht voor advocaten uitgaat van klachten over het handelen van een individuele advocaat. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door maatregelen te nemen ter incasso van klagers vordering. Voor zover klacht betrekking heeft op optreden van verweerder van voor 25 augustus 2012 is klacht wegens tijdsverloop niet-ontvankelijk. Deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:57 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160152

    Eindbeslissing tav art. 13-beklag In de tussenbeslissing van 18 november 2017 heeft het hof de deken verzocht om aan de hand van een (oriënterend) advies van een door hem aan te wijzen advocaat, opgesteld in samenspraak met klager, te onderzoeken of sprake is van een zaak zonder redelijke kans van slagen. Het hof overweegt dat het – gezien de tussenbeslissing van 18 november 2016 – op de weg van klager had gelegen om de door de deken aangewezen advocaat, waar mogelijk met stukken onderbouwd, zo volledig mogelijk te informeren omtrent de haalbaarheid van zijn gepretendeerde vorderingen. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft klager dit niet gedaan.  Met de deken is het hof van oordeel dat niet is gebleken dat de procedures die klager zou willen voeren een redelijke kans van slagen hebben, zodat deze als nagenoeg, zo niet volstrekt, kansloos dienen te worden ingeschat. Bovendien is niet gebleken dat daarbij de bijstand van een advocaat voorgeschreven is. Volgens vaste rechtspraak van het hof is in dat geval sprake van een gegronde reden het verzoek af te wijzen ex artikel 13 lid 2 Advocatenwet. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:5 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/37

    Dierenarts wordt verweten dat hij ten aanzien een kat veterinair nalatig heeft gehandeld, meer specifiek betreft het verwijt dat bij de kat niet eerder de diagnose Feline Immunodeficiency Virus (FIV) is gesteld. Ongegrond.