Zoekresultaten 1-20 van de 45223 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:124 Raad van Discipline Amsterdam 24-853/A/NH

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij is gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klaagster rauwelijks te dagvaarden en een bericht van klaagster in de dagvaarding onvermeld te laten. De raad ziet echter af van het opleggen van een maatregel. Verweerder heeft ter zitting erkend dat hij niet goed heeft opgelet, dat hij het bericht van klaagster heeft gemist en dat het beter was geweest als hij hierop wel had gereageerd en dit bericht ook in de dagvaarding had vermeld. Verder heeft de raad niet kunnen vaststellen dat er als gevolg van het handelen van verweerder nodeloos een procedure moest worden gevoerd of dat het handelen van verweerder op enige andere wijze gevolgen voor klaagster heeft gehad.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8058

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat zij haar klachten niet serieus heeft genomen en tweemaal een verkeerde diagnose heeft gesteld, in juni 2024 voor klaagster geen spoedafspraak bij de neuroloog heeft gemaakt, maar instemde met een afspraak voor drie weken later en haar op een zakelijke manier heeft behandeld in september 2024 en niet heeft gevraagd hoe het met haar ging. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de huisarts de klachten van klaagster niet serieus heeft genomen. Zij heeft klaagster bij ieder consult bevraagd, lichamelijk onderzoek gedaan behorende bij de klachten waarmee klaagster op de consulten verscheen en waar nodig nader onderzoek ingesteld. Ook kan niet worden vastgesteld dat zij tweemaal een verkeerde diagnose heeft gesteld. Het college kan de huisarts volgen in haar verweer dat op het moment van verwijzen (juli 2024) geen acute of neurologische (uitvals)verschijnselen waren en dat er daarom geen indicatie voor een spoedverwijzing was. De indicatie voor de wachttijd bedroeg drie weken. Tenslotte is het college van oordeel dat niet is gesteld of gebleken dat de huisarts klaagster onheus of onprofessioneel heeft te woord gestaan. De klacht is kennelijk ongegrond in al zijn onderdelen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:125 Raad van Discipline Amsterdam 25-065/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat is ongegrond. De raad is van oordeel dat het enkele instemmend knikken door verweerder tijdens een gesprek, onvoldoende is om vast te kunnen stellen dat verweerder ook een actief aandeel heeft gehad in het aan klager verstrekte advies.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:126 Raad van Discipline Amsterdam 25-066/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening door de eigen advocaat is deels gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een dagvaardingsexploot over het hoofd te zien. Ook de hierna door het Hof aan verweerder gestuurde berichten hierover heeft verweerder gemist, waardoor hij zich niet op tijd als advocaat voor klager heeft gesteld. Verweerder heeft hiermee naar het oordeel van de raad zeer onzorgvuldig gehandeld. Alhoewel verweerder zijn fout ter zitting heeft erkend, heeft hij naar het oordeel van de raad geen inzicht getoond in de hoge mate van verwijtbaarheid van zijn handelen. Dit alles bij elkaar genomen, maakt dat de raad de oplegging van de maatregel van een berisping passend vindt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:127 Raad van Discipline Amsterdam 25-145/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij is gegrond. Verweerder heeft de in zijn processtukken opgenomen uitlatingen over klager onvoldoende geverifieerd. Gelet op de ernst van deze uitlatingen en de context van het familierechtelijk geschil waarbinnen deze door verweerder zijn gedaan, had verweerder deze uitlatingen niet zomaar mogen doen en dit valt hem tuchtrechtelijk te verwijten. De raad acht de oplegging van een maatregel in de vorm van een waarschuwing passend.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:128 Raad van Discipline Amsterdam 25-186/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van dienstverlening van de advocaat is in alle klachtonderdelen ongegrond. De raad is van oordeel dat op geen enkele wijze door klagers de indruk is gewekt dat de gekozen processtrategie klagers niet beviel, dat zij hier niet mee instemden of dat zij niet wisten wat de kansen en risico’s daarvan voor hen waren. Er is dan ook niet gebleken dat verweerster niet zou hebben gehandeld met de zorgvuldigheid die van haar in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:134 Hof van Discipline 's Gravenhage 240232

    Beslissing op grond van artikel 46c lid 5 Advocatenwet. Het hof gaat niet over tot verwijzing omdat niet gebleken is dat de deken de door klager tegen zijn (voormalig) advocaat ingediende klacht niet conform de Advocatenwet heeft afgehandeld. Daarnaast is niet duidelijk is geworden wat de (verdere) concrete klachten van klager tegen de deken zijn.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7682

    Deels gegronde klacht tegen een huisarts, waarschuwing en kostenveroordeling. Verzoek behandeling achter gesloten deuren afgewezen. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat zij klaagster – ten onrechte en zonder haar toestemming – heeft doorverwezen voor behandeling van psychische klachten. Voorts verwijt klaagster de huisarts dat zij – zonder toestemming van klaagster en zonder haar te informeren – contact met derden over klaagster opnam en daarmee haar medisch beroepsgeheim heeft geschonden. De huisarts heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Het college is van oordeel dat er sprake is van een gegronde klacht inzake de klachtonderdelen b) geen toestemming voor verwijzen en d) schending van het beroepsgeheim. Ten aanzien van de maatregel is het college is van oordeel dat kan worden volstaan met de maatregel van waarschuwing. Daarbij speelt onder meer een rol dat de huisarts heeft verklaard zich te realiseren dat zij toestemming had moeten vragen aan klaagster en eerder haar excuses heeft aangeboden voor het opnemen van contact met de ex-partner van klaagster zonder haar toestemming. Deels gegronde klacht, waarschuwing, publicatie in het algemeen belang en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:122 Raad van Discipline Amsterdam 25-369/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat wederpartij. Van onterechte beschuldigingen aan het adres van klager is geen sprake. Verweerster mocht afgaan op de informatie die haar cliënte haar had verstrekt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:135 Hof van Discipline 's Gravenhage 240193

