ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0189 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 2006.486

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2007:YB0189
Datum uitspraak: 15-05-2007
Datum publicatie: 20-04-2009
Zaaknummer(s): 2006.486
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Brieven dienen binnen een redelijke termijn te worden beantwoord. Overweging ten aanzien van klachtenregeling op grond van hoofdstuk 9 Awb. Klacht gegrond.

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beschikking van 15 mei 2007 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 486.2006 van:

[     ],

wonende te [     ],

klaagster,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde mr. [     ].

Verloop van de procedure

Bij brief van 18 oktober 2006 heeft klaagster een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 16 november 2006 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

De klacht is behandeld ter zitting van 3 april 2007 alwaar klaagster en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 15 mei 2007.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a)      De gerechtsdeurwaarder is belast met de incasso van een vordering op de broer van klaagster.

b)      Bij brief van 14 juli 2007 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder onder meer geschreven dat volgens afspraak in drie termijnen een bedrag ad € 1139,33 was voldaan en dat zij ervan uitging dat de zaak hiermee afgesloten was waarvan zij graag een schriftelijke bevestiging zou ontvangen.

c)      Bij brief van 24 september 2006 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder onder meer geschreven:"Middels deze brief doe ik mijn beklag over het volgende. Op 21-04-2006 heb ik telefonisch contact met u gezocht. Met een van uw medewerkers heb ik toen afgesproken dat dezelfde dag een overzicht van de betalingsachterstand naar mij zou worden verstuurd. Het overzicht van de betalingsachterstand heb ik niet ontvangen. Op 28-04-2006 heb ik u een e-mail verstuurd, waarin ik nogmaals verzocht om een overzicht van de betalingsachterstand. Ook hierop is geen reactie uwerzijds gekomen. Op 05-05-2006 heb ik u een brief geschreven waarin ik nogmaals heb verzocht om het overzicht. Hierop heb ik op 09-05-2006 het overzicht ontvangen. Zoals bekend is, conform de betalingsafspraak, de laatste termijn op 13-07-2006 overgemaakt. Op 14-07-2006 heb ik u een brief geschreven waarin ik verzoek  om een schriftelijke bevestiging uwerzijds dat bovengenoemde zaak is afgesloten. Wederom zonder reactie. Vertrouwende op de behandeling van mijn klacht, teken ik..."

d)      Bij brief van 7 oktober 2006 heeft klaagster de gerechtsdeurwaarder verzocht binnen een week te reageren op haar klacht.

2. De klacht

Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder niet te reageren op herhaaldelijke schriftelijke verzoeken. Klaagster voelt zich onheus bejegend en heeft er geen vertrouwen in dat haar klacht door de gerechtsdeurwaarder wordt afgehandeld.

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat klaagster naar zijn mening geen partij dan wel belanghebbende is  bij de klacht. Zij is geen debiteur van hem maar haar broer.

De gerechtsdeurwaarder heeft verder aangevoerd de broer van klaagster steeds op de hoogte te hebben gesteld van het verloop van de executie en van de hoogte van het verschuldigde bedrag. Na de ontvangst van de laatste betaling  was voor hem de zaak gesloten reden waarom niet is gereageerd op de klacht van klaagster en haar laatste brief.

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Klaagster kan in haar klacht worden ontvangen omdat zij in deze zaak is opgetreden als belangenbehartigster van haar broer en omdat zij er ook afgezien daarvan aanspraak op kon maken dat door haar aan de gerechtsdeurwaarder gezonden berichten in ieder geval zouden worden beantwoord.

4.2 Naar het oordeel van de Kamer mag van de gerechtsdeurwaarder worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. Afhankelijk van de situatie wordt daarbij als redelijke termijn  aangemerkt een termijn van twee a drie weken na ontvangst. De termijn tussen het verzoek om een betalingsoverzicht van 21 april 2006 en de ontvangst daarvan op 9 mei 2006 voldoet aan deze norm.

4.3 Ten aanzien van de overige brieven staat naar het oordeel van de Kamer vast dat beantwoording is uitgebleven zodat de klacht op dat punt terecht is voorgesteld.

Ten aanzien van de brief van 24 september 2006 geldt meer in het bijzonder het volgende. Deze brief betreft een klacht die bij de gerechtsdeurwaarder is ingediend. Een gerechtsdeurwaarder is met openbaar gezag bekleed en op grond daarvan een bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Op de ambtelijke activiteiten van de gerechtsdeurwaarder is daarom hoofdstuk 9 van die wet van toepassing in welk hoofdstuk onder meer de behandeling van klachten en de termijnen van afhandeling daarvan worden geregeld. Uit de stukken blijkt dat in deze zaak ambtshandelingen zijn verricht zodat op grond daarvan moet worden geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet heeft gehandeld conform het bepaalde in hoofdstuk 9 Awb.

5. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt. De Kamer acht termen aanwezig om tot het opleggen van na te melden maatregel over te gaan.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op..

Aldus gegeven door mr. S.G. Ellerbroek, voorzitter, mr. M.M. Beins en M.J-M.L. Baudoin, (plaatsvervangend) leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 mei 2007 in tegenwoordigheid van de secretaris.

 Coll.:

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.