ECLI:NL:TGDKG:2018:225 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 624473

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2018:225
Datum uitspraak: 26-10-2018
Datum publicatie: 04-03-2019
Zaaknummer(s): 624473
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Betaling teruggeboekt, na ontdekken fout doordat klacht was ingediend en niet tijdige beantwoording van een brief is tuchtrechtelijk laakbaar. Maatregel berisping opgelegd.

Beslissing van 26 oktober 2018 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/624473/ DW RK  17/203 CI//RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klaagster,

gemachtigde: […],

tegen:

[…],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: [..].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 24 februari 2017, heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 27 maart 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Op 14 april 2017 heeft de gemachtigde van klaagster een brief aan de gerechtsdeurwaarder in het geding gebracht. Nu deze brief dateert van na het verweerschrift, zal deze buiten beschouwing worden gelaten. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 september 2018 alwaar de gemachtigde van klaagster en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 26 oktober 2018.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          op 12 april 2013 is de voormalig echtgenoot van klaagster veroordeeld tot het betalen van een vordering van [..]

-          op 6 september 2013 is in verband met deze vordering executoriaal beslag gelegd onder de belastingdienst op vorderingen van klaagster;

-          dit beslag is op 18 september 2013 betekend aan klaagster en haar (voormalig) echtgenoot;

-          op 17 januari 2014 is de echtgenoot van klaagster wederom veroordeeld tot het betalen van een vordering van [..];

-          op 28 september 2014 is in verband met deze vordering executoriaal beslag gelegd onder de belastingdienst op vorderingen van de echtgenoot van klaagster.

2. De klacht

Klaagster beklaagt zich er samengevat over dat de belastingdienst een bedrag van

€ 1.262 waar klaagster recht op had, ten onrechte heeft overgemaakt naar [..]incasso en gerechtsdeurwaarders. Het dossier was al gesloten op 31 december 2013, maar toch is het bedrag zonder klaagster daarover in te lichten door de belastingdienst naar de gerechtsdeurwaarder overgemaakt. Dit terwijl het een vordering betrof op haar ex echtgenoot. Daarnaast is er een klacht ingediend op 18 november 2016 bij de gerechtsdeurwaarder waar geen antwoord op is gekomen.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan. De gerechtsdeurwaarder geeft in het verweer aan dat naast het beslag ten laste van klaagster, voor nog één vordering derdenbeslag is gelegd onder de fiscus , niet ten laste van klaagster maar ten laste van haar ex-echtgenoot, de heer [..]. Opbrengsten uit het ten laste van klaagster gelegde beslag zijn ook in mindering gebracht op de vordering op haar ex-echtgenoot. Deze fout is ergens in 2014 gemaakt en tot voor kort onopgemerkt gebleven. De gelden ad € 585,31 waar klaagster recht op heeft zijn retour gestort aan de belastingdienst.

Klaagster heeft geen eerdere klacht ingediend dan die geformuleerd in de brief van 18 november 2016 . Op 21 november 2016 heeft [..] meegedeeld dat binnen 14 dagen op de klacht gereageerd zou worden. Dit is niet gebeurd, vermoedelijk had dat te maken met het feit dat het gearchiveerde zaken betrof die handmatig geagendeerd dienen te worden en is een medewerker vergeten daar opvolging aan te geven.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De kamer overweegt als volgt. In het verweer heeft de gerechtsdeurwaarder gesteld dat het in één dossier fout is gegaan – doordat het dossier van klaagster ten onrechte is gekoppeld aan dat van haar ex-echtgenoot – en dat deze fout hersteld is. Op zich leidt een enkele fout nog niet tot de conclusie dat sprake is van klachtwaardig handelen. Hier moet echter worden vastgesteld dat deze fout pas is ontdekt nadat een klacht was ingediend bij de kamer. Tevens staat vast dat de brief van klaagster van 18 november 2016, ondanks toezegging van de gerechtsdeurwaarder binnen veertien dagen daarop terug te komen, niet is beantwoord. Dat is op zichzelf al klachtwaardig en bovendien had de gerechtsdeurwaarder door die brief wel serieus te nemen de gemaakte fout eerder kunnen ontdekken. De klacht is daarom gegrond. Het feit dat de gerechtsdeurwaarder de fout heeft hersteld door het bedrag terug te boeken naar de belastingdienst, leidt niet tot de gevolgtrekking dat de klacht ongegrond verklaard zou moeten worden.

4.4 De kamer acht de maatregel van berisping in dit geval passend.

4.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart de klacht gegrond;

-      legt de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. C.W. Inden, voorzitter, mr. W.M. de Vries en M.W. de Ruijter, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 oktober 2018, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.