    Beslissing op grond van artikel 46c lid 5 Advocatenwet. Het hof gaat niet over tot verwijzing omdat niet duidelijk is geworden wat de concrete klachten van klager tegen de deken zijn.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7952

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat aan hem medische zorg is geweigerd in verband met klachten aan zijn kleine teen en een door klager gewenste doorverwijzing naar een KNO-arts. De huisarts heeft het college verzocht klager niet-ontvankelijk te verklaren en de klacht dus niet inhoudelijk te behandelen. De huisarts brengt naar voren dat hij bij de zorg aan de kleine teen niet persoonlijk betrokken is geweest. In de tweede plaats meent de huisarts dat klager met betrekking tot de klacht over de niet-verwijzing naar een KNO-arts misbruik maakt van het tuchtrecht. Het college komt tot het oordeel dat dit ontvankelijkheidsverweer niet slaagt en behandelt de klacht daarom inhoudelijk. Het college is van oordeel dat beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn. Kennelijk ongegronde klacht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:123 Raad van Discipline Amsterdam 25-367/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over het handelen van een advocaat in de hoedanigheid van deken. Het is de voorzitter niet gebleken dat verweerster zich bij de vervulling van haar functie als deken zodanig heeft gedragen dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. De klacht is kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TNORARL:2025:24 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/440837 / KL RK 24-132

    Klaagster verwijt de notaris dat zij niet de benodigde zorgvuldigheid heeft betracht die van haar mag worden gevergd inzake de afwikkeling van de nalatenschap van haar vader. De notaris heeft zich heeft als boedelnotaris gedragen en daarmee buiten haar bevoegdheid gehandeld. De familieverhoudingen zijn door het (gebrek aan) handelen van de notaris verstoord. De kamer is van oordeel dat de notaris geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2025:121 Raad van Discipline Amsterdam 25-382/A/A

    Raadsbeslissing; de raad heeft het verzoek om opheffing van de op grond van artikel 60b Advocatenwet opgelegde schorsing toegewezen. De raad heeft het bijkomend verzoek de schorsingsbeslissing niet meer zichtbaar te maken op de website (www.tuchtrecht.overheid.nl) is afgewezen. Nog afgezien van het feit dat een wettelijke grondslag hiervoor in de Advocatenwet ontbreekt, geldt bovendien dat de openbaarheid van (tucht)rechtspraak een fundamenteel principe in Nederland is. Dit principe is vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 121 van de Grondwet. Naar het oordeel van de raad prevaleert het belang van een transparante en openbare (tucht)rechtspraak boven het belang om verschoond te blijven van eventuele negatieve gevolgen van een uitspraak, die ondanks dat die geanonimiseerd is, (mogelijk) tot de persoon van de advocaat herleidbaar is.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:130 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-894/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager onder druk te zetten door te schrijven dat het recht om “in gesprek te gaan met een journalist over deze kwestie alsook de mogelijkheid om één of meerdere banken of hypotheekverstrekkers uitvoerig in te lichten” uitdrukkelijk wordt voorbehouden. Klacht voor het overige ongegrond. Maatregelverweer slaagt niet: er zijn geen bijzondere omstandigheden om geheel af te zien van het opleggen van een maatregel. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:137 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-745/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2548

    Klacht tegen een directeur behandelzaken/klinisch psycholoog. Klaagster is in 2021 als minderjarige vanwege psychische klachten vrijwillig opgenomen in een GGZ-instelling. Verweerster is klinisch psycholoog/psychotherapeut en directeur behandelzaken van de GGZ-instelling. Nadat zich eind 2021 een incident heeft voorgedaan, heeft de GGZ-instelling tegen klaagster aangifte van zware mishandeling gedaan en is klaagster aangehouden. De pleegvaders van klaagsters verwijten de directeur behandelzaken/klinisch psycholoog namens klaagster dat zij als directeur behandelzaken ten aanzien van het ontslag van klaagster onzorgvuldig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2025:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2025/7998

    Klacht van de inspectie tegen verpleegkundige gegrond. Schorsing van twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Bijzondere voorwaarden. De verpleegkundige wordt verweten dat zij seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld en medische informatie over patiënten met een derde heeft gedeeld. Het college oordeelt dat de verpleegkundige seksueel grensoverschrijdend heeft gehandeld door tijdens de afkoelingsperiode een seksuele relatie aan te gaan met een voormalig patiënt. Ook heeft de verpleegkundige haar beroepsgeheim geschonden. Er was geen situatie op grond waarvan zij haar beroepsgeheim mocht doorbreken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:131 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-910/DH/RO

    Raadsbeslissing. Geen sprake van ne bis in idem. Verweerster heeft een vaststellingsovereenkomst ingebracht waarop een geheimhoudingsbeding rust. Zij had daarmee redelijkerwijs bekend moeten zijn. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2025:121 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2025/2702 en C2025/2703

    Klacht tegen een fysiotherapeut. Klaagster is in twaalf consulten over een periode van ruim drie maanden door de fysiotherapeut in de nek gemanipuleerd (gekraakt). De klacht omvat zeven onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege komt tot het oordeel dat de klacht op twee onderdelen gegrond is: er was geen informed consent en verweerder is te lang doorgegaan met dezelfde behandeling. Het Regionaal Tuchtcollege legt aan de fysiotherapeut de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt, onder bespreking van de informed consent over de behandeling van klaagster, zowel het beroep van klaagster als het beroep van de fysiotherapeut.