ECLI:NL:TADRSHE:2019:18 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-944/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2019:18
Datum uitspraak: 29-01-2019
Datum publicatie: 06-02-2019
Zaaknummer(s): 18-944/DB/OB
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het staat een advocaat vrij om namens zijn cliënt rechtsmaatregelen, waarin contact en locatieverbod met dwangsom en gijzeling in het vooruitzicht te stellen, indien klager contact met zijn cliënt bleef zoeken. Belangen van klager niet nodeloos geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort 

’s-Hertogenbosch van 29 januari 2019

in de zaak 18-944/DB/OB

naar aanleiding van de klacht van:

 klager

tegen:

verweerder

De (plaatsvervangend) voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) van 1 oktober met kenmerk 48/17/036K, door de raad ontvangen op 28 november 2018, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1     Klager is bij beschikking van 26 november 2014 door de kantonrechter onder bewind gesteld. Per e-mails van 29 maart 2018 heeft klager bij de deken een klacht ingediend tegen verweerder.

1.2     Stichting Woonbedrijf X, verder te noemen X. heeft op 13 mei 2015 een procedure in kort geding tegen klager en diens bewindvoerder aanhangig gemaakt. Verweerder heeft in voormelde procedure X als advocaat bijgestaan.

1.3     De rechtbank heeft bij vonnis in kort geding van 15 juni 2015 de bewindvoerder, en voor zover het bewind zou zijn geëindigd, klager veroordeeld tot ontruiming van zijn woning.

2          KLACHT

2.1     De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

1.    verweerder samen met het Woonbedrijf heeft bewerkstelligd dat klager ten onrechte zijn huis is uitgezet;

2.    verweerder heeft gedreigd met gijzeling en klager heeft aangezet tot zelfmoord;

3.    verweerder klager heeft gediscrimineerd vanwege zijn autisme;

4.    verweerder zich voor klager onbereikbaar houdt.

3          VERWEER

3.1     Er is door de rechtbank vonnis gewezen tegen de bewindvoerder van klager waarin een veroordeling tot ontruiming is uitgesproken. Tegen dit vonnis is geen rechtsmiddel ingesteld. Het vonnis is in opdracht van de cliënte van verweerder door de deurwaarder ten uitvoer gelegd. Verweerder valt ter zake geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

3.2     Klager heeft zich misdragen jegens de cliënte van verweerder. Vanuit de cliënte van verweerder is aangegeven dat indien klager het zoeken van contact niet zou stoppen, cliënte genoodzaakt was rechtsmaatregelen te treffen, waaronder het verzoek tot het opleggen van een contact- en locatieverbod, onder verbeurte van een dwangsom of toestemming om klager te gijzelen. Het is nog niet tot een dergelijk procedure gekomen. Verweerder valt ter zake niets te verwijten.

3.3     Er is geen sprake van discriminatie van klager door verweerder.

3.4     Het gedrag van klager aan de telefoon met (het kantoor van) verweerder heeft verweerder genoopt om klager niet langer te woord te staan. Klager is bovendien geen contractspartner meer van de cliënte van verweerder. De cliënte van verweerder wenst bovendien dat niet langer contact met klager voortbestaat. Het staat verweerder derhalve ook niet meer vrij contact met klager te hebben.

4          BEOORDELING

4.1     De klacht heeft betrekking op het optreden van de advocaat van de wederpartij. Een advocaat geniet een ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel. Daarbij geldt voorts dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft, en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid daarvan en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.

4.2     Verweerder heeft de verhuurder van de woning van klager in een kort geding procedure bijgestaan. Verweerder heeft in opdracht van zijn cliënte ontruiming van de woning van klager gevorderd. Het stond verweerder vrij de opdracht van zijn cliënte aan te nemen en deze uit te voeren. Verweerder heeft de belangen van zijn cliënte behartigd. Niet gebleken is dat hij de belangen van klager nodeloos heeft geschaad. Het is begrijpelijk dat het vonnis van de voorzieningenrechter, waarbij klager werd veroordeeld tot ontruiming van zijn woning, klager niet welgevallig was, maar dat betekent niet dat verweerder hiervan tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt. Indien klager zich niet kon verenigen met het vonnis van de voorzieningenrechter, had het op zijn weg gelegen daartegen een rechtsmiddel in te stellen.

4.3     Het stond verweerder voorts vrij om namens zijn cliënte rechtsmaatregelen, waaronder een verzoek tot het opleggen van een contact- en locatieverbod met dwangsom en mogelijk een gijzeling, in het vooruitzicht te stellen, indien klager niet voldeed aan het verzoek om niet langer met de cliënte van verweerder contact te zoeken. Ook in deze heeft verweerder de belangen van zijn cliënte behartigd, terwijl niet gebleken is dat verweerder de belangen van klager nodeloos heeft geschaad. Evenmin is gebleken dat verweerder klager heeft gediscrimineerd dan wel heeft aangezet tot het plegen van zelfmoord.

4.4     Klager verwijt verweerder voorts dat hij zich onbereikbaar heeft gehouden voor klager. Verweerder heeft klager aanvankelijk te woord gestaan, maar zich na enige tijd genoodzaakt gezien klager niet langer inhoudelijk te woord te staan. Het staat een advocaat vrij om te bepalen dat hij een voormalig wederpartij van zijn cliënt niet langer te woord wenst te staan. Hiervan valt hem tuchtrechtelijk geen verwijt te maken.

4.5     Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46 j Advocatenwet, dan ook kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond

Aldus beslist door mr. A.G.M. Zander, voorzitter, met bijstand van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier op 29 januari 2019

Griffier                                                            Voorzitter