Zoekresultaten 32581-32590 van de 42006 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3938 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4046/12.180

    Verweerder heeft in opdracht van de rechtsbijstandsverzekeraar van klager een second opinion gegeven. Volgens de polis geldt deze als bindend tussen klager en de verzekeraar. Dit laatste heeft de verzekeraar bij het verlenen van de opdracht niet aan verweerder meegedeeld. Klager heeft bezwaar tegen de door verweerder gegeven second opinion. Verwijt dat verweerder het dossier niet heeft bestudeerd en het oordeel van de voormalige advocaat van klager, inhoudende dat de vordering van klager geen redelijke kans van succes had, heeft overgenomen. De klacht wordt getoetst aan de verplichting om zorgvuldig uitvoering te geven aan de opdracht. Niet is gebleken dat verweerder het dossier onvoldoende heeft bestudeerd dan wel anderszins onzorgvuldig te werk is gegaan bij de uitvoering van de opdracht. Het feit dat klager met een door hem zelf ingeschakelde advocaat toch de procedure met succes heeft gevoerd, heeft onder de gegeven omstandigheden geen doorslaggevende betekenis. Klacht kennelijk ongegrond. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3894 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4050/12.184

    De Raad oordeelt dat de klacht ontvankelijk is nu niet kan worden aangenomen dat verweerder door het tijdsverloop van een jaar zodanig in zijn verdediging is geschaad dat de klacht niet-ontvankelijk zou zijn.   Voor het klachtonderdeel betrekking heeft op de invloed, die naar klagers mening het gevolg is van de reputatie van het kantoor van verweerder, op de oordeelsvorming van de rechterlijke macht over door verweerder namens de Staat aangevoerde stellingen, zien deze verwijten op de rechterlijke macht en niet op de handelwijze van verweerder, zodat dit verwijt niet door de tuchtrechter kan worden getoetst. Overigens gelden voor verweerder geen andere tuchtrechtelijke maatstaven dan die welke voor iedere andere advocaat gelden.   De advocaat heeft als advocaat van de wederpartij een ruime vrijheid om de belangen van zijn cliënte te behartigen.   Voor zover de klacht van klager betrekking heeft op klagers stelling dat verweerder zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten, wordt voorop gesteld dat verweerder als advocaat van klagers wederpartij vrij staat het standpunt van zijn cliënt naar voren te brengen. Klager heeft dit klachtonderdeel niet althans onvoldoende gesubstantieerd, zodat niet kan worden vastgesteld dat verweerder zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten.   De klacht is deels kennlijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3856 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3951/12.85

    Of de dienstverlening kwalitatief voldeed, kan niet ten aanzien van alle onderdelen worden vastgesteld nu bij gebreke van een schriftelijke vastlegging niet kan worden vastgesteld wat door de advocaat ten aanzien van de desbetreffende onderdelen, concreet aan zijn cliënt is geadviseerd. Onzorgvuldig, klachtonderdeel gegrond. Ten aanzien van een aanzienlijk aantal onderdelen stelt de raad vast dat de juridische bijstand op onzorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Klacht ook in zoverre gegrond. Van excessief declareren is niet gebleken. Klachtonderdeel ongegrond. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3900 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3902/12.36

    Klacht dat verweerster tijdens de onderhandeling met de wederpartij buiten het van klager verkregen onderhandelingsmandaat is getreden en daardoor afspraken heeft gemaakt waarmee klager zich niet kan verenigen; voorts dat verweerster tijdens het onderhandelingsgesprek onvoldoende overleg met klager heeft gepleegd en geen bedenktijd voor klager heeft bedongen; voorts dat verweerster klager niet heeft geïnformeerd over een regeling waarin klager aanspraak zou maken op een WW-uitkering; tenslotte dat verweerster aanvankelijk meer aan klager in rekening heeft gebracht dan het bij de werkgever bedongen bedrag. De raad is van oordeel dat verweerster geen verwijt treft dat in de bespreking met de werkgever een onderhandelingsresultaat is bereikt dat afwijkt van een eerdere mail van klager. Voorts is niet aannemelijk geworden dat de zorgvuldigheid meebrengt dat verweerster, gezien het verloop van de onderhandeling, een bedenktijd voor klager had moeten bedingen. Uit e-mails van klager aan verweerster blijkt dat klager bekend was met de mogelijkheid van een regeling waarin een beëindigingsvergoeding met toepassing van de kantonrechtersformule en een WW-uitkering aan de orde komen. Verweerster treft geen verwijt dat zij klager niet voldoende heeft geïnformeerd. Naar aanleiding van een bezwaar van klager heeft verweerster haar declaratie gematigd tot het bedrag dat bij de werkgever bedongen was. Ook in zoverre is de klacht ongegrond. Klacht in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3862 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3994/12.128

