Zoekresultaten 1-50 van de 45897 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:154 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-452/DB/LI
- Datum publicatie: 10-11-2025
- Datum uitspraak: 28-10-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:154
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat. Diverse verwijten over de kwaliteit van de dienstverlening en het neerleggen daarvan, de bejegening en afspraken met klagers rechtsbijstandsverzekeraar zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8443
- Datum publicatie: 10-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:141
Voordracht van de IGJ over een verpleegkundige vanwege het missen van de geschiktheid tot het uitoefenen van zijn beroep wegens zijn geestelijke of lichamelijke gesteldheid en een gewoonte van misbruik van middelen. Het college komt tot het oordeel dat de verpleegkundige de geschiktheid mist tot het uitoefenen van zijn beroep, beveelt de doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register en treft een voorlopige voorziening.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8442
- Datum publicatie: 10-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:142
Klacht van de IGJ tegen een verpleegkundige over het wegnemen van medicatie van cliënten, het niet in staat zijn om zorg te verlenen en gevaarlijk rijgedrag en rijden onder invloed van middelen. Het college komt tot het oordeel dat de de klacht grotendeels gegrond is en treft de maatregel van doorhaling van de inschrijving in het BIG-register en legt een beroepsverbod op. Het college bepaalt dat het beroepsverbod onmiddellijk van kracht wordt.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8338
- Datum publicatie: 10-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:143
Voordracht van IGJ over een verpleegkundige in verband met de gewoonte van misbruik van middelen. Het college komt tot het oordeel dat de verpleegkundige de geschiktheid mist tot het uitoefenen van zijn beroep, ontzegt de verpleegkundige het recht om weer in het BIG-register te worden ingeschreven en treft een voorlopige voorziening.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8337
- Datum publicatie: 10-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:144
Klacht van IGJ tegen een verpleegkundige over het ontvreemden van opiaten voor eigen gebruik en het gebruik van middelen voorafgaand en tijdens het werk in de directe patiëntenzorg. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is, ontzegt de verpleegkundige het recht om weer in het BIG-register te worden ingeschreven en legt een beroepsverbod op met de bepaling dat dit onmiddellijk van kracht wordt.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:103 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/766323/ DW RK 25/90 MK/SM
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:103
Beslissing op verzet. Ongegrond verklaard. Klager beklaagt zich er – samengevat – over dat de gerechtsdeurwaarder zijn inboedel na een ontruiming heeft vernietigd in plaats van op te slaan. Uit alle omstandigheden rondom de aanzegging en daadwerkelijke ontruiming had klager redelijkerwijs (eerder) kunnen weten dat zijn inboedel vernietigd was.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:206 Raad van Discipline Amsterdam 25-372/A/A
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:206
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij is in alle klachtonderdelen ongegrond. Er bestond voor verweerster naar het oordeel van de raad geen aanleiding om onderzoek te doen naar de herkomst, authenticiteit of echtheid van de ingebrachte leningsovereenkomst. Het verwijt dat verweerster met het inbrengen van dit stuk in de procedure bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, faalt. Verweerster behartigde de belangen van haar cliënt toen zij de overeenkomst inbracht. Dat zij daarbij de belangen van klaagster onevenredigheid zou hebben geschaad, is de raad niet gebleken. Evenmin is het de raad gebleken dat verweerster met het leggen van het beslag de belangen van klaagster nodeloos en ontoelaatbaar zou hebben geschaad.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:8 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VBC 2025/01 VBC 2025/05
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:8
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen twee dierenartsen. De zaken hebben betrekking op de behandeling van de kat van appellante, die uiteindelijk is geëuthanaseerd. Appellante verwijt de dierenartsen onder meer dat zij bij haar op deze euthanasie hebben aangedrongen. Het Veterinair Tuchtcollege heeft beide klachten in eerste aanleg ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:104 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/767262 / DW RK 25/116 MK/SM
