ECLI:NL:TADRAMS:2018:85 Raad van Discipline Amsterdam 17-449/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2018:85
Datum uitspraak: 16-04-2018
Datum publicatie: 26-04-2018
Zaaknummer(s): 17-449/A/A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegronde klacht over eigen advocaat. Niet is gebleken dat verweerder werkzaamheden heeft uitgevoerd waartoe geen opdracht is gegeven of onvoldoende inzage heeft gegeven in de financiële afspraken en urenspecificaties. Onvoldoende onderbouwd dat sprake is van excessief declareren. Ook overige klachtonderdelen zijn ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam

van 16 april 2018

in de zaak 17-449/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klaagsters

over:

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij e-mail van 30 oktober 2015 heeft de gemachtigde van klaagsters namens hen bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam een klacht ingediend over verweerder.

1.2 Bij brief aan de raad van 13 juni 2017 met kenmerk 4015-0743, door de raad ontvangen op 15 juni 2017, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 5 maart 2018 in aanwezigheid van de gemachtigde van klaagsters en van verweerder, bijgestaan door zijn gemachtigde. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennis genomen van de in 1.2 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken 1 tot en met 22 van de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende feiten uitgegaan.

2.1 De gemachtigde van klaagsters is initiator geweest van een actie die erop gericht was van Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (hierna SENS) schadevergoeding te ontvangen voor misleide deelnemers aan de staatsloterij. Daartoe heeft de gemachtigde van klaagsters (onder meer) gebruik gemaakt van klaagsters, die in het handelsverkeer gezamenlijk onder de naam Loterijverlies optraden.

2.2 Klaagster 2 is oprichter van klaagster 1 en was tot 29 februari 2016 enig bestuurder van klaagster 1. De gemachtigde van klaagsters is uiteindelijk belanghebbende bij klaagster 2. Hij was tot 30 maart 2015 en is sinds medio 2016 (indirect) enig bestuurder van klaagster 2.

2.3 Personen die schadevergoeding van SENS wensten te ontvangen hebben zich aangesloten bij klaagsters en hebben gelden bijeen gebracht teneinde klaagster 1 in staat te stellen tegen SENS te procederen.

2.4 Op 30 januari 2015 heeft de Hoge Raad arrest gewezen in een procedure tussen de Stichting en SENS. In het arrest heeft de Hoge Raad, kort gezegd, geoordeeld dat SENS gedurende de jaren 2000-2007 deelnemers aan de staatsloterij heeft misleid door het doen van onjuiste en onvolledige mededelingen.

2.5 Klaagsters hebben verweerder verzocht hen bij te staan bij de op dat moment lopende onderhandelingen met SENS over een schadevergoeding voor de bijna 200.000 deelnemers van klaagster 1, alsook voor klaagster 1 zelf. Op 29 juli 2015 heeft verweerder de gemachtigde van klaagsters een ‘engagement letter’ gestuurd met daarin onder meer de uurtarieven van de verschillende bij de zaak betrokken advocaten.

2.6 Op 17 september 2015 heeft een eerste inhoudelijke bespreking plaatsgevonden tussen de advocaten van klaagsters en die van SENS. Naar aanleiding van die bespreking heeft verweerder de heer B (de vertegenwoordiger van Breton Limited, de toenmalig bestuurder van klaagster 1)  bij e-mail van 18 september 2015 onder meer geschreven:

“Yesterday, we had the meeting with SENS. This resulted to the following:

• With respect to claim calculations, SENS takes all lottery participants (…) into account so not only the Loterijverlies (LV) members. The estimated amount will be much higher than the recourse assets of SENS (the upper limit of the recourse assets amount to € 80 million). (…)

• Now that the estimated claim amount will be much higher than the recourse assets of SENS, SENS must turn back to the Ministry of Finance (…) for consultation. (…)

• The position of SENS is: SENS’ recourse assets are limited (€ 80 million) and the loss of the participants is zero. (…) However, reputation management is of the essence for SENS and SENS is willing to make concessions for the benefit of their reputation.”

2.7 Bij e-mail van 9 oktober heeft de gemachtigde van klaagsters aan verweerder gevraagd om een urenverantwoording en om een inschatting van het aantal uren dat nog nodig is.

2.8 Op 14 oktober 2015 heeft een tweede bespreking met de advocaten van SENS plaatsgevonden. Naar aanleiding van die bespreking heeft verweerder de heer B bij e-mail van diezelfde dag onder meer geschreven:

“(…) SENS indicated that their range for negotiating was limited, such given the following three factors: a) their own assets of EUR 80 MIO, b) the fact that there is also another party that is representing victims (…) and c) that there also individual victims, represented by individual lawyers and/or legal aid insurance companies who are threatening with legal claims. (…)

With respect to SENS’ limitation of budget, we set out that we were not impressed by this. First of all, according to the letter sent by the State Secretary of Finance last Friday, SENS will generate an amount of approx… EUR 80 Mio. this year and an amount of 90 Mio. next year. These amounts added to their own assets will already make EUR 250 Mio, which is more towards our claim. (…)

We are pretty sure that the amount of EUR 80 Mio. is no longer their maximum. On the contrary, they also realize now that they have a serious issue (…)

Both SENS and we thought it would be a good idea that shortly, i.e. 24 October next, a few of us (…) come together for an afternoon’s meeting and to only discuss the legal points of view.”

