ECLI:NL:TGDKG:2019:156 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/638001 / DW RK 17/1086

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:156
Datum uitspraak: 02-07-2019
Datum publicatie: 05-12-2019
Zaaknummer(s): C/13/638001 / DW RK 17/1086
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De voorzitter heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter een en verklaart het verzet ongegrond

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 2 juli 2019 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet op het onder zaaknummer C/13/638001 / DW RK 17/1086 (MN/FK) geregistreerde verzet tegen de beslissing van de voorzitter van 19 februari 2019 op de klacht met zaaknummer C/13/663034 / DW RK 19/121 van:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen per e-mail op 1 november 2017, heeft klaagster een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij

e-mail van 24 november 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend. Bij beslissing van 19 februari 2019 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klaagster is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van diezelfde datum. Bij brief ingekomen op 5 maart 2019 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 mei 2019 waar klaagster en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 2 juli 2019.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klaagster heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

De kamer verwijst voor de feiten naar hetgeen de voorzitter in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de voorzitter geen bezwaar gemaakt, zodat ook de kamer van die feiten uitgaat.

4. De oorspronkelijke klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder a) beslag heeft gelegd op de woning van klaagster, terwijl hij wist dat het huis op dat moment al was verkocht en b)            zich niet houdt aan de wet door een ongeldige Spaanse executoriale titel ten uitvoer te leggen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat de rechtmatigheid van het gelegde beslag niet ter beoordeling staat van de tuchtrechter. Hiertoe kan klaagster een executiegeschil aanhangig maken, welke op grond van het bepaalde in artikel 438 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de voorzieningenrechter in kort geding dient te worden voorgelegd. Het is niet aan de kamer daarover een oordeel uit te spreken.

5.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a heeft de voorzitter overwogen dat de gerechtsdeurwaarder ontkent op de hoogte te zijn geweest dat de woning op het moment van beslag reeds eigendom was van een derde. De gerechtsdeurwaarder voert aan dat klaagster op het moment van beslag nog in het Kadaster stond geregistreerd als eigenaar en dat beslag derhalve mogelijk was.

5.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b heeft de voorzitter overwogen dat klaagster het betreffende document niet heeft overgelegd, waardoor haar stelling met betrekking tot de persoonsgegevens, het paspoortnummer, het NIE-nummer en het genoemde bedrag niet nader is toegelicht, noch onderbouwd. De enkele stellingen van klaagster zijn onvoldoende om tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de gerechtsdeurwaarder vast te kunnen stellen.

6. De gronden van het verzet

Voor zover in het verzet van belang heeft klaagster samengevat het volgende aangevoerd. Volgens de Spaanse notaris en twee advocaten is de Europese executoriale titel niet rechtsgeldig omdat de persoonsgegevens in de titel niet van klaagster zijn, maar van een 5 jaar jongere Nederlandse vrouw. Zowel het paspoort als het Spaanse NIE-nummer kloppen niet. Het bedrag wat in de titel staat is evenmin juist. Dat volgt uit twee door de notaris gepasseerde aktes. Ook ontbrak een uitspraak van de Spaanse rechter. Dat is vanuit de positie van de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder te begrijpen. Die heeft alle in Spanje gevoerde rechtszaken verloren. Bij de Spaanse notaris liggen 3 aktes met de juiste gegevens. Dat is de reden dat de notaris zegt dat deze titel niet op een legale wijze is verkregen. Als er een officiƫle titel was uitgegaan had klaagster dit geweten.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Hetgeen door klaagster in verzet is aangevoerd levert geen nieuwe gezichtspunten die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. Het betreft een geschil met betrekking tot de tenuitvoerlegging van een (buitenlandse) titel waarover de kamer niet kan oordelen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf toegepast. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

7.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. M. Nijenhuis, plaatsvervangend voorzitter, en mr. S.N. Schipper en A.M. Maas, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juli 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.