ECLI:NL:TADRARL:2021:377 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-691/AL/NN

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2021:377
Datum uitspraak: 08-11-2021
Datum publicatie: 06-07-2022
Zaaknummer(s): 20-691/AL/NN
Onderwerp:
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
  • Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van faillissementscurator
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. Het verzetschrift is buiten de verzettermijn ingediend en ontvangen. Klaagster heeft derhalve niet tijdig een verzetschrift ingediend. Klaagster heeft enkel aangegeven dat zij vindt dat ze wel tijdig haar verzetschrift heeft ingediend, maar naar het oordeel van de raad misrekent zij zich. Zij heeft geen verklaring gegeven die een verschoonbare termijnoverschrijding oplevert. Klaagster is derhalve niet-ontvankelijk in haar verzet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 8 november 2021
in de zaak 20-691/AL/NN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 25 januari 2021 op de klacht van:

klaagster
over
verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 26 april 2020 heeft klaagster bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 11 september 2020 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 2020KNN056 1140179 van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 25 januari 2021 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 25 januari 2021 verzonden aan partijen.
1.4 Bij e-mails van 25 februari en 26 februari 2021 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op 25 februari en 26 februari 2021 ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 24 september 2021. Daarbij waren klaagster en verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet heeft klaagster uiteengezet in haar verzetschrift.
2.1 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klaagster in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING
4.1 Op grond van art. 46h lid 1 van de Advocatenwet dient verzet tegen een voorzittersbeslissing binnen 30 dagen na de dag van verzending schriftelijk en gemotiveerd te worden gedaan.
4.2 In deze zaak had klaagster uiterlijk op 24 februari 2021, zijnde de dertigste dag na verzending van de beslissing van de voorzitter, het verzetschrift kunnen indienen. Het verzetschrift is buiten de verzettermijn ingediend en ontvangen. Klaagster heeft derhalve niet tijdig een verzetschrift ingediend. Klaagster heeft enkel aangegeven dat zij vindt dat ze wel tijdig haar verzetschrift heeft ingediend, maar naar het oordeel van de raad misrekent zij zich. Zij heeft geen verklaring gegeven die een verschoonbare termijnoverschrijding oplevert. Klaagster is derhalve niet-ontvankelijk in haar verzet.

BESLISSING
De raad van discipline verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het verzet.

Aldus beslist door mr. A.R. Creutzberg, voorzitter, mrs. S.M. Bosch-Koopmans en H.Q.N. Renon leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 8 november 2021.

Griffier                                   Voorzitter
 
Verzonden d.d. 8 november 2021