    Ontijdig verzet ingesteld. Het feit dat klagers het verzet per aangetekende post hebben ingesteld, verschoont hen niet om als zij verzet instellen dat binnen de wettelijk gestelde termijn te doen. Verzet niet-ontvankelijk    

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3888 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4068/12.202

    De interventies van de advocaat in het privé leven van klager, meer in het bijzonder ten aanzien van de zorg voor zijn huisdieren, heeft een onwenselijke vorm  aangenomen, waartegen klager begrijpelijkerwijs groot bezwaar heeft. De voorzitter is echter van oordeel dat er onvoldoende aanknopingspunten met de praktijkuitoefening van de advocaat zijn om vast te stellen dat de privé gedragingen van verweerster als tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn aan te merken. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3869 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4077/12.211

    Niet kan worden vastgesteld dat verweerder bij de behartiging van de belangen van klaaagster niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt.   Het is aan een advocaat te bepalen welke juridische kwalificatie hij in het kader van een aanvraag van een toevoeging vermeldt. Op basis van de stukken kan ook niet worden vastgesteld dat de door verweerder gebezigde kwalificatie onjuist is.   De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3913 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4010/12.144

    Niet kan worden vastgesteld dat verweerder klager ten onrechte op betalende wijze heeft bijgestaan of in enig ander opzicht verwijtbaar heeft gehandeld door klager voor zijn werkzaamheden declaraties te sturen.Daarbij is van belang dat verweerder niet de beschikking heeft gekregen over de financiële gegevens van klager ten behoeve van een verzoek tot peiljaarverlegging   Uit de door partijen overgelegde stukken kan niet worden afgeleid dat klager heeft gereageerd op de aan hem verzonden aanmaningsbrieven van het door verweerder ingeschakelde incassobureau. Gelet hierop is het handelen van verweerder om zijn vordering op klager door middel van een gerechtelijke procedure te incasseren niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.   Ten behoeve van de zitting van 20 november 2009 heeft verweerder bij brief van 17 augustus 2009 klager uitgenodigd voor een bespreking bij hem op kantoor op 1 november 2009. Niet is komen vast te staan dat klager op voornoemde brief heeft gereageerd. Hetzelfde geldt ten aanzien van de brieven van verweerder aan klager van 2 en 23 september 2009. Bij brief van 11 november 2009 heeft verweerder klager er op gewezen een andere advocaat te zoeken. Dat klager zulks niet heeft gedaan, kan verweerder tuchtrechtelijk niet verweten worden. Gelet op de hiervoor geschetste gang van zaken kan niet worden vastgesteld dat verweerder zich op een onzorgvuldige wijze aan klagers zaak heeft onttrokken.   Bij gebreke van een schriftelijke machtiging heeft de deken de door klager gestelde klacht van mevrouw D. tegen verweerder niet kunnen onderzoeken. Voor het geval klager dit klachtonderdeel op persoonlijke titel heeft ingediend, is hij kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een eigen belang bij dit klachtonderdeel.   Klachten zijn deels kennelijk ongegrond deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3907 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3929/12.63

    Het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad wordt ongegrond verklaard. Niet is komen vast te staan dat verweerder gehandeld heeft in strijd met de zorg die hij ten opzichte van klaagster als advocaat had behoren te betrachten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3932 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4094/12.228

    Uit de stukken volgt dat verweerder op uitdrukkelijk en herhaald verzoek van klager de hoger beroepprocedure heeft ingetrokken. Dit had tot gevolg dat de beschikking van de rechtbank , op basis waarvan klager alimentatie moest betalen, in stand bleef. Dit gevolg kan verweerder niet (tuchtrechtelijk) worden  aangerekend.   Op een later moment heeft klager zich wederom tot verweerder gewend met het verzoek een nieuwe procedure tot nihilstelling alimentatie aanhangig te maken. Verweerder heeft ter zake onbetwist gesteld dat hij daartoe wel bereid was, maar dat klager de door de Raad voor Rechtsbijstand aan hem opgelegde eigen bijdrage niet had betaald, reden waarom verweerder zijn werkzaamheden niet ter hand heeft genomen. Gelet op deze feiten kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt dat het LBIO de opgelegde alimentatie bij klager heeft geïnd middels beslagleggingen.   De standpunten van klager en verweerder ter zake de overdracht van het dossier van klager staan haaks op elkaar staan, reden waarom de juistheid van de verwijten die klager verweerder maakt, niet worden vastgesteld.   Alle klachtonderdelen zijn door de voorzitter kennelijk ongegrond verklaard.