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:104
Beslissing op verzet. Ongegrond. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder loonbeslag heeft gelegd, terwijl er al betaald is. De voorzitter heeft overwogen dat aan de thans geformuleerde klacht hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt, als aan de klacht die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld en heeft de klacht niet-ontvankelijk verklaard. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:207 Raad van Discipline Amsterdam 25-307/A/A
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:207
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:263 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8272
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:263
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een bedrijfsarts, waarschuwing.Klager heeft na ziekmelding twee gesprekken gehad met de bedrijfsarts. Deze constateerde tijdens het eerste contact dat sprake was van een arbeidsconflict en raadde klager aan om met zijn werkgever in gesprek te gaan. De klacht van klager richt zich op het oordeel van de bedrijfsarts, de wijze van totstandkoming daarvan, de gevolgen en het handelen van de bedrijfsarts in het vervolgtraject. De bedrijfsarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat twee klachtonderdelen die zien op een belangrijk aspect van de taak van de bedrijfsarts, namelijk het na gedegen onderzoek en anamnese komen tot een oordeel over de medische situatie, gegrond zijn. Voor het overige is de klacht ongegrond Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TDIVBC:2025:9 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VBC 2025/04
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TDIVBC:2025:9
Beroep van diereigenaar tegen een uitspraak van het Veterinair Tuchtcollege op een klacht tegen een dierenarts. De zaak heeft betrekking op een operatie van de hond van appellante. Appellante maakt de dierenarts verwijten over de uitvoering van de operatie en de verleende nazorg. Het Veterinair Tuchtcollege heeft de klacht in eerste aanleg ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:105 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/756132 DW RK 24/317 MK/SM
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:105
Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De wijze waarop de werkzaamheden thans zijn ingericht dragen bij aan de onduidelijkheid die bestaat over de openstaande vorderingen. Voorts heeft de gerechtsdeurwaarder te laat gereageerd op correspondentie van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:208 Raad van Discipline Amsterdam 25-323/A/A 25-324/A/A
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:208
Raadsbeslissing. Klachten over het handelen van verweerder in een andere hoedanigheid, te weten in de rol van deskundige op het gebied van sanctiewetgeving zijn ongegrond. Er is geen sprake van handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Verweerder kan ten aanzien van de genoemde uitlatingen geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Dat de uitlatingen van verweerder klagers onwelgevallig zijn, maakt niet dat het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Dat verweerder zich middels het opmaken van een verklaring ten onrechte zou hebben gemengd in de procedure of dat hij hiermee een “verborgen procespartij” zou zijn geweest, en dat hij (daarom) het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad, is naar het oordeel van de raad niet gebleken. Verweerder heeft een verklaring opgesteld omdat hierom werd verzocht. Een tuchtrechtelijk verwijt kan hem niet worden gemaakt. Het verwijt van klaagster 2 dat verweerder haar geheimhoudingsplicht op enige wijze zou hebben geschonden, kan de raad niet plaatsen. Ook hier geldt dat verweerder zijn uitlatingen heeft gedaan in zijn rol als deskundige. Niet valt in te zien waarom hij klaagster 2 hierover (vooraf) over had moeten informeren, laat staan dat hij met het nalaten hiervan de geheimhoudingsplicht van klaagster 2 heeft geschonden of het vertrouwen in de advocatuur zou hebben geschaad.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:264 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8416
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:264
