Zoekresultaten 2221-2240 van de 2274 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:118 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-225/DB/LI
- Datum publicatie: 19-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:118
Raadsbeslissing. Tussen klaagster en verweerder bestaat geen cliënt-advocaatrelatie. Verweerder heeft zich als kantoorverantwoordelijke opgeworpen om klaagster te woord te staan nadat andere advocaten binnen het kantoor de werkzaamheden hadden neergelegd. Verweerder kan geen verwijt worden gemaakt over de inhoudelijke bijstand en het gebrek aan communicatie van het kantoor aan klaagster. De verwijten ten aanzien van de klachtenfunctionaris slagen evenmin, omdat verweerder niet de klachtenfunctionaris is. Klachten in zoverre ongegrond. Wel had verweerder klaagster in het ongewisse gelaten over de verdere afhandeling van haar verzoek om de kwestie te melden bij diens beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar. Vaststaat dat de aansprakelijkstelling niet is gemeld. De raad legt een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:192 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-363/AL/OV
- Datum publicatie: 19-08-2024
- Datum uitspraak: 19-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:192
Voorzittersbeslissing. De voorzitter is van oordeel dat het verweerster vrij stond om de zaak van klaagster niet aan te nemen. Kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:180 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6739
- Datum publicatie: 16-08-2024
- Datum uitspraak: 16-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:180
Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. De gynaecoloog heeft klaagster behandeld vanwege prolapsklachten. In 2018 heeft de gynaecoloog klaagster geopereerd middels een uterusextirpatie en een voor- en achterwandplastiek. Klaagster is niet tevreden over de behandeling en over de bejegening door de gynaecoloog, en heeft hierover – samengevat – negen klachtonderdelen ingediend. Het college is van oordeel dat alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6960
- Datum publicatie: 16-08-2024
- Datum uitspraak: 05-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:96
Klacht tegen huisarts kennelijk niet-ontvankelijk. Klager verwijt huisarts in een aangifte medische informatie te hebben gedeeld en daarmee zijn beroepsgeheim te hebben geschonden. De voorzitter is van oordeel dat sprake is van ne bis in idem nu in Z2022/5187 hetzelfde feitencomplex is beoordeeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6803
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:94
Klacht tegen een traumachirurg kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een auto-ongeval gehad en belandde op de spoedeisende hulp. Zij is diezelfde avond ontslagen uit het ziekenhuis. Later bleek dat haar heiligbeen gebroken was. De traumachirurg heeft klaagster gesproken nadat zij pijnklachten bleef houden en door de dokter werd doorverwezen naar het ziekenhuis. Klaagster verwijt de traumachirurg dat hij laconieke nazorg heeft geleverd.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6675
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:95
Klacht tegen specialist ouderengeneeskunde kennelijk ongegrond. Na verwijzing door de huisarts heeft de specialist ouderengeneeskunde een huisbezoek afgelegd bij klager en zijn moeder, die hij verzorgde. Hierna heeft zij een multidisciplinair overleg (MDO) gepland met verschillende betrokken zorgverleners. Geconcludeerd werd dat opname in een 24-uurs setting noodzakelijk was. De moeder van klager is uiteindelijk na een Rechterlijke Machtiging opgenomen. Zij is binnen enkele maanden na haar opname overleden. Klager vindt dat de specialist ouderengeneeskunde de fysieke klachten van zijn moeder niet serieus heeft genomen en ten onrechte heeft gezegd dat klager ontkende dat zijn moeder aan de ziekte van Alzheimer leed. Ook verwijt klager de specialist ouderengeneeskunde dat zij heeft geweigerd filmmateriaal te bekijken waaruit bleek dat moeder veel helderder van geest was, als zij niet ziek was.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:189 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-238/AL/MN
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 12-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:189
Raadbeslissing. Verweerder heeft in zijn stukken een bestuurslid van een vereniging analfabeet genoemd. Die kwalificatie, en hetgeen daarbij verder is vermeld, is naar het oordeel van de raad volstrekt onnodig nu dit niets toevoegt aan de zaak als zodanig en de raad kan zich goed voorstellen dat de gekozen bewoordingen als grievend zijn ervaren. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij de-escalerend optreedt en algemene fatsoensnormen in acht neemt. Klachtonderdeel gegrond. Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:190 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-253/AL/GLD
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 12-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:190
