ECLI:NL:TADRAMS:2018:223 Raad van Discipline Amsterdam 18-871/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2018:223
Datum uitspraak: 29-11-2018
Datum publicatie: 06-12-2018
Zaaknummer(s): 18-871/A/A
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Berichten aan derden
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Nergens blijkt uit dat verweerster de journalist van het Parool van stukken heeft voorzien of dat het artikel in het Parool in nauw overleg met verweerster tot stand is gekomen.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van  29 november 2018

in de zaak 18-871/A/A

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) van 16 oktober 2018 met kenmerk 2018-567392, door de raad ontvangen op 18 oktober 2018, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken. Daarnaast heeft de voorzitter kennisgenomen van de e-mail met bijlagen van klager aan de raad van 28 november 2018.

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende feiten uitgegaan.

1.1 Klager heeft – bij akte van splitsing van 20 oktober 1993 – als enig eigenaar een pand in Amsterdam (hierna: het pand) in vier appartementsrechten gesplitst. Klager heeft de eigendom van één appartementsrecht behouden. Samen met de drie andere appartementseigenaren (D, E en B) maakt klager deel uit van de Vereniging van Eigenaren (hierna: de VvE). Voor te nemen besluiten van de VvE hebben klager en D ieder twee stemmen en E en B ieder 1 stem.

1.2 Klager is jarenlang bestuurder en beheerder van de VvE geweest. In de ledenvergadering van 18 april 2017 is het voorstel om klager te ontslaan als bestuurder en E te benoemen als bestuurder met vier stemmen voor aangenomen. Klager is per diezelfde datum als bestuurder van de VvE uitgeschreven.

1.3 In de ledenvergadering van 14 augustus 2017 is met vier stemmen voor en twee stemmen tegen besloten om MVGM per eerst mogelijke datum het beheer over de VvE te laten voeren. Klager is daarbij in de gelegenheid gesteld documenten aan te leveren waaruit blijkt dat hij is aangesteld als beheerder.

1.4 Tijdens de ledenvergadering op 20 september 2017 heeft klager stukken ingebracht die volgens hem bewijzen dat hij de beheerder en de bestuurder is van de VvE. Met vier stemmen voor en twee stemmen tegen is besloten dat de door klager aangeleverde stukken worden betrokken in een juridische claim, dat MVGM per direct als beheerder van de VvE wordt benoemd en dat de door klager aangeleverde stukken als onredelijk bezwarend worden vernietigd.

1.5 Op 17 oktober 2017 heeft klager de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam verzocht de tijdens de ledenvergadering van de VvE op 20 september 2017 genomen besluiten te vernietigen, alsmede alle andere besluiten die volgens de door MVGM opgestelde notulen zijn genomen te vernietigen. De VvE is in deze procedure bijgestaan door verweerster.

1.6 In het Parool is op 10 maart 2018 een artikel over klager verschenen met als titel “Scharrelaar in hart en nieren”. Het artikel luidt, voor zover relevant:

“(…) Later deze maand dient voor de kantonrechter in Amsterdam een zaak die [klager] heeft aangespannen tegen de drie mede-eigenaren van het huis (…) waar hij de bovenste verdieping bewoont.

(…)

In een periode van twee jaar is (…) naar schatting 10.000 euro van de rekening verdwenen. Onrechtmatig handelen, is de conclusie van advocaat [verweerster], die de eigenaren bijstaat. ”We handelen eerst deze zaak bij de kantonrechter af. Daarna zal er aangifte worden gedaan van fraude in een poging het geld terug te vorderen.

[Klager] laat in een kort voor de deadline ontvangen reactie weten dat er weinig klopt van het artikel, met name van de passages over de vve.”

1.7 Op 19 maart 2018 heeft de zitting bij de kantonrechter plaatsgevonden. Niet verweerster, maar mr. H heeft de VvE tijdens zitting vertegenwoordigd.