Deels gegronde klacht tegen een bedrijfsarts, berisping. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij onprofessioneel heeft gehandeld in het kader van een preventief consult en vervolgens bij de verzuimbegeleiding. Meer specifiek wordt de bedrijfsarts verweten dat adequate medische opvolging ontbrak, dat sprake is van onzorgvuldige en onvolledige verslaglegging en dat hij het verzoek om een second opinion heeft geweigerd zonder inhoudelijke motivering. De bedrijfsarts heeft het college verzocht de klacht (kennelijk) ongegrond te verklaren. Het college acht het handelen van de bedrijfsarts tuchtrechtelijk verwijtbaar. Hij heeft de medische beperkingen van klaagster niet, althans onvoldoende, herkend en heeft onvoldoende inzichtelijk gemaakt op welke wijze hij tot zijn oordeel is gekomen. Daarnaast heeft de bedrijfsarts in strijd gehandeld met belangrijke richtlijnen van de NVAB en heeft hij de aanvraag van een second opinion niet gefaciliteerd waar dat wel geboden was. Met betrekking tot de op te leggen maatregel is het college van oordeel dat de bedrijfsarts tijdens de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting geen, althans beperkt, blijk gegeven van reflectie op zijn handelen, met name rondom de second opinion. Dit heeft gevolgen gehad voor (het traject van) klaagster, die uiteindelijk zelf een second opinion heeft moeten regelen. Deels gegronde klacht, berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:106 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/777901 / DW RK 25/428 MK/SM
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:106
Proces-verbaal mondelinge uitspraak. Ordemaatregel: zes maanden schorsing ex art. 38 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:101 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/761525 DW RK 24/438 MK/SM
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:101
Klacht ongegrond. Klaagster beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder een onjuiste berekening van de beslagvrije voet hanteert wat ertoe leidt dat er teveel is ingehouden. Ook als die stelling al juist is, betekent dat niet automatisch dat sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Klaagster dient zij zich hiervoor te wenden tot de gewone (civiele) rechter en niet de tuchtrechter.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:223 Hof van Discipline 's Gravenhage 250360
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 06-11-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:223
Klacht wordt niet verwezen. Het hof overweegt dat het indienen van een klacht tegen een advocaat die in dit geval ook deken is, niet de geëigende wijze is om de weigering van die deken om een advocaat aan te wijzen aan de orde te stellen. De weigering van de deken om een advocaat aan te wijzen kent in de Advocatenwet een zelfstandige rechtsgang, te weten het artikel 13-beklag. Klaagster is daarvan op de hoogte en kan bij het hof een dergelijk beklag indienen. Zij heeft er echter voor gekozen om dit niet te doen en in plaats daarvan een klacht tegen de deken in te dienen. Aangezien de klacht verder geen omschrijving bevat van enig handelen of nalaten van de deken op grond waarvan de tuchtrechter tot de conclusie zou kunnen komen dat tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld, ziet het hof geen aanleiding om de klacht voor onderzoek naar een andere deken te verwijzen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2025:102 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/760217 DW RK 24/407 MK/SM
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 07-11-2025
- ECLI:NL:TGDKG:2025:102
Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. De kamer verklaart het deel waarbij beslag is gelegd op de verkeerde onroerende zaak gegrond. De kamer neemt, ten aanzien van de opgelegde maatregel, in aanmerking dat het beslag snel, binnen een dag, is opgeheven en doorgehaald en klager en ouders excuses zijn gemaakt.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:205 Raad van Discipline Amsterdam 25-580/A/DH
- Datum publicatie: 07-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:205
Raadsbeslissing. De raad stelt voorop dat mr. B de opdracht aan verweerder had gegeven tot het opstellen van een (cassatie)advies. Tussen mr. B en verweerder bestond dus een advocaat-cliëntrelatie. Verweerder hoefde daarom alleen contact te onderhouden met mr. B als zijn opdrachtgever. Het was vervolgens aan mr. B om zijn cliënt, klager, op de hoogte te stellen van de inhoud van het advies van verweerder. Dat mr. B dat (kennelijk) niet heeft gedaan, kan verweerder niet tuchtrechtelijk worden verweten. Verweerder kon en mocht zijn “quick scan”-advies opstellen zonder dat hij wist of klager hiervan op de hoogte was en hiervoor al dan niet expliciet zijn toestemming had gegeven. Klachtonderdeel a) is daarom ongegrond. