ECLI:NL:TADRSHE:2022:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-849/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2022:72
Datum uitspraak: 09-05-2022
Datum publicatie: 09-05-2022
Zaaknummer(s): 21-849/DB/OB
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Fouten
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetzaak. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerster zou onwaarheden hebben verkondigd door in een kort geding dagvaarding een onjuiste woonplaats van haar cliënte te noemen. De voorzitter was van oordeel dat klager zijn standpunt dat verweerster moedwillig onwaarachtig heeft verklaard over de woonplaats van haar cliënte onvoldoende heeft onderbouwd. In zijn verzetschrift herhaalt klager slechts zijn eerder ingenomen standpunten, maar voert geen gronden aan die tot een gegrond verzet kunnen leiden. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch
van 9 mei 2022

in de zaak 21-849/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 9 december 2021 op de klacht van:

klager

over:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE 

1.1 Op 1 februari 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.

1.2 Op 20 oktober 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 48|21|015K van de deken ontvangen.

1.3 Bij beslissing van 9 december 2021 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 9 december 2021 verzonden aan partijen.

1.4 Op 20 december 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 20 december 2021 ontvangen.

1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 14 maart 2022 . Daarbij was klager aanwezig. Verweerster heeft de raad per email van 9 maart 2022 bericht de zitting niet bij te zullen wonen. 

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift . De raad heeft daarnaast kennis genomen van de nagezonden stukken van klager d.d. 15 februari 2022 en 28 februari 2022 en heeft de geluidsfragmenten van 1 maart 2022 ontvangen.

2 VERZET

2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

2.2  Verweerster heeft aantoonbaar valse en verkeerde informatie verstrekt aan de rechtbank om een gunstige uitspraak te krijgen en verweerster heeft het eigen aandeel in het contact zoeken door haar cliënte met klager zwaar gebagatelliseerd.

2.3 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT 

3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING

4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; klager herhaalt immers slechts zijn eerder ingenomen standpunten. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Hij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel , voorzitter, mrs. J.D.E. van den Heuvel, M. Callemeijn, leden, bijgestaan door mr. C.M. van den Reek als griffier en uitgesproken in het openbaar op 9 mei 2022.

Griffier                                                           Voorzitter

Verzonden op: 9 mei 2022