Verweerster is de patroon van de advocaat die een curator in een faillissement als advocaat bijstond. De curator zijn diverse tuchtrechtelijke verwijten gemaakt die (deels) ook diens advocaat worden verweten en ook verweerster als patroon van de advocaat. Tegen zowel de curator, diens advocaat als de patroon van de advocaat is een tuchtrechtelijke procedure gestart. De raad overweegt dat de klachtonderdelen in de zaak tegen verweerster identiek zijn aan die tegen de advocaat waarvan verweerster de patroon is. De onderbouwing van die klacht is enkel dat verweerster patroon van de advocaat is. Reeds geoordeeld is dat de advocaat geen tuchtrechtelijk verwijt treft. Daarmee heeft ook haar patroon niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Verder overweegt het de raad nog het volgende dat de advocaat een faillissementscurator bijstond die ook zelf advocaat is. Bovendien houdt de rechter-commissaris toezicht op het beheer van de curator en de curator is aan de rechter-commissaris verantwoording verschuldigd. Door ook de patroon van de advocaat van de curator te betrekken in een klacht wekt klager de indruk wild om zich heen te slaan zonder redelijk belang. Dit is misbruik van het klachtrecht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:191 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-252/AL/GLD
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 12-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:191
Verweerster stond als advocaat een kantoorgenot bij die optrad als curator in een faillissement. De curator zijn diverse tuchtrechtelijke verwijten gemaakt die (deels) ook verweersters als diens advocaat worden verweten. Zowel tegen de curator als tegen verweerster als diens advocaat is een tuchtprocedure gestart. In de klachtprocedure tegen de curator heeft de raad geoordeeld dat deze niet tuchtrechtelijke verwijtbaar heeft gehandeld of anderszins het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad. Aan verweerster, als advocaat van de curator, komen niet meer verplichtingen toe dan aan de curator. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6937
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:92
Klacht tegen een supervisor kennelijk ongegrond. Verweerder is supervisor van de arts-assistent die klaagster heeft opgevangen op de spoedeisende hulp na een auto-ongeval. Klaagster is diezelfde avond ontslagen uit het ziekenhuis. Later bleek dat haar heiligbeen gebroken was. Klaagster verwijt de supervisor dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2024:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/6938
- Datum publicatie: 15-08-2024
- Datum uitspraak: 07-08-2024
- ECLI:NL:TGZRZWO:2024:93
Klacht tegen een arts-assistent kennelijk ongegrond. Klaagster heeft een auto-ongeval gehad en belandde op de spoedeisende hulp. Zij is diezelfde avond ontslagen uit het ziekenhuis. Later bleek dat haar heiligbeen gebroken was. De arts-assistent heeft haar op de spoedeisende hulp behandeld. Klaagster stelt dat zij een verkeerde diagnose heeft gesteld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:187 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-245/AL/GLD
- Datum publicatie: 14-08-2024
- Datum uitspraak: 12-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:187
Raadbeslissing. Dat verweerder de opdracht niet zorgvuldig zou hebben uitgevoerd is de raad niet gebleken en is daarmee niet komen vast te staan. Verweerder heeft ook niet in strijd gehandeld met de bewaarplicht. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:188 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-251/AL/GLD
- Datum publicatie: 14-08-2024
- Datum uitspraak: 12-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:188
Raadbeslissing. Verweerder heeft als curator opgetreden in een faillissement. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline blijft het advocatentuchtrecht gelden ook voor een advocaat die in een andere hoedanigheid optreedt . Voor een advocaat die optreedt als curator geldt voorts dat de rechter-commissaris toezicht houdt op het beheer en de vereffening van de failliete boedel door de curator en dat de curator aan deze rechter-commissaris verantwoording verschuldigd is. De wet geeft in artikel 69 Fw aan crediteuren de mogelijkheid om schriftelijk een klacht in te dienen bij de rechter-commissaris over het optreden van de curator bij het beheer en de afwikkeling van de failliete boedel. Verweerder heeft in deze zaak niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld of anderszins het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:186 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-439/ AL/GLD
- Datum publicatie: 14-08-2024
- Datum uitspraak: 12-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:186
De voorzitter verklaart een klacht over de (voormalig) advocaat van klaagster deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn en deels kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:179 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7224
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 08-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:179