2.9 Bij e-mail van 19 oktober 2015 heeft verweerder de heer B onder meer geschreven:

“we have the strong belief that SENS is willing to settle for a higher amount than EUR 80 mio. they indicated. It was suggested that at on short notice a meeting is being organized (28 October) during which the mutual legal claims are being discussed. As we already provided an overview of our legal grounds, this meeting can especially be used to understand their legal position. We strongly believe that this meeting van lead to a quick settlement.”

2.10 Op 19 oktober 2015 heeft de gemachtigde van klaagsters een e-mail gestuurd aan de advocaten van SENS met daarin onder meer een sommatie om de data (speelgeschiedenis) van de reeds aangeleverde deelnemers te verstrekken. Bij e-mail aan onder meer verweerder van 21 oktober 10.36 uur hebben de advocaten van SENS op de e-mail van de gemachtigde van klaagsters gereageerd.

2.11 Op 21 oktober 2015 om 11.00 uur heeft een bespreking plaatsgevonden op het kantoor van verweerder tussen de heer B en verweerder en zijn kantoorgenoot. Bij die bespreking was tevens mr. R aanwezig, adviseur van de gemachtigde van klaagsters.

2.12 Op 22 oktober 2015 heeft verweerder de e-mail van de advocaten van SENS van 21 oktober 2015 doorgestuurd aan de heer B. In de begeleidende e-mail staat, voor zover relevant:

“As discussed yesterday, see below the mail we received in reply to [de gemachtigde van klaagsters’] email. SENS confirmed that not later than 2 November, we will receive the first batch of data, and not later than 30 November, the remaining data. Later this afternoon, you will receive our strategy (including timeline) and budget, as also discussed yesterday.”

2.13 Bij e-mail van eveneens 22 oktober 2015 heeft verweerder de heer B desgevraagd een kosteninschatting gegeven van de nog te verrichten werkzaamheden.

2.14 Op 28 oktober 2015 heeft wederom een bespreking plaatsgevonden tussen de advocaten van klaagsters en die van SENS. Naar aanleiding van die bespreking heeft verweerder de heer B bij e-mail van 29 oktober 2015 onder meer geschreven:

“Yesterday, we had the meeting with SENS. (…)

In the first part of the meeting, SENS mentioned their legal grounds. There were no real surprises for us and they mentioned the same issues as we see (…)

SENS has not mentioned a specific amount they wish to settle for.” 

2.15 Verweerder heeft zich op 3 november 2015 aan de zaak onttrokken.

2.16 Het kantoor van verweerder heeft in totaal vier declaraties aan klaagsters gezonden. De eerste declaratie ten bedrage van € 3.781 is door klaagsters voldaan. De overige drie declaraties, in totaal een bedrag van € 188.138, zijn niet voldaan.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) hij werkzaamheden heeft verricht waartoe geen opdracht is gegeven en onvoldoende inzage heeft gegeven in de financiële afspraken en urenspecificaties;

b) hij in e-mails aan de heer B heeft gesuggereerd dat er € 80 miljoen aan schadevergoeding zou zijn toegezegd door SENS, terwijl er in feite helemaal niks is toegezegd;

c) hij welbewust een e-mail heeft achtergehouden van de advocaten van SENS in reactie op een e-mail de gemachtigde van klaagsters;

d) hij onnodig veel tijd heeft geschreven, waardoor klaagster op kosten is gejaagd;

e) hij orders niet of heel laat heeft opgevolgd;

f) er bij een kantoorgenoot van verweerder een (niet versleutelde) USB-stick is gestolen met informatie over de zaak;

g) hij klager zwart heeft gemaakt.

4 VERWEER

4.1 Verweerder voert verweer dat hierna, voor zover van belang, zal worden weergegeven.

5 BEOORDELING

De klaagsters

5.1 Verweerder heeft allereerst aangevoerd dat de klacht van klaagster 1 is komen te vervallen. Dit verweer wordt gepasseerd. Anders dan verweerder stelt, kan uit de brief van de gemachtigde van klaagsters aan de deken van 12 mei 2017 echter niet worden afgeleid dat klaagster 1 haar klacht over verweerder heeft ingetrokken. Ook overigens is dat niet gebleken. Dat klaagster 1 thans een andere bestuurder heeft dan ten tijde van het indienen van de klacht, is niet van belang.

Ad klachtonderdelen a) en d)

5.2 Deze klachtonderdelen lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

5.3 Klaagsters verwijten verweerder dat hij werkzaamheden heeft verricht waartoe geen opdracht is gegeven, dat hij onvoldoende inzage heeft gegeven in de financiële afspraken en urenspecificaties en dat hij excessief heeft gedeclareerd.

