ECLI:NL:TGZRSGR:2019:178 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-068

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2019:178
Datum uitspraak: 22-10-2019
Datum publicatie: 22-10-2019
Zaaknummer(s): 2019-068
Onderwerp: Onheuse bejegening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Niet komt vast te staan dat klaagster niet serieus is genomen. De huisarts heeft voorts redelijkerwijs tot een vertrouwensbreuk kunnen concluderen.  Beklaagde heeft zorg verleend tot klaagster een andere huisarts had gevonden, dus is van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.  

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A,

wonende te B,

klaagster,

tegen:

C, huisarts

werkzaam te B,

beklaagde.

1.            Het verloop van de procedure

1.1              Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      het klaagschrift met bijlage, ontvangen op 12 maart 2019;

-      het verweerschrift met bijlagen.

1.2              De partijen hebben afgezien van de mogelijkheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. Klaagster is in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het verweerschrift, zij heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

1.3              Het College heeft de klacht op 10 september 2019 in raadkamer behandeld.

2.                  De feiten

2.1              Klaagster, geboren in 1957, stond tot 15 november 2018 als patiënt ingeschreven bij de huisartsenpraktijk die beklaagde samen met een collega huisarts in januari 2018 van een andere huisarts heeft overgenomen.

2.2              De eerste helft van 2018 is klaagster meer dan 40 keer op consult geweest bij beklaagde en zijn collega.

2.3              Tijdens een consult op 23 augustus 2018 heeft beklaagde klaagster een consult bij een psycholoog geadviseerd.

2.4              Tijdens het consult op 31 augustus 2018 heeft beklaagde klaagster dringend geadviseerd een andere huisarts te gaan zoeken. Daarbij heeft beklaagde twee namen van collega huisartsen genoemd die beide praktijkhouden bij klaagster in de buurt. Totdat klaagster een andere huisarts had gevonden kon zij op consult komen bij beklaagde en zijn collega, hetgeen klaagster ook heeft gedaan.

2.5              Op 15 november 2018 heeft beklaagde het dossier doorgestuurd naar een collega huisarts.

3.                  De klacht

Klaagster verwijt de beklaagde zakelijk weergegeven dat zij hem niet serieus heeft genomen en haar uit de praktijk heeft gezet.

4.                  Het standpunt van beklaagde

De beklaagde heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.

5.                  De beoordeling

5.1              Klaagster betoogt dat beklaagde haar niet serieus heeft genomen, zo zou hij haar hebben gediscrimineerd, hebben aangeraden een reis te boeken via D en haar hebben gezegd dat hij haar vaker ziet dan zijn eigen vrouw.

Uit het door beklaagde overgelegde huisartsenjournaal komt het beeld naar voren van een patiënte die de huisarts veelvuldig bezoekt. Geenszins komt het beeld naar voren dat beklaagde klaagster niet serieus heeft genomen. De door klaagster gepresenteerde klachten zijn genoteerd en waar nodig is een behandeling ingezet. Beklaagde erkent opmerkingen te hebben gemaakt over het boeken van een vakantie en het aantal keren dat hij klaagster zag, maar dit is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. Uit de beschikbare stukken kan het College niet afleiden dat beklaagde klaagster niet serieus heeft genomen.

5.2              In de tweede plaats betoogt klaagster dat beklaagde haar uit zijn praktijk heeft gezet. Ook hiervoor vindt het College geen aanwijzingen in de stukken. Beklaagde heeft op enig moment geconstateerd dat er een vertrouwensbreuk was in de arts-patiëntrelatie die hij en zijn collega met klaagster hadden. Nadat klaagster hierop was aangesproken verbeterde de situatie niet. Gelet op de gang van zaken, zoals ook is vastgelegd in het medisch dossier, heeft  beklaagde redelijkerwijs tot een vertrouwensbreuk (en de daarmee verband houdende gewichtige reden voor opzegging van de behandelovereenkomst) kunnen concluderen. Het College volgt beklaagde in zijn keuze klaagster mede te delen dat zij een andere huisarts diende te zoeken. Nu beklaagde totdat klaagster deze andere huisarts had gevonden zorg heeft verleend aan klaagster, is van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen geen sprake.

5.3              Om bovenstaande redenen zal de klacht zonder nader onderzoek kennelijk ongegrond worden verklaard.

6.                  De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag beslist als volgt:

verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Deze beslissing is gegeven op 22 oktober 2019 door M.A.F. Tan-de Sonnaville, voorzitter, I. Boekhout en I. Dawson, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door E.C. Zandman, secretaris.

voorzitter                                                                                           secretaris

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

a.       Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

b.      Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.       Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.