Voorzittersbeslissing kennelijk onbevoegd. Nu de klacht betrekking heeft op het handelen in D van een destijds ook in D wonende arts, is geen van beide criteria die bevoegdheid creëren voor een regionaal tuchtcollege van toepassing. Het regionaal tuchtcollege Amsterdam is kennelijk onbevoegd.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2024:115 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-470/DB/OB
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 13-08-2024
- ECLI:NL:TADRSHE:2024:115
Voorzittersbeslissing. Verweerder was niet verplicht op klaagster te reageren. Zijn cliënt heeft hem dat kennelijk ook opgedragen. Klaagster meende een vordering te hebben op de cliënt en kon dan ook eventuele rechtsmaatregelen nemen, ongeacht of verweerder al dan niet reageerde. Niet gebleken dat klaagsters belangen onevenredig zijn geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TSCTS:2024:9 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2024-09 (2023.V14-MUNTGRACHT)
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 09-08-2024
- ECLI:NL:TSCTS:2024:9
Op 10 oktober 2022 heeft het Nederlandse vrachtschip, genaamd de Muntgracht, bij het aanlopen van de haven van Darwin, Australië, een boei geraakt. Daarbij is de boei klem komen te zitten tussen de scheepsromp en het roer. Het schip heeft de boei, inclusief ketting en betonblok, meegesleept naar de afmeerlocatie in de haven. De tijd tussen de aanvaring en het afmeren bedroeg ruim twee uur. In deze tijd heeft de kapitein alleen gemerkt dat het schip 1 à 1,5 knoop langzamer voer dan gebruikelijk. Pas toen de bemanning met behulp van een monkeyladder de buitenzijde van het achterschip ging inspecteren, is de boei ontdekt.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:177 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6912
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 13-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:177
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. Klager kan zich niet vinden in de inhoud van een door de internist opgestelde en aan de huisarts verzonden brief. Hij wil dat het college bevestigt dat de internist een bepaald punt fout heeft opgeschreven en dat het college uitspreekt dat de internist verplicht is om de brief aan te passen zoals door klager gewenst.Het college oordeelt dat de internist niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Daarvoor is redengevend dat het aan de internist als professioneel arts zelf is om de inhoud van de correspondentie aan de huisarts te bepalen, een en ander behoudens evidente fouten die op verzoek kunnen worden gecorrigeerd. Dat er in dit geval sprake is van een evidente fout is het college evenwel niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2024:178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5817
- Datum publicatie: 13-08-2024
- Datum uitspraak: 13-08-2024
- ECLI:NL:TGZRAMS:2024:178
Kennelijk ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. Klager is door de anesthesioloog gezien vanwege een geplande caudale infiltratie. Deze ingreep is voortijdig afgebroken, omdat klager pijnklachten kreeg tijdens het aanprikken van de huid voor het geven van de huidverdoving. Klager verwijt de anesthesioloog onder andere dat hij de pijnbehandeling onjuist heeft uitgevoerd en zonder toestemming heeft afgebroken.Vast staat dat de daadwerkelijke verdere uitvoering van de behandeling niet heeft plaatsgevonden, omdat klager al bij het aanprikken van de huid pijnklachten ervoer. Volgens klager heeft de anesthesioloog daarop gevraagd of hij even wilde pauzeren. De anesthesioloog stelt daartegenover dat hij klager heeft gevraagd of hij wilde dat hij zou stoppen met de behandeling, waarop klager bevestigend antwoordde. De anesthesioloog vermeldt dat onder andere in de specialistenbrief aan de huisarts en noteert ook in het medisch dossier dat klager zelf contact op zou nemen als hij een nieuwe afspraak wilde. De anesthesioloog heeft bij zijn verweerschrift verslagen gevoegd, die (onder andere) door de doktersassistente en radiologielaborante die bij de behandeling aanwezig waren, zijn opgesteld. Uit die verslagen volgt dat klager ook in hun beleving wenste te stoppen met de behandeling, toen de anesthesioloog hem dat vroeg. Daaruit maakt het college op dat de anesthesioloog erop mocht vertrouwen dat klager de behandeling op dat moment wenste te beëindigen. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2024:183 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-782/AL/MN
- Datum publicatie: 12-08-2024
- Datum uitspraak: 12-08-2024
- ECLI:NL:TADRARL:2024:183
Verzetbeslissing. De voorzitter heeft de juiste maatstaf is toegepast en met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval rekening gehouden. Verweerder had in 2016 al kunnen constateren dat er een verschil zat tussen de verschillende kosten. Als hij meende dat sprake was van onregelmatigheden had hij toen al kunnen en moeten klagen. Dat heeft hij niet gedaan. Door pas in 2023 te klagen was klager te laat, zoals ook de voorzitter heeft geoordeeld. Verzet ongegrond.