ECLI:NL:TGZRAMS:2024:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5278

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2024:91
Datum uitspraak: 23-04-2024
Datum publicatie: 23-04-2024
Zaaknummer(s): A2023/5278
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Ongegronde klacht tegen een verloskundige. Klaagster is in het ziekenhuis bevallen van een zoon. Verweerster was als verloskundige betrokken bij de bevalling. Klaagster verwijt de verloskundige onder andere dat zij na de geboorte zonder waarschuwing heeft geprobeerd klaagster vaginaal te onderzoeken. De verloskundige betwist dat zij klaagster nog vaginaal heeft onderzocht nadat het kind was geboren. De notitie hierover in het medische dossier is volgens de verloskundige onjuist. Het college overweegt dat in een geval waarin de standpunten van partijen uiteenlopen belang wordt gehecht aan het medische dossier om vast te stellen wat er is gebeurd. In dit geval zijn er echter redenen om voorzichtig te zijn met het verbinden van conclusies aan wat er in het medische dossier staat. De volgorde van de handelingen zoals die in het medische dossier staan genoteerd, kloppen namelijk niet met hoe een en ander feitelijk is verlopen (zie overweging 5.6). Tegen deze achtergrond komt doorslaggevende betekenis toe aan de getuigenverklaring van de verpleegkundige die tijdens de zitting is gehoord. Zij heeft verklaard dat zij de hele tijd aanwezig is geweest en dat de verloskundige na de geboorte van het kind klaagster niet vaginaal heeft onderzocht. Het college is van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de verloskundige klaagster na de geboorte van het kind vaginaal heeft onderzocht. Om die reden is het klachtonderdeel ongegrond. Ook de andere klachtonderdelen zijn ongegrond.

A2023/5278
Beslissing van 19 april 2024

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM

Beslissing van 19 april 2024 op de klacht van:

A,
wonende te B,
klaagster,

tegen

C,
verloskundige,
werkzaam te D,
verweerster, hierna ook: de verloskundige,
gemachtigde: mr. E, werkzaam te D.

1. De zaak in het kort
1.1 Klaagster is op 13 juni 2022 in het F (F), locatie D, bevallen van een zoon. Verweerster werkt in dat ziekenhuis als verloskundige en was betrokken bij de bevalling.

1.2 Klaagster verwijt de verloskundige dat zij na de geboorte zonder waarschuwing heeft geprobeerd om klaagster vaginaal te onderzoeken. Daarnaast heeft de verloskundige volgens klaagster meermaals hard op haar buik geduwd en getrokken aan de nageboorte. Verder heeft de verloskundige gezegd dat zij wel wist waar klaagster woonde.

1.3 Het college komt tot het oordeel dat klaagster ontvankelijk is, maar dat de verloskundige niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hierna vermeldt het college eerst hoe de procedure is verlopen. Daarna licht het college de beslissing toe.

2. De procedure
2.1 Het college heeft de volgende stukken ontvangen:
- het klaagschrift met bijlage, ontvangen op 16 januari 2023;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- het proces-verbaal van het op 28 september 2023 gehouden mondelinge vooronderzoek;
- de brief van 8 december 2023 van de gemachtigde van de verloskundige met bijlagen;
- de brief van 16 januari 2024 van klaagster met bijlage;
- het e-mailbericht van 8 februari 2024 van de gemachtigde van de verloskundige waarin zij aankondigt een getuige uit te nodigen voor de zitting;
- het e-mailbericht van 23 februari 2024 van de gemachigde van de verloskundige met bijlagen.

2.2 De klacht is ingediend bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle, samen met klachten tegen meerdere andere zorgverleners. Dat Tuchtcollege is gelet op de woonplaats van de verloskundige en de plaats van handelen in beginsel ook bevoegd om de klacht te beoordelen. Omdat het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle niet vrij stond om de klachten te behandelen, is de behandeling van de klacht overgedragen aan het Regionaal Tuchtcollege in Amsterdam.

