Zoekresultaten 14351-14360 van de 45223 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:220 Raad van Discipline Amsterdam 19-699/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder mocht er vanuit gaan dat klager niet aan de sommatie tot betaling zou voldoen en mocht in het belang van zijn cliënte de voorzieningenrechter vragen verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag en klager in rechte betrekken. Het is niet aan de tuchtrechter om te oordelen over de vraag wie als opdrachtnemer moet worden aangemerkt noch over de hoogte van de vordering. Dat is voorbehouden aan de civiele rechter.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:214 Raad van Discipline Amsterdam 19-298/A/A

    Klacht over advocaat wederpartij ongegrond. Het aandeel van verweerder in het geheel is te klein geweest om sprake te kunnen laten zijn van een actief meewerken door hem aan het pogen om een rechtsgevolg te bewerkstelligen. Hierbij is van belang dat verweerder pas de avond voor de aandeelhoudersvergadering, ter vervanging van een kantoorgenoot die verhinderd was, werd ingeschakeld. Het valt niet aan verweerder te verwijten dat zijn cliënt in weerwil van zijn advies de aandeelhoudersvergadering heeft voortgezet en niet heeft willen wachten. Niet is gebleken dat verweerder in dit concrete geval meer had kunnen doen om zijn cliënt te bewegen een minnelijke regeling te treffen. Ook is niet gebleken dat verweerder zijn wederpartij rechtstreeks heeft benaderd. Klager stelt dat verweerder heeft gepoogd klager en zijn kantoorgenoot buiten te sluiten, maar op die situatie ziet gedragsregel 25 niet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:221 Raad van Discipline Amsterdam 19-682/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder heeft zijn werkzaamheden bij klager in rekening mogen brengen nadat de aanvraag om een toevoeging was afgewezen. Verweerder heeft voorts, conform opdrachtbevestiging, het eerste half uur van het intakegesprek niet bij klager in rekening gebracht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:215 Raad van Discipline Amsterdam 19-575/A/A

    Gegronde klacht. Verweerder was in eerste instantie adviseur van klager, W en hun vennootschap. Verweerder had voordat hij W in september 2017 ging adviseren een afweging moeten maken over zijn rol in deze kwestie en de mogelijke tegenstrijdige belangen van klager en W. Verweerder had W daarom voor advies over een ontvlechting moeten verwijzen naar een derde. Verweerder had bovendien moeten voorkomen dat onduidelijkheid zou ontstaan over zijn rol als advocaat dan wel jurist, over waar hij werkzaam was en over wiens advocaat hij was. Verweerder diende vooraf een afweging te maken over zijn hoedanigheid en een mogelijke belangenverstrengeling. Verweerder heeft voorts niet weersproken dat de aandeelhoudersovereenkomst voor klager ongunstige bepalingen bevatte, zodat de klacht ook op dat punt gegrond is. Gelet op de aard en ernst van de gedraging, de erkenning door verweerder, zijn houding ter zitting en omdat niet is gebleken dat verweerder misbruik heeft gemaakt van de informatie waarover hij beschikte, is de raad van oordeel dat kan worden volstaan met de maatregel van waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:222 Raad van Discipline Amsterdam 19-610/A/A

    Klacht over Gedragsregel 25 gegrond. Gelet op de specifieke omstandigheden van het geval legt de raad aan verweerder geen maatregel op.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:216 Raad van Discipline Amsterdam 19-581/A/A

    Klacht over eigen advocaat gedeeltelijk gegrond. Verweerster heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting en heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door aan de gemachtigde van klager mede te delen dat klager nog een openstaande nota had bij haar kantoor. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de dagvaarding en de akte na comparitie eerst aan klager in concept heeft voorgelegd, zoals zij wel behoort te doen, zodat de klacht op dat onderdeel gegrond zal worden verklaard. Omdat aan verweerster ter zake hetzelfde feitencomplex door de raad reeds een waarschuwing is opgelegd in de eerder door klager tegen haar aangespannen klachtprocedure die door het hof is bekrachtigd, ziet de raad geen aanleiding om een aanvullende maatregel op te leggen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:223 Raad van Discipline Amsterdam 19-282/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:217 Raad van Discipline Amsterdam 19-306/A/NH

    Klacht over de eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:229 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/418

    Klagers verwijten verweerster, huisarts, dat zij na de dood van hun moeder een onjuiste overlijdensakte heeft opgesteld en heeft geprobeerd de ware toedracht te verhullen. Ook wordt haar onder meer verweten de moeder voor haar overlijden palliatieve zorg te hebben onthouden. Verweerster voert verweer. Zij betwist de ontvankelijkheid van klagers en zegt in de nacht van het overlijden van de moeder enkel te hebben gewerkt als waarneemster voor de huisartsenpost en de moeder verder niet te hebben gekend. Ongegrond

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:182 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190081

    Klacht over eigen advocaat. De klacht houdt in dat verweerder klager onvoldoende heeft geïnformeerd over de correspondentie met de wederpartij en in strijd met de opdracht heeft onderhandeld met de wederpartij over de schade zonder klager daarover te informeren. Het hof merkt in het kader van de maatstaf mbt de professionele standaard op dat binnen de beroepsgroep geen breed gedragen, schriftelijk vastgelegde professionele standaarden zijn geformuleerd en het hof daarom zal toetsen of verweerster heeft gehandeld met de zorgvuldigheid zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. Het hof oordeelt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door een e-mail aan de wederpartij bewust niet aan klager te sturen, omdat verweerder – juist wanneer hij een discussie met zijn cliënt verwacht over de inhoud of de strekking van een bericht aan de wederpartij – eerst afstemming met zijn cliënt moet zoeken. Een cliënt moet erop kunnen vertrouwen dat een advocaat niet eigenmachtig beslist tot het versturen van berichten die in strijd zouden kunnen zijn met de kenbaar gemaakte wensen van de cliënt. Ook het doen van een (aanzet tot een) onderhandelingsvoorstel aan de wederpartij zonder overleg met de cliënt acht het hof tuchtrechtelijk verwijtbaar, zeker nu verweerder daarbij is ingegaan op zaken die voor de cliënt onbespreekbaar waren en klager dit kort daarvoor nog had aangegeven bij verweerder. Bekrachtiging beslissing raad. Klacht gegrond. Waarschuwing.