ECLI:NL:TACAKN:2018:28 Accountantskamer Zwolle 17/918 t/m 17/926 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2018:28
Datum uitspraak: 02-05-2018
Datum publicatie: 02-05-2018
Zaaknummer(s): 17/918 t/m 17/926 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Tussenbeslissing
Inhoudsindicatie:   Splitsing van klachtzaken.

ACCOUNTANTSKAMER

TUSSENBESLISSING ex artikel 22, vierde lid van de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaken met nummers 17/918 tot en met 17/926 Wtra AK van 2 mei 2018

STICHTING X1 ,

gevestigd en kantoorhoudende te [plaats1],

KLAAGSTER ,

gemachtigde: X2,

t e g e n

1. Y1 ,

registeraccountant,

kantoorhoudende te [plaats2],

2. Y2 ,

registeraccountant,

kantoorhoudende te [plaats3],

3. Y3 ,

            registeraccountant,

            kantoorhoudende te [plaat3],

4. Y4 ,

registeraccountant,

kantoorhoudende te [plaats4],

5. Y5 ,

wonende te [plaats5] ,

6. Y6 ,

registeraccountant,

kantoorhoudende te [plaats3],

7. Y7 ,

registeraccountant,

kantoorhoudende te [plaats6],

8. Y8 ,

registeraccountant,

kantoorhoudende te [plaats3],

9. Y9 ,

registeraccountant,

kantoorhoudende te [plaats1],

B E T R O K K E N EN ,

raadslieden: prof. mr. S. Perrick (in 17/926, betrokkene [Y9]) en mr. G.A.J. Boekraad en prof. mr. J.B.S. Hijink (in de overige zaken)

1.         Het verloop van de procedure

1          De Accountantskamer heeft kennisgenomen van de volgende in deze zaken gewisselde en aan partijen bekende stukken, waaronder:

-          het op 21 april 2017 ingekomen klaagschrift van 19 april 2017;

-          de op 2 mei 2017 ingekomen brief van 1 mei 2017 met bijlagen van klaagster;

-          het op 11 juli 2017 ingekomen verweerschrift van dezelfde datum van betrokkenen 1 tot en met 8;

-          het op 11 juli 2017 ingekomen verweerschrift van dezelfde datum van betrokkene 9;

-          het op 12 juli 2017 ingekomen aanvullende verweerschrift van dezelfde datum van betrokkene 9;

-          de op 13 juli 2017 ingekomen brief van dezelfde datum van de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) met het verzoek de behandeling van de klachten op te schorten voor de duur van zes maanden;

-          de brief van de voorzitter van de Accountantskamer van 13 juli 2017, waarin deze het verzoek heeft ingewilligd;

-          de op 4 januari 2018 ingekomen brief van dezelfde datum van de AFM met het verzoek de behandeling andermaal op te schorten, voor de duur van drie maanden;

-          de brief van de voorzitter van de Accountantskamer van 5 januari 2018, waarin deze ook dit verzoek heeft ingewilligd;

-          de op 12 april 2018 ingekomen klaagschriften van dezelfde datum van de AFM, gericht tegen betrokkenen 3 en 8 (met de nummers 18/718 Wtra AK en 18/719 Wtra AK);

-          de brief van de voorzitter van de Accountantskamer van 16 april 2018, waarin deze partijen laat weten dat de Accountantskamer voornemens is de behandeling van de gevoegde klachten te splitsen;

-          de brief van de raadsman van betrokkene 9 van 18 april 2018, waarbij met de voorgenomen splitsing wordt ingestemd;

-          de e-mail van klaagster van 19 april 2018, waarbij met de voorgenomen splitsing wordt ingestemd;

-          de brief van de raadsman van betrokkenen 1 tot en met 8 van 20 april 2018, waarbij met de voorgenomen splitsing wordt ingestemd.

2.         De gronden van de beslissing

2.1.1    Tegen betrokkenen 3 ([Y3]) en 8 ([Y8]) is zowel door klaagster [X1] als door de AFM over hetzelfde c.q. aanverwante onderwerp (zakelijk samengevat hun werkzaamheden als controlerend accountant van [NV1] respectievelijk [BV1] en [NV2]) een tuchtklacht ingediend. Ter zake de AFM-klacht dienen beide betrokkenen nog een verweerschrift in te dienen. Gezien de omvang van het klaagschrift van de AFM zal daar nog geruime tijd mee gemoeid zijn. De klachtzaak van [X1] tegen deze betrokkenen is afgeconcludeerd en wacht op een mondelinge behandeling. Echter, het is opportuun, mede gezien de bedoeling van artikel 29a Wtra, dat deze behandeling zoveel mogelijk gelijktijdig zal plaatsvinden met de mondelinge behandeling ter zake de AFM-klachten.

2.1.2    De klachtzaak van [X1] tegen betrokkenen 1 en 2, 4 tot en met 7 en 9 is eveneens afgeconcludeerd. Tegen deze betrokkenen is door de AFM geen klacht ingediend. De klacht van [X1] betreft niet (rechtstreeks) hun werk als controlerend accountant van voormelde vennootschappen. Deze betrokkenen hebben er een gerechtvaardigd belang bij dat zij niet nog langer op verdere behandeling van de tegen hen ingediende klacht moeten wachten. De Accountantskamer acht het daarom opportuun de behandeling van de door [X1] tegen hen ingediende klacht af te splitsen van de klacht van [X1] tegen betrokkenen 3 en 8.

2.2       Klaagster en betrokkenen hebben de Accountantskamer laten weten te kunnen instemmen met het splitsen van de behandeling van deze klacht.

2.3       Op grond van al het overwogene wordt als volgt beslist.

3.         De beslissing

De Accountantskamer:

·       beveelt de splitsing van onderhavige door klaagster ([X1]) aanhangig gemaakte klachtprocedure in dier voege dat de zaken met de nummers 17/920 Wtra AK (betrokkene [Y3]) en 17/925 Wtra AK (betrokkene [Y8]) gezamenlijk afgescheiden worden behandeld van de overige gezamenlijk te behandelen klachtprocedures met de nummers 17/918-919 Wtra AK, 17/921-924 Wtra AK en 17/926 Wtra AK.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. E.F. Smeele, rechterlijk lid, en A.M.H. Homminga AA, accountantslid, in aanwezigheid van mr. P.A.M. Spreuwenberg, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 2 mei 2018.

_________                                                                              __________

secretaris                                                                                voorzitter