ECLI:NL:TGZCTG:2019:196 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.107

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2019:196
Datum uitspraak: 25-07-2019
Datum publicatie: 25-07-2019
Zaaknummer(s): c2018.107
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Staakt de behandeling van de klacht

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E

voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2018.107 van:

A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg,

tegen

C., orthodontist, werkzaam te B., verweerder in beide instanties, gemachtigde: D. te E..

1.                  Verloop van de procedure

A. - hierna klager - heeft op 18 januari 2017 en 25 juni 2017 bij het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag tegen C. - hierna de orthodontist - klachten ingediend. Bij beslissing van 23 januari 2018, onder nummer 2017-033 heeft dat College de klacht afgewezen. Klager is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. De orthodontist heeft een verweerschrift in beroep ingediend.

De zaak is in beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 4 december 2018, waar zijn verschenen klager en de orthodontist, de orthodontist bijgestaan door zijn gemachtigde. Klager heeft op deze terechtzitting een mondeling verzoek tot wraking van de plaatsvervangend voorzitter van het Centraal Tuchtcollege ingediend, waarna de behandeling van die terechtzitting is geschorst. Dit wrakingsverzoek is bij beslissing van de wrakingskamer van het Centraal Tuchtcollege van 10 januari 2019 afgewezen.

Op 25 juni 2019 is de behandeling van de zaak in beroep ter terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege voortgezet. Hierbij zijn verschenen klager en de orthodontist, de orthodontist bijgestaan door zijn gemachtigde.

2.                  Beoordeling van het beroep

2.1       Klager heeft ter zitting in beroep zijn klacht ingetrokken. De orthodontist heeft vervolgens niet (schriftelijk) verzocht om voortzetting van de behandeling van de klacht. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt ook geen redenen van algemeen belang aanwezig op grond waarvan de behandeling van de klacht toch dient te worden voortgezet.

2.2       Het voorgaande betekent dat de behandeling van de klacht ingevolge het bepaalde in artikel 73, lid 11, juncto artikel 65d, lid 2, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg dient te worden gestaakt.

3.                  Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

                                    staakt de behandeling van de klacht.

Deze beslissing is gegeven door: T.L. de Vries, voorzitter, M.P. den Hollander en

A.R.O. Mooy, leden-juristen en M. Fokke en A. Vissink, leden-beroepsgenoten en

M. van Esveld, secretaris.

Uitgesproken ter openbare zitting van 25 juli 2019.

                        Voorzitter   w.g.                                 Secretaris   w.g.