ECLI:NL:TGZRZWO:2021:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 194/2020

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2021:106
Datum uitspraak: 03-12-2021
Datum publicatie: 06-12-2021
Zaaknummer(s): 194/2020
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht tegen psychiater. De klacht heeft betrekking op het stopzetten van medicatie. Uit bericht van de apotheek blijkt dat deze medicatie op korte termijn niet leverbaar was. Hiervan valt beklaagde geen verwijt te maken. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld door klager een volwaardig alternatief te bieden. Klacht is kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG ZWOLLE

Beslissing in raadkamer d.d. 3 december 2021 naar aanleiding van de op 28 oktober 2020 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , verblijvende te B,

bijgestaan door mr. T. Kapinga,

k l a g e r

-tegen-

C , psychiater, (destijds) werkzaam te D,

bijgestaan door mr. D. Benamari, VvAA Rechtsbijstand Utrecht,

b e k l a a g d e

  1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift;

- het verweerschrift met bijlagen;

- het proces-verbaal van het mondeling vooronderzoek, gehouden op 6 september 2021.

2.DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

De klacht heeft betrekking op de periode dat klager verbleef op de afdeling E in F. Beklaagde is hier als psychiater betrokken geweest bij de behandeling van klager tot en met 2 november 2020.

Klager gebruikte tijdens zijn verblijf in F verschillende medicijnen, waaronder Minipress in verband met nachtmerries. Sinds oktober 2020 is dit medicijn niet meer aan klager verstrekt.

De apotheker die het medicijn leverde, heeft op 1 februari 2021 een schriftelijke toelichting gegeven op de beschikbaarheid van Minipress:

“Minipress, werkzame stof prazosine, is niet in Nederland geregistreerd als geneesmiddel. Dit is in de afgelopen jaren uit het buitenland geïmporteerd voor de patiënt. In steeds meer landen van de Europese Unie vervalt de registratie van prazosine, vanwege gebrek aan bewijs voor effectiviteit van het geneesmiddel. Als gevolg hiervan wordt het geneesmiddel minder geproduceerd en is het steeds moeilijker om dit geneesmiddel te importeren. In oktober 2020 was Minipress alleen vanuit Amerika te importeren, maar hier moest 4 weken op worden gewacht. Daarop is de apotheek gaan overleggen met de psychiater om op zoek te gaan naar een duurzame oplossing voor de patiënt. Doxazosine is gestart als alternatief voor de Minipress om de PTSS klachten van de patiënt te behandelen. Bij apotheek G is hierna geen verzoek meer gekomen om Minipress te leveren. Bijkomend punt is dat Minipress niet op de lijst voor te importeren geneesmiddelen staat van de IGJ.”

3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klager is het niet eens met het stopzetten van zijn medicatie. Tijdens het mondeling vooronderzoek op 6 september 2021 heeft klager toegelicht dat hij beklaagde verwijt dat hij niet heeft voorkomen dat hij zonder medicatie zou komen te zitten. Volgens klager had er een voorraadje aangelegd kunnen worden.

4. HET STANDPUNT VAN BEKLAAGDE

Beklaagde stelt zich op het standpunt dat de leveringsproblemen bij de apotheek hem niet persoonlijk vallen te verwijten en buiten zijn invloedssfeer liggen. Volgens beklaagde heeft hij gehandeld zoals van hem in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1

Het college wijst er op, dat het er bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Naar het oordeel van het college heeft beklaagde niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

Beklaagde is als psychiater geconfronteerd met het bericht van de apotheker van

22 oktober 2020 dat Minipress op korte termijn niet leverbaar was. Hierop heeft hij overleg gevoerd met het hoofd behandeling H, waarbij onder andere is gesproken over mogelijk alternatieve medicatie. Beklaagde heeft diezelfde dag ook met klager gesproken over de leveringsproblemen en voorgesteld om de Minipress te vervangen door het middel Doxazosine. Op 28 oktober 2020 heeft beklaagde contact gehad met de artsen van het I, waarnaar klager op 26 oktober 2020 was verwezen. Tot slot heeft beklaagde op 2 november 2020 nogmaals met klager gesproken. Naar het oordeel van het college heeft beklaagde hiermee zorgvuldig gehandeld. Aan klager werd immers een volwaardig alternatief aangeboden.

5.3

Gelet op het voorgaande dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, A.J.H. Hondius en H.J. Kolthof, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van M.D. Moeke, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

a.         Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

b.         Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.         Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle/Groningen. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.