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder in een belangenconflict zou zijn geraakt, overweegt de raad dat dit alleen had kunnen spelen als klager op enig moment (ook) de cliënt van verweerder zou zijn geweest, maar daarvan is geen sprake. Verweerder diende enkel het belang van mr. B en er bestond voor hem geen enkele noodzaak laat staan verplichting om klager hierover op enige wijze te informeren. Dat klager als gevolg van het (cassatie)advies van verweerder op enige wijze rechtstreeks in zijn belangen zou zijn geraakt, valt daarom niet in te zien. Het in klachtonderdeel c) gemaakte verwijt ziet op de kwaliteit en inhoud van het advies dat verweerder aan zijn cliënt, mr. B, verstrekte. Dat klager het kennelijk oneens was met deze opdracht en de deugdelijkheid van het advies, maakt niet dat klager een rechtstreeks belang heeft bij dit klachtonderdeel. Dit klachtonderdeel is daarom niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7451
- Datum publicatie: 06-11-2025
- Datum uitspraak: 04-11-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:140
Klacht tegen een arts deels gegrond, maatregel waarschuwing. Klaagster heeft een behandeling met fillers en botox ondergaan bij de kliniek waar verweerder als cosmetisch arts werkzaam was. Klaagster verwijt de arts dat de behandeling die hij heeft uitgevoerd onzorgvuldig was, dat de voorlichting/informed consent en de nazorg onvoldoende waren, en dat er onjuiste informatie op de website van zijn huidige kliniek staat. Het college komt tot het oordeel dat de klacht ontvankelijk is, omdat over het handelen waarover klaagster nu klaagt namelijk nog geen onherroepelijk geworden tuchtrechtelijke eindbeslissing genomen. Daarnaast oordeelt het college dat verweerder tekort is geschoten in zijn zorgverlening door onvoldoende voorlichting te geven over de behandeling en niet tijdig te reageren op de hulpverzoeken na de behandeling. Maatregel van waarschuwing passend en geboden gelet op alle omstandigheden.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/8311
- Datum publicatie: 05-11-2025
- Datum uitspraak: 05-11-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:121
Gegronde klacht van de inspectie over een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft in privétijd een ernstig beperkte vrouw meermaals seksueel misbruikt. De verpleegkundige is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld. Dit handelen is zo zeer in strijd met wat van een verpleegkundige mag worden verwacht dat de verpleegkundige de zwaarste maatregel wordt opgelegd. Onvoldoende reflectie en zelfinzicht gebleken. De door het NFI ingeschatte lage recidivekans geeft het college geen vertrouwen dat de verpleegkundige in de functie van verpleegkundige ook een lage recidivekans zou hebben. Maatregel: doorhaling, schorsing en algeheel beroepsverbod.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8021
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:139
Klacht tegen een radioloog kennelijk ongegrond. Na verwijzing door de neuroloog werden MRI-scans van klaagster haar hersenen gemaakt. Verweerder beoordeelde de scans en maakte daarvan een verslag. Klaagster had bedenkingen ten aanzien van de verslaglegging van de MRI-scan. Zij vermoedde neuroborreliose (ziekte van Lyme). Klaagster verwijt de radioloog dat er niet adequaat is gecommuniceerd met de aanvragend neuroloog, waardoor een onbruikbare uitslag werd afgegeven. Na een gesprek met verweerder, het afdelingshoofd en een collega-neuroradioloog werd het verslag niet herzien. Het college kan niet vaststellen dat verweerder bij die beoordeling en verslaglegging onzorgvuldig en niet als een redelijk bekwaam en redelijk handelend radioloog te werk is gegaan. Het is aan verweerder, als zorgprofessional, om te bepalen wat er in zijn verslag wel of niet opgenomen wordt en of dit moet worden aangepast na herbeoordeling.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:238 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-606/AL/GLD
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:238
voorzittersbeslissing. Klaagster beklaagt zich erover dat verweerder onvoldoende heeft meegewerkt aan het bereiken van een schikking. Uit de stukken is de voorzitter gebleken dat verweerder pogingen heeft gedaan om tot een vergelijk met klaagster te komen. Zijn cliente was op enig moment niet langer bereid om verder nog met klaagster te onderhandelen. Verweerder heeft dat standpunt van zijn cliente in neutrale bewoordingen aan klaagster bericht. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:152 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-414/DB/ZWB
