ECLI:NL:TNORARL:2018:49 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/336560 KL RK 18-60

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2018:49
Datum uitspraak: 06-11-2018
Datum publicatie: 09-01-2019
Zaaknummer(s): C/05/336560 KL RK 18-60
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie:   D e kamer vindt dus dat de notaris beter had moeten laten vastleggen en zelf had moeten vastleggen welke stappen zijn ondernomen om de wilsbekwaamheid van testatrice te beoordelen. Dat is onvoldoende gebeurd, hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De klacht wordt daarom op deze onderdelen gegrond verklaard. De kamer is van oordeel dat het tuchtrechtelijk verwijt dat de notaris hier gemaakt moet worden niet zodanig ernstig is dat oplegging van een maatregel aangewezen is.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/336560 / KL RK 18-60

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1) [A],

2) [B],

3) [C],

klagers (sub 1, 2 en 3),

gemachtigde:

4) [D],

tevens klaagster sub 4,

,

tegen

[Y],

notaris te ,

Partijen worden hierna respectievelijk klagers (sub 1, 2, 3 en 4) en de notaris genoemd.

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht, met bijlagen, van 19 maart 2018;

-          de beslissing van de president van het gerechtshof van 10 april 2018;

-          het verweer van de notaris van 24 mei 2018;

-          de e-mail, met bijlagen, van klagers van 23 september 2018;

-          de pleitnota van klagers.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 3 oktober 2018 behandeld, waarbij zijn verschenen klagers, in gezelschap van de echtgenoot van klaagster sub 4 enerzijds en de notaris, bijgestaan door zijn gemachtigde anderzijds.

2.1 In februari 2017 heeft de notaris een testament gepasseerd ten behoeve van mevrouw F. (hierna: testatrice).

2.2 Op 15 september 2017 heeft ter inventarisatie van de (nadere) wensen van testatrice ten aanzien van haar levenstestament een gesprek plaatsgevonden tussen testatrice en de kandidaat-notaris op het kantoor van de notaris. Dit levenstestament is door de notaris gepasseerd in oktober 2017.

2.3 Op 4 januari 2018 en 29 januari 2018 hebben klagers in een bespreking met de notaris navraag gedaan naar de wijze waarop de notaris ten tijde van het passeren van het levenstestament van oktober 2017 de wilsbekwaamheid van testatrice heeft vastgesteld.

3.1 De klacht valt uiteen in de volgende klachtonderdelen.

Klachtonderdeel 1)

Klagers verwijten de notaris dat zij bij het passeren van het levenstestament blindelings is afgegaan op de informatie zoals die door de kandidaat-notaris aan haar werd voorgelegd.

Klachtonderdeel 2)

Ook wanneer de notaris in deze zaak op de informatie van de kandidaat-notaris had mogen afgaan, had het op haar weg gelegen nader onderzoek in te stellen naar de wilsbekwaamheid van testatrice.

Klachtonderdeel 3)

Voor zover de notaris het levenstestament al had mogen passeren, had zij waarborgen moeten inbouwen om toezicht op het gebruik van de volmacht te garanderen.

3.2 Op de onderbouwing van de klacht en het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4.1 Bij de beoordeling van een klacht zoals de voorliggende gaat het erom of de notaris heeft gehandeld of heeft nagelaten in strijd met het tuchtrecht.

4.2 De tuchtrechtelijke norm, als het gaat om het passeren van een

(levens-)testament, wordt onder meer ingevuld door het stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid van de KNB (hierna: het stappenplan).

4.3 Klachtonderdeel 1) en klachtonderdeel 2)

De kamer ziet aanleiding deze klachtonderdelen samen te bespreken.

Klachtonderdeel 1)

Klagers verwijten de notaris dat zij bij het passeren van het levenstestament blindelings is afgegaan op de informatie zoals die door de kandidaat-notaris aan haar werd voorgelegd.

Klachtonderdeel 2)

Ook wanneer de notaris in deze zaak op de informatie van de kandidaat-notaris had mogen afgaan, had het op haar weg gelegen nader onderzoek in te stellen naar de wilsbekwaamheid van testatrice.

4.3.1 Uitgangspunt bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid volgens het stappenplan is, gelet ook op de vaste jurisprudentie op dit punt, de waarneming van de notaris zelf, die daarvoor een redelijke beoordelingsvrijheid toekomt. Bij gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid is in het algemeen verder onderzoek aangewezen.