5.4 De raad overweegt dat niet is gebleken dat verweerder werkzaamheden heeft uitgevoerd waartoe geen opdracht is gegeven. Klaagsters hebben hun verwijten hieromtrent, tegenover het gemotiveerde verweer van verweerder, onvoldoende onderbouwd. Verweerder heeft bovendien onbetwist gesteld dat klaagsters, althans hun gemachtigde en de heer B, van alle door verweerder en/of zijn kantoorgenoten uitgevoerde werkzaamheden op de hoogte heeft gehouden. 

5.5 Ten aanzien van de financiële afspraken geldt dat in de engagement letter de afspraak is vastgelegd dat verweerder en zijn kantoorgenoten hun werkzaamheden op urenbasis zouden verrichten. In die engagement letter zijn de uurtarieven van verweerder en zijn kantoorgenoten ook genoemd. Klaagsters hebben hiermee ingestemd. Op enig moment hebben klaagsters verweerder om een kosteninschatting gevraagd voor het vervolgtraject, die verweerder aan klaagsters heeft toegestuurd. Verweerder heeft voorts onbetwist gesteld dat de declaraties waren voorzien van een urenspecificatie. Dat verweerder klaagsters onvoldoende inzage heeft gegeven in de financiële afspraken en urenspecificaties is gelet op het voorgaande niet gebleken.

5.6 Bij de vraag of er sprake is van excessief declareren stelt de raad voorop dat  de tuchtrechter geen declaratiegeschillen beoordeelt, maar wel waakt tegen excessief declareren. Dat daarvan sprake is, hebben klaagsters onvoldoende onderbouwd.

5.7 De conclusie van het voorgaande is dat klachtonderdelen a) en d) ongegrond zijn.

Ad klachtonderdeel b)

5.8 Dit klachtonderdeel ziet erop dat verweerder zou hebben gesuggereerd dat er € 80 miljoen aan schadevergoeding zou zijn toegezegd door SENS, terwijl dat niet het geval was.

5.9 De raad overweegt als volgt. Niet is gebleken dat verweerder in e-mails of anderszins aan de heer B heeft gesuggereerd dat SENS een schadevergoeding van € 80 miljoen heeft toegezegd. De raad kan wel vaststellen dat verweerder in de e-mail van 14 oktober 2015 (zie hiervoor, 2.8) heeft geschreven dat hij de indruk had dat SENS zich realiseerde dat, gelet op de hoogte van de claim van klaagsters, SENS niet kon wegkomen met betaling van een schadevergoeding van € 80 miljoen. Dat is iets anders dan dat SENS zou hebben toegezegd een schadevergoeding van € 80 miljoen te betalen. Ook klachtonderdeel b) is ongegrond.  

Ad klachtonderdeel c)

5.10 Klachtonderdeel c) ziet op de e-mail van de advocaten van SENS aan onder meer verweerder van 21 oktober 2015 (zie hiervoor, 2.10).

5.11 De raad overweegt als volgt. Verweerder heeft aangevoerd dat er op 21 oktober 2015, kort na ontvangst van de betreffende e-mail, een overleg heeft plaatsgevonden tussen de heer B en verweerder en zijn kantoorgenoot en dat de e-mail tijdens dat overleg ter sprake is gekomen. Dat de e-mail toen inderdaad is besproken, volgt ook uit de e-mail die verweerder op 22 oktober 2015 aan de heer B heeft gestuurd (zie hiervoor, 2.12). Dat verweerder de e-mail heeft achtergehouden is dan ook niet gebleken. Klachtonderdeel c) is eveneens ongegrond.

Ad klachtonderdeel e)

5.12 Klaagsters hebben dit klachtonderdeel in het geheel niet onderbouwd, zodat het reeds gelet hierop ongegrond is.

Ad klachtonderdeel f)

5.13 Dit klachtonderdeel ziet op een gestolen USB-stick.

5.14 De raad overweegt als volgt. Verweerder heeft erkend dat er een USB-stick met informatie is gestolen van een kantoorgenoot van hem en dat daarvan ook aangifte is gedaan bij de politie. Klaagsters hebben echter niet toegelicht waarom dit verweerder tuchtrechtelijk kan worden verweten. Klaagsters hebben overigens ook niet onderbouwd dat de betreffende USB-stick niet versleuteld was. Ook klachtonderdeel f) is ongegrond.

Ad klachtonderdeel g)

5.15 Klaagsters hebben dit klachtonderdeel niet feitelijk onderbouwd, zodat het reeds gelet hierop ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Aldus beslist door mr. Q.R.M. Falger, voorzitter, mrs. P. van Lingen en R. Lonterman, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken in het openbaar op 16 april 2018.

Griffier Voorzitter

verzending

Deze beslissing is in afschrift op 16 april 2018 verzonden.