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:152
Raadsbeslissing. Verweerder had melding moeten maken van het contact dat hij met een bedrijf heeft gehad. Verweerder heeft de rechtbank onvolledig, en daarmee onjuist, geïnformeerd. Wel heeft hij zich voldoende ingespannen om dit bij de rechtbank aan te kaarten, nadat hij op zijn fout is gewezen. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:219 Hof van Discipline 's Gravenhage 250229
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:219
Verzoek tot aanwijzing van advocaat ex artikel 13 Advocatenwet afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:239 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-613/AL/OV
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:239
voorzittersbeslissing. Klacht over het optreden van een deken naar de klacht van klager over een advocaat. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster met haar optreden het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:153 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-205/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:153
Verzet gegrond, klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:213 Hof van Discipline 's Gravenhage 250256
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:213
Verzoek tot aanwijzing van advocaat ex artikel 13 Advocatenwet afgewezen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:220 Hof van Discipline 's Gravenhage 250355
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:220
Beklag tegen de beslissing van de deken om geen advocaat aan te wijzen ongegrond. De deken heeft op goede gronden geweigerd te voldoen aan klagers herhaalde verzoek om hem nogmaals een advocaat toe te wijzen. De mogelijkheid de deken te verzoeken een advocaat aan te wijzen is een aanvullende voorziening voor het geval de rechtzoekende niet op eigen initiatief een advocaat weet te vinden die bereid is hem bijstand te verlenen. Bij het aanwijzen van een advocaat komt de deken een ruime beleidsvrijheid toe. De “advies-eerst-constructie” is naar het oordeel van het hof gelet op het uiteengezette kader objectief gerechtvaardigd en niet in strijd met de wet.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:240 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-520/AL/MN
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:240
Voorzittersbeslissing. De voorzitter verklaart een klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:221 Hof van Discipline 's Gravenhage 230129H2
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:221
Tweede verzoek tot herziening van een beslissing op grond van artikel 13 Advw niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:215 Hof van Discipline 's Gravenhage 250060
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:215
Het betreft een klacht tegen de eigen advocaat. De raad van discipline heeft geoordeeld dat de klacht over de kwaliteit van de dienstverlening in alle klachtonderdelen ongegrond is. Klager is in beroep gekomen tegen de ongegrondverklaring. Het hof van Discipline vernietigt de beslissing van de raad voor zover daarbij klachtonderdeel a) ongegrond is verklaard, verklaart klachtonderdeel a) deels gegrond en legt aan verweerder de maatregel op van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:222 Hof van Discipline 's Gravenhage 250209
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:222
Ongegrond verzet tegen beslissing van de voorzitter om de klacht tegen de deken niet te verwijzen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:216 Hof van Discipline 's Gravenhage 250053
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:216
Klager heeft een klacht ingediend tegen de advocaat van de wederpartij omdat zij de rechtbank opzettelijk onjuiste informatie zou hebben verstrekt door de rechtbank in plaats van het definitieve ouderschapsplan het concept ouderschapsplan toe te sturen. De raad heeft de klacht ongegrond verklaard. Klager is van deze beslissing in hoger beroep gekomen. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8019
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:137