1.8 Bij brief van 20 maart 2018 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.

1.9 Bij vonnis van 16 april 2018 heeft de kantonrechter de verzoeken van klager afgewezen en geoordeeld dat de VvE gerechtigd was om de besluiten te nemen zoals deze zijn genomen in de ledenvergadering van 20 september 2017.

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij de journalist van het Parool heeft voorzien van informatie en stukken inzake de procedure tussen klager en de VvE.

2.2 Klager heeft zijn klacht aldus toegelicht dat het artikel in het Parool van 10 maart 2018 in nauw overleg met verweerster is opgesteld. In het artikel wordt klager valselijk beschuldigd en staan onwaarheden over hem. Een advocaat mag niet de gewenste uitkomst van een procedure in de krant laten weergeven voordat de rechter zich daarover heeft uitgesproken, aldus steeds klager.

3 VERWEER

3.1 Verweerster voert aan dat zij de journalist van het Parool niet heeft benaderd om een artikel over klager te schrijven en dit te doen plaatsen. De journalist was reeds bezig met een artikel over klager en hij heeft enkele dagen voor de publicatie daarvan contact met verweerster opgenomen teneinde navraag te doen over de procedure tegen de VvE. Verweerster heeft de journalist enkele minuten via de telefoon te woord gestaan. Gedurende dat onderhoud heeft verweerster op geen enkele wijze inhoudelijk gesproken over de procedure tegen de VvE. Zij heeft enkel aangegeven wanneer de inhoudelijke behandeling van de zaak tegen de VvE zou plaatsvinden en uitdrukkelijk gesteld dat, voor het geval mocht komen vast te staan dat klager daadwerkelijk gelden van de rekening van de VvE heeft weggenomen zonder daarvoor een geldige reden te hebben, dat handelen zou kunnen worden geclassificeerd als onrechtmatig.

4 BEOORDELING

4.1 De klacht ziet op het handelen en/of nalaten van verweerster als advocaat van de wederpartij. Uitgangspunt is dat die advocaat een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met zijn cliënt goeddunkt. Deze vrijheid is niet absoluut, maar kan onder meer beperkt worden doordat (a) de advocaat zich niet onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij, (b) de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen, (c) de advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig mag schaden zonder redelijk doel.

4.2 De voorzitter overweegt dat het aan de klager is om de feiten waarop hij zijn klacht baseert voldoende aannemelijk te maken en ten minste aanknopingspunten aan te dragen voor de juistheid van zijn stellingen. Dat heeft klager hier niet gedaan. Nergens blijkt uit dat verweerster de journalist van het Parool van stukken heeft voorzien of dat het artikel in het Parool in nauw overleg met verweerster tot stand is gekomen. Volgens verweerster heeft zij slechts kort met de betreffende journalist gesproken en heeft zij hem alleen verteld wanneer de mondelinge behandeling van het verzoek zou plaatsvinden en dat, voor het geval mocht komen vast te staan dat klager daadwerkelijk gelden van de rekening van de VvE heeft weggenomen zonder daarvoor een geldige reden te hebben, dat handelen volgens haar zou kunnen worden geclassificeerd als onrechtmatig. De journalist heeft in een e-mail aan verweerster van 2 mei 2018, welke e-mail onderdeel uitmaakt van het klachtdossier, bevestigd dat hij op zijn initiatief kort telefonisch contact met verweerster heeft gehad over uitsluitend de procedurele kant van de zaak. Het valt verweerster als advocaat van de wederpartij niet tuchtrechtelijk te verwijten dat zij voorafgaand aan de zitting met de journalist heeft gesproken. De door verweerster gedane uitlating over klager is niet als onnodig grievend aan te merken. Verweerster kan voorts niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van een artikel dat een journalist heeft geschreven.

4.3 Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond.

Aldus in het openbaar uitgesproken door mr. E.J. van der Molen, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. S. van Excel als griffier op 29 november 2018.

Griffier  Voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 29 november 2018 verzonden.