Zoekresultaten 33631-33640 van de 45223 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1392

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12144a

    Klaagster verwijt verweerder, revalidatie-arts, dat hij haar onheus bejegend heeft, een onjuiste diagnose heeft gesteld en deze ook doorgegeven heeft aan het CBR. Tevens verwijt klaagster verweerder dat hij haar onder druk heeft gezet om medicatie in te nemen en haar gediscrimineerd heeft door klaagster alleen op haar kamer te laten eten. Als laatste verwijt klaagster verweerder dat hij haar te vroeg naar huis ontslagen heeft uit de revalidatiekliniek. Het college acht alle klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12144c

    Klaagster verwijt verweerder, psychiater, dat hij bij haar zieltjes aan het winnen was omdat hij geen patienten had, haar onjuiste medicatie voorschreef en haar dwong om deze in te nemen. Tevens verwijt klaagster verweerder dat hij een onjuiste diagnose heeft doorgegeven aan het CBR. Het college acht alle klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2013:1 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 49/12

    Tegen door wederpartij in procedure gevraagde ingangsdatum van alimentatieverplichting dient expliciet verweer te worden gevoerd. Dat kan niet indirect worden afgeleid uit een ter terechtzitting ingenomen standpunt. Tegen beschikking houdende voorlopige voorzieningen staat geen hoger beroep open. Geen verwijt aan het adres van de advocaat als deze geen hoger beroep instelt tegen een dergelijke beschikking. Klacht deels gegrond, deel ongegrond. Enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:76 Raad van Discipline Arnhem 13-44

    Verweerders hebben onvoldoende zorgvuldig de belangen van hun cliënte behartigd, door de minst voor de hand liggende oplossingrichting te kiezen, de cliënte niet naar een andere advocaat door te verwijzen en onvoldoende voortvarendheid te betrachten.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:70 Raad van Discipline Arnhem 13-88

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen deken. Het verwijt dat verweerder geen nader onderzoek zou hebben ingesteld naar aanleiding van klachten die klager tegen zijn voormalige advocaten heeft ingediend, is niet terecht. Uit het aan de voorzitter ter beschikking staande dossier, blijkt het tegendeel. Ook stond het verweerder vrij te onderzoeken of een regeling tot de mogelijkheden behoorde. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:77 Raad van Discipline Arnhem 12-54a

    Verweerder heeft als deken onvoldoende zorggedragen voor de voortgang van het onderzoek van de klacht van klager, welk onderzoek aan een lid van de Raad van Toezicht was gedelegeerd. In zoverre is de klacht gegrond. Verweerder geniet als deken grote mate van vrijheid met betrekking tot de manier waarop hij het onderzoek naar de klacht inricht. Het pas in een laat stadium melden van een kantoorbezoek dat naar aanleiding van de oorspronkelijke klacht heeft plaatsgevonden is niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:71 Raad van Discipline Arnhem 13-219

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Een advocaat is niet verplicht tegen zijn eigen visie in bijstand te verlenen, ook niet als de advocaat in eerste instantie positief had geadviseerd over de kansen in een procedure. De klacht dat verweerder bij aanvang bij vergissing € 2,- te veel in rekening had gebracht, is van onvoldoende gewicht. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:78 Raad van Discipline Arnhem 13-217

    Voorzittersbeslissing. Verweerder was niet verplicht om de familie na het overlijden van zijn cliënt bij te staan. Een advocaat mag in beginsel zelfs geen zaken aannemen die hij kansloos acht. Aan het dossier valt niet te zien in welk opzicht verweerder tegenover klaagster is tekortgeschoten. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2013:72 Raad van Discipline Arnhem 13-77

    Tussenbeslissing. Klacht van vennoot tegen medevennoot. Klacht is ontvankelijk. Als in een samenwerkingsverband de ene advocaat de andere doelbewust al dan niet door malversaties ernstig tekort doet (en dat is het kernpunt van de klacht) dan is dat tuchtrechtelijk van belang want een betamelijk handelend advocaat behoort dat achterwege te laten. Dat betekent dat de raad de stellingen van klager op hun juistheid dient na te lopen. De raad ziet aanleiding om de zaak op een later tijdstip opnieuw te behandelen, als meer duidelijkheid is verkregen in de civiele en het strafrechtelijke trajecten die klager heeft ingezet.