Klacht tegen een radioloog ontvankelijk, maar kennelijk ongegrond. Na verwijzing door de neuroloog werden MRI-scans van klaagster haar hersenen gemaakt. Een collega-radioloog beoordeelde de scans en maakte daarvan een verslag. Klaagster had bedenkingen bij de beoordeling van de MRI-scan. Zij vermoedde neuroborreliose (ziekte van Lyme). Na een gesprek met de collega-radioloog en een collega-neuroradioloog werd het verslag niet aangepast. De klachtonderdelen zien niet op door verweerder aan klaagster verleende zorg binnen een behandelrelatie, maar op zijn handelen rondom de bespreking van de MRI-scan en de klachtafhandeling als afdelingshoofd. Het handelen van beroepsbeoefenaren in een leidinggevende functie kan in deze casus op grond van de tweede tuchtnorm tuchtrechtelijk worden beoordeeld. Hoewel verweerder als afdelingshoofd wel verantwoordelijk is voor het goed functioneren van de afdeling op medisch-inhoudelijk gebied, gaat deze verantwoordelijkheid niet zo ver dat verweerder in een individueel geval op eigen initiatief een MRI-scan opnieuw zou moeten beoordelen, nader onderzoek/ nadere informatie had moeten opvragen of een verslag had moeten aanpassen. Verder is niet gebleken dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-476/DB/OB/D
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:150
Schrapping wegens het jarenlang en op zeer grote schaal misbruik maken van het systeem van gesubsidieerde rechtsbijstand en het vervalsen van vonnissen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:217 Hof van Discipline 's Gravenhage 240266
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:217
Het betreft een klacht over verweerder die door de raad deels gegrond is verklaard. De raad heeft geoordeeld dat verweerder niet helder is geweest in het maken van financiële afspraken en dat klager in de veronderstelling was gebracht dat zijn zaak door verweerder was aangenomen. De raad heeft aan verweerder de maatregel van waarschuwing opgelegd. Verweerder is van deze beslissing in hoger beroep gekomen. Het hof breidt de klacht van de raad op klachtonderdeel a) uit en verklaart klachtonderdeel a) gegrond. Net als de raad verklaart het hof klachtonderdeel b) ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:138 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8020
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:138
Klacht tegen een radioloog ontvankelijk, maar kennelijk ongegrond. Na verwijzing door de neuroloog werden MRI-scans van klaagster haar hersenen gemaakt. Een collega-radioloog beoordeelde de scans en maakte daarvan een verslag. Klaagster had bedenkingen ten aanzien van de verslaglegging van de MRI. Zij vermoedde neuroborreliose (ziekte van Lyme). Na een gesprek met de collega-radioloog en verweerder werd het verslag niet aangepast. De klachtonderdelen zien niet op door verweerder aan klaagster verleende zorg binnen een behandelrelatie, maar op zijn handelen binnen het klachtbemiddelingstraject als meest ervaren radioloog binnen de afdeling op het gebied van neuroradiologie. Het handelen van beroepsbeoefenaren in een leidinggevende functie kan in deze casus op grond van de tweede tuchtnorm tuchtrechtelijk worden beoordeeld. Verweerder was niet betrokken bij de beoordeling van de MRI-scan en het opstellen van het MRI-verslag, maar werd pas betrokken nadat klaagster een klacht had ingediend. De verantwoordelijkheid van verweerder als expert bij het klachtbemiddelingsgesprek niet zo ver dat hij op eigen initiatief de MRI-scan van klaagster opnieuw zou moeten beoordelen, nader onderzoek/ nadere informatie had moeten opvragen of een verslag had moeten aanpassen.
-
ECLI:NL:TADRARL:2025:237 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-942/AL/GLD
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRARL:2025:237
Verzetbeslissing. De raad verklaart het verzet van klaagster ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2025:151 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 25-242/DB/LI
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TADRSHE:2025:151
Raadsbeslissing. Klacht van het (vermeend) slachtoffer over de advocaat van de verdachte. Vrijheid van meningsuiting in een strafrechtelijke procedure. Verweerder heeft de aan hem toekomende ruime vrijheid niet overschreden. Niet gebleken van een evident kansloos verweer. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:218 Hof van Discipline 's Gravenhage 250270
- Datum publicatie: 04-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:218
Verzoek tot aanwijzing van advocaat ex artikel 13 Advocatenwet afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:177 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2615
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:177
Klacht tegen een verzekeringsarts. Het Regionaal Tuchtcollege is bij de beoordeling van de klacht uitgegaan van het conceptrapport inclusief medisch inhoudelijke onderbouwing. Klaagster beschikte niet over deze versie van het rapport en heeft hier in de procedure bij het Regionaal Tuchtcollege niet op kunnen reageren. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en wijst de zaak terug.
