ECLI:NL:TGZRAMS:2018:139 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/237

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2018:139
Datum uitspraak: 03-12-2018
Datum publicatie: 03-12-2018
Zaaknummer(s): 2018/237
Onderwerp: Onvoldoende informatie
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klaagster verwijt verweerster dat zij geweigerd heeft aan klaagster haar volledige naam en BIG-inschrijfnummer te verstrekken.     Ongegrond

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

AMSTERDAM

Beslissing naar aanleiding van de op 15 juni 2018 binnengekomen klacht van:

A,

wonende te B,

klaagster,

tegen

C,

bedrijfsarts,

werkzaam te D,

verweerster,

gemachtigde: mr. I.F. Schouwink, advocaat te Breda.

1.         De procedure

Het college heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

-                      het klaagschrift;

-                      het verweerschrift met de bijlagen;

-                      de correspondentie met betrekking tot het vooronderzoek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is in raadkamer behandeld.

2.         De feiten

Op grond van de stukken kan van het volgende worden uitgegaan:

2.1.      Verweerster is werkzaam bij E als bedrijfsarts.

2.2.      Klaagster was werkzaam als tandartsassistente bij het F. Op 24 januari 2017 heeft zij zich ziek gemeld in verband met schouderklachten. In het kader van het re-integratietraject heeft de werkgeefster verweerster verzocht de medische beperkingen van klager vast te stellen en te beoordelen.

2.3       In dat kader is klaagster samen met haar vader op 2 november 2017 op consult geweest bij verweerster. Verweerster heeft toen geen beperkingen van de inzetbaarheid van klaagster geconstateerd waarop klaagster haar werkzaamheden bij haar werkgever heeft hervat.

2.4.      Op enig moment heeft klaagster zich opnieuw ziek gemeld in verband met stress- en angstklachten. Op 30 november 2017 is klaagster bij verweerster op consult geweest. Verweerster heeft naar aanleiding van dit consult vastgesteld dat klaagster niet in staat was de bedongen arbeid te verrichten.

2.5.      Na dit consult heeft de vader van klaagster bij e-mail van 30 november 2017 een HR-adviseur van de werkgeefster verzocht om de naam en het BIG-inschrijfnummer van verweerster. De HR-adviseur heeft diezelfde dag dit verzoek naar verweerster doorgestuurd die daarop de verzochte gegevens aan de HR-adviseur heeft verstrekt. 

2.6       Klaagster is in het kader van het re-integratietraject nadien meerdere malen opgeroepen voor het spreekuur van verweerster, waarop zij niet is verschenen.

2.7.      Op 12 juni 2018 is klaagster met haar vader op het spreekuur van verweerster verschenen. Dit consult is vroegtijdig beëindigd. Vervolgens is op verzoek van klaagster haar dossier overgedragen aan een collega van verweerster. Verweerder heeft ten aanzien van dit consult in het medisch dossier van klaagster, voor zover hier van belang, het volgende genoteerd:

verwijt mij niet te reageren op mails/verwijt mij de loonstop die wger gedaan heeft ( uitleg dat ik daar niet over ga)

(…)

3e eis is mijn Big nummer, aangegeven dat ik grg verder in gesprek wil met hen hoe wat verder, evt. contact wger aansluitend om zkn te bespreken.

Lopen na 5 min beiden boos weg.

Geen gesprek verder mglh/ geen beoordeling ao heid wnster kunnen doen want heb geen gesprek met haar kunnen voeren. (…)

3.         De klacht en het standpunt van klaagster

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster:

I.             heeft geweigerd om op verzoeken van klaagster per e-mail haar BIG-inschrijfnummer te verstrekken;

II.            tijdens het consult op 12 juni 2018 heeft geweigerd haar volledige naam en BIG-inschrijfnummer aan klaagster kenbaar te maken

4.         Het standpunt van verweerster

Verweerster heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.

5.         De beoordeling

Klachtonderdelen I. en II.

5.1.      Vanwege de samenhang zullen klachtonderdelen I. en II. gezamenlijk worden behandeld, waarbij zo nodig op de individuele onderdelen zal worden ingegaan.

5.2.      Vooropgesteld wordt dat het bij tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.3.      De vraag die voorligt is of verweerster heeft geweigerd om desgevraagd haar volledige naam en BIG-inschrijfnummer te verstrekken aan klaagster.

5.4.      Bij het in 5.2. neergelegde uitgangspunt staat het persoonlijk handelen van verweerster centraal bij het antwoord op de vraag of zij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Verweerster kan geen verwijt worden gemaakt van (medisch) handelen of nalaten door anderen.

5.5.      Vaststaat dat de e-mail van 30 november 2017 van de vader van klaagster (2.4.) is gericht aan de HR-adviseur van de werkgeefster van klaagster. Nadat de HR-adviseur dit verzoek aan verweerster had doorgestuurd, heeft verweerster diezelfde dag haar naam en BIG-inschrijfnummer aan de HR-adviseur van de werkgeefster verstrekt. Eerst na ontvangst van de onderhavige tuchtklacht is verweerster gebleken dat de HR-adviseur op haar beurt klaarblijkelijk niet de gegevens naar klaagster heeft doorgeleid.

5.6.      Overwogen wordt dat indien en voor zover de HR-adviseur ten onrechte zou hebben verzuimd om de gegevens aan klaagster dan wel haar vader door te geleiden, hetgeen thans niet kan worden vastgesteld, dit niet (persoonlijk) aan verweerster kan worden verweten. Uit de verder door verweerster overgelegde e-mailcorrespondentie is ook niet gebleken dat klaagster dan wel haar vader (als gemachtigde) verweerster nadien nog heeft verzocht om de naam of het BIG-inschrijfnummer van verweerster. Verweerster mocht er derhalve ook gerechtvaardigd op vertrouwen dat de HR-adviseur de gegevens aan klaagster en/of haar vader had toegestuurd.

5.7.      Met betrekking tot het verzoek om die gegevens tijdens het consult van 12 juni 2018 over te leggen heeft verweerster erkend dat zij het BIG-inschrijfnummer niet heeft verstrekt aan klaagster en/of haar vader. Daar staat echter tegenover dat zij haar BIG-inschrijfnummer niet direct voorhanden had en uit de aantekeningen van verweerster in het medisch dossier volgt dat het consult kort daarop en voortijdig door klaagster en/of haar vader is beëindigd. Onder de gegeven omstandigheden k an het verweerster dan ook niet worden aangerekend dat zij tijdens dit consult niet haar BIG-inschrijfnummer aan klaagster en/of haar vader heeft verstrekt. Bovendien is niet gebleken dat zij de intentie had om de gevraagde gegevens niet te verstrekken. Zij heeft die immers eerder al aan de HR-adviseur verstrekt met het doel om die gegevens bij klaagster terecht te laten komen. In dit kader is verder van belang dat klaagster en/of haar vader ook het BIG-register hadden kunnen raadplegen om de betreffende gegevens van verweerster te achterhalen. De naam van verweerster in combinatie met haar specialisme zou immers hebben geleid tot maar één zoekresultaat.

5.8.      De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in al haar klachtonderdelen kennelijk ongegrond is. Verweerster kan met betrekking tot de klacht geen (persoonlijk) verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt.

6. De beslissing

Het college wijst de klacht af.

Aldus beslist op 3 december 2018 door:

J. Recourt, voorzitter,

R. L. Kloots en J.G.M. van Eekelen, leden-beroepsgenoten,

bijgestaan door D. Pieterse, secretaris.

WG                                                                                                   WG

secretaris                                                                                       voorzitter