4.3.2 In de zaak waar het hier om gaat speelt een aantal factoren die, gelet op het stappenplan, nadere beschouwing van de wilsbekwaamheid van testatrice noodzakelijk maken. De afspraak met de notaris was gemaakt door de buurvrouw van testatrice (tevens haar hulp in de huishouding), deze buurvrouw verzorgde de financiële administratie van testatrice, de buurvrouw en haar echtgenoot kregen door middel van het levenstestament een volmacht op financieel en medisch gebied, testatrice was destijds 83 jaar oud en er was bij testatrice beginnende dementie vastgesteld. Dit heeft de notaris ook erkend.

Verder heeft de notaris ter zitting verklaard dat zij klaagster voorafgaand aan het passeren van het levenstestament in oktober 2017 al wel een keer eerder had gesproken, namelijk bij het passeren van het testament van februari 2017. Naar de waarneming van de notaris was testatrice er in oktober 2017 niet anders aan toe dan in februari 2017. De kandidaat-notaris had testatrice al uitgebreid gesproken en was tot het oordeel gekomen dat zij wilsbekwaam was. De notaris zag ook daarom geen aanknopingspunten de wilsbekwaamheid nader te (laten) onderzoeken.

4.3.3 Echter uit hetgeen de notaris heeft aangevoerd blijkt niet van de afwegingen zoals de notaris die destijds op dit punt gemaakt heeft. Zo ontbreekt een beschrijving van de waarnemingen die zij heeft gedaan en op grond waarvan zij tot de conclusie is gekomen dat aan de wilsbekwaamheid van testatrice niet getwijfeld behoefde te worden.

De aantekeningen van het voorbereidende gesprek van de kandidaat-notaris met de testatrice en de achteraf door de kandidaat-notaris opgestelde nadere notitie (bijlage 2 verweerschrift) geven immers geen enkele informatie over de manier waarop de notaris de wilsbekwaamheid van testatrice voorafgaand aan het passeren van het levenstestament heeft beoordeeld.

Dit, terwijl de notaris, ook wanneer een zaak als hier aan de orde door een kandidaat-notaris wordt voorbereid, een zelfstandige beoordelingsplicht heeft en daarover ook specifieke en verifieerbare verantwoording moet kunnen afleggen. Daarbij komt dat uit de aantekeningen van de kandidaat-notaris zoals overgelegd, waarop de notaris kennelijk in grote mate haar mening over de wilsbekwaamheid heeft gebaseerd, de indicatoren niet worden benoemd en evenmin is beschreven waarom ondanks deze indicatoren de wilsbekwaamheid is aangenomen .

4.3.4 De aanbeveling onder punt 10 van het stappenplan is dat de wijze en inhoud van de beoordeling van de wils(on)bekwaamheid als ook het gevoerde overleg daarbij in het cliënt-dossier en de akte vast worden gelegd. Dat is hier niet gebeurd en dat maakt in dit geval dat onvoldoende inzichtelijk is hoe de notaris de wilsbekwaamheid heeft vastgesteld, waarmee overigens nog niet gezegd is dat sprake was van wilsonbekwaamheid.

4.3.5 De kamer vindt dus dat de notaris beter had moeten laten vastleggen en zelf had moeten vastleggen welke stappen zijn ondernomen om de wilsbekwaamheid van testatrice te beoordelen. Dat is onvoldoende gebeurd, hetgeen tuchtrechtelijk verwijtbaar is. De klacht wordt daarom op deze onderdelen gegrond verklaard. De kamer is van oordeel dat het tuchtrechtelijk verwijt dat de notaris hier gemaakt moet worden niet zodanig ernstig is dat oplegging van een maatregel aangewezen is.

4.4 Klachtonderdeel 3)

Voor zover de notaris het levenstestament al had mogen passeren, had zij waarborgen moeten inbouwen om toezicht op het gebruik van de volmacht te garanderen.

Niet valt in te zien waarom de notaris een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt van de aard en de omvang van de bij het levenstestament verstrekte volmacht. De inhoud en strekking van het levenstestament zijn in beginsel de zaak van de testateur/testatrice zelf. Schending van enige zorg- of inlichtingenplicht op dit punt is niet gesteld en niet gebleken.

4.5 Dit leidt tot de volgende beslissing.

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

-          verklaart de klachtonderdelen 1) en 2) gegrond, zonder oplegging van maatregel;

-          verklaart klachtonderdeel 3) ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. M.J. Blaisse,

mr. J.T.J. Heijstek, leden, en in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 6 november 2018.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.