-
ECLI:NL:TACAKN:2025:68 Accountantskamer Zwolle 25/2046 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TACAKN:2025:68
Kennelijk ongegronde klacht. De voorzitter overweegt dat het gelet op het gemotiveerde verweer van betrokkene op de weg van klager lag om zijn verwijten nader te onderbouwen. Klager heeft dat niet gedaan, ondanks dat hij daarvoor wel de gelegenheid heeft gehad. Klager mocht immers een schriftelijke repliek indienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Omdat een nadere onderbouwing ontbreekt, moet worden geoordeeld dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat betrokkene tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:200 Raad van Discipline Amsterdam 25-524/A/A 25-525/A/A
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:200
Raadsbeslissing; klacht over de dienstverlening door de eigen advocaten. De zaak is behartigd met de zorgvuldigheid die van een behoorlijk advocaat mag worden verwacht. De kosten die in rekening zijn gebracht kwalificeren, afgezet tegen de verrichte werkzaamheden, niet als excessief. Verweerder is wel klachtwaardig tekortgeschoten in zijn informatieplicht (gedragsregel 16). De raad mist een overzicht van de mogelijke juridische stappen, een advisering over de daarbij behorende kansen en risico’s en een inschatting van de daaraan verbonden kosten. De klacht hierover is gegrond. Aan verweerder is een waarschuwing met kostenveroordeling opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:178 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2669
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:178
Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klagers, de tweelingzus en zwager van de overleden patiënte, dienen een klacht in tegen verweerster, de arts die betrokken was bij de zorg van patiënte. Ze beschuldigen haar van het actief beëindigen van het leven van patiënte, het volgen van de wensen van de echtgenoot zonder eigen medische verantwoordelijkheid, en het niet geven informatie. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege verklaart klagers niet ontvankelijk in hun klacht namens de patiënte. De echtgenoot en zoon van patiënte staan niet achter de klacht en de echtgenoot vertegenwoordigt in beginsel de wil van patiënte. De eigen klachten van klagers zijn deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond. De voorzitter heeft er begrip voor dat klagers hebben geleden onder het stervensproces van hun (schoon)zus maar de klacht die daarover gaat heeft geen betrekking op een handelen of nalaten tegenover klagers zelf op het gebied van het individuele gezondheidsrecht. Voorts acht de voorzitter het een juiste handelwijze dat verweerster haar informatieverplichtingen jegens de echtgenoot nakwam. Patiënte was niet meer wilsbekwaam en dan dienen op grond van de wet de verplichtingen jegens de echtgenoot te worden nagekomen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klagers niet-ontvankelijk in hun klacht namens patiënte en verklaart de eigen klachten van klagers deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:201 Raad van Discipline Amsterdam 25-330/A/NH
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:201
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2797
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 03-11-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:179
Ongegrond klacht tegen een verzekeringsarts. De klacht gaat over het door de verzekeringsarts verrichte onderzoek naar aanleiding van een aanvraag van de gemeente om een advies medische urenbeperking. Klager had één spreekuurcontact met de verzekeringsarts. De verzekeringsarts maakte naar aanleiding van dit contact een verzekeringsgeneeskundige rapportage waarin hij concludeerde dat er geen reden was om een medische urenbeperking bij klager aan te nemen. Klager is het daar niet mee eens. Hij verwijt de verzekeringsarts onder andere dat hij niet tot die conclusie had mogen komen en geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met deze beslissing en verwerpt het beroep van klager.
-
ECLI:NL:TAHVD:2025:214 Hof van Discipline 's Gravenhage 250082
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 31-10-2025
- ECLI:NL:TAHVD:2025:214
Klager klaagt over het feit dat verweerder niet transparant zou zijn geweest over de hoedanigheid waarin verweerder is opgetreden. De klacht houdt verder in dat verweerder in zijn communicatie met de curator in strijd met de waarheid heeft verklaard. De raad heeft over het eerste klachtonderdeel overwogen dat verweerder wel in strijd met de letter van gedragsregel 9 heeft gehandeld, maar dat zijn handelen niet onbetamelijk was als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet en het daarom niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De raad heeft dit klachtonderdeel dan ook – net als het tweede klachtonderdeel – ongegrond verklaard. Het hof bekrachtigt de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2025:202 Raad van Discipline Amsterdam 25-651/A/A
- Datum publicatie: 03-11-2025
- Datum uitspraak: 27-10-2025
- ECLI:NL:TADRAMS:2025:202
Voorzittersbeslissing; klacht over de advocaat wederpartij in een familierechtzaak kennelijk ongegrond; verweerder hoeft als partijdig belangenbehartiger niet op alle berichten van de wederpartij te reageren als dat volgens hem en zijn cliënte niets meer bijdraagt aan het reeds gevoerde overleg. Voor het overige heeft klager zijn verwijten tegenover het gemotiveerde verweer van verweerder onvoldoende onderbouwd.
- Pagina: 1
- Pagina: 2
- ...
- Pagina: 918
- Volgende pagina zoekresultaten