2.3 De zaak is behandeld op de openbare zitting van 8 maart 2024. De partijen zijn verschenen. De verloskundige werd bijgestaan door haar gemachtigde. De partijen hebben hun standpunten mondeling toegelicht. De gemachtigde van de verloskundige heeft pleitnotities voorgelezen en aan het college en de andere partij overhandigd. Tijdens de zitting is G gehoord als getuige. Zij is verpleegkundige in het F en was bij de bevalling op 13 juni 2022 aanwezig.

3. Wat is er gebeurd?
3.1 Klaagster is op 12 juni 2022 door de eerstelijnsverloskundige overgedragen aan het F om in het ziekenhuis te bevallen. Zij werd overgedragen vanwege langdurig gebroken vliezen. Uit de informatie die bij de overdracht werd verstrekt, bleek dat er sprake was van psychosociale problematiek bij klaagster.

3.2 Klaagster is in de ochtend van 13 juni 2022 ingeleid. De verloskundige had die dag dienst vanaf 15:30 uur. Samen met de verpleegkundige G (hierna: de verpleegkundige) is de verloskundige kennis gaan maken met klaagster. Vanaf dat moment hebben de verloskundige en de verpleegkundige samen de bevalling van klaagster begeleid. Bij het grootste gedeelte van de bevalling was de zus van klaagster ook aanwezig.

3.3 In het medisch dossier, onder ‘notities gedurende opname en bevalling’, staat onder meer vermeld (alle citaten voor zover van belang en letterlijk weergegeven):
(…)
13-06-2022
17:07
[vlk]
(…)
Lang met aanstaande moeder en zus gekletst. Mw begint nu mooie contracties te krijgen, heeft de neiging tot paniek in het begin van de wee. Proberen ademhaling te coachen. Neemt meer aan van haar zus dan van mij en [vpk]. Geeft ook met ons een mindere klik te hebben dan met de dagdienst ploeg. Mijns inziens is de pijn daarbij ook de reden, krijgt nu contracties. Maar volgens mw had ze die pijn vanochtend ook. (…) Mw is nog veel aan de klets, moet nog een beetje in de bubbel komen.
(…)


13-06-2022
18:11
[vpk]
(…)
vind fijn in bad
(…)
13-06-2022
18:45
[vlk]
(…)
Zus van mw is even naar huis, is met uur/anderhalf weer terug. Mw geeft aan dat ze liever niet aangekeken wordt tijdens een wee. En dat ze liever alleen wordt gelaten.
(…)
13-06-2022
18:55
[vlk]
(…)
Collega toch bij mw gaan zitten, ivm niet alleen mogen zijn in bad.
(…)
13-06-2022
20:11
[vpk]
(…)
Start actief meepersen: datum: 13-6-2022, tijd: 20:11
13-06-2022
20:33
[vlk]
(…)
Segment blijft staan, nu derde wee. Ik leg mw uit dat ik graag backup wil mochten de schouders niet volgen. [Gyn] zou ik graag willen bellen. Mag alleen als ze niet in de kamer komt. Gebeld door [vpk].
13-06-2022
20:36
[vpk]
(…)
Geboorte kind.
Geboortedatum: 13-06-2022, geboortetijdstip: 20:36
13-06-2022
20:36
[vlk]
(…)
Caput snijdt door aav, geen ns omstrengeling. Tijdens uitdrijving continue goede cortonen. Volgende wee worden schouders geboren. Jongentje goede start.
13-06-2022
20:50
[vlk]
(…)
Bloedverlies neemt toe in bad. Besloten tot afnavelen en op bed.
13-06-2022
20:54
[vpk]
(…)
Mw ligt op bed
Mw weigert bloedgas afname
13-06-2022
21:01
[vpk]
(…)
Geboorte placenta
Datum geboorte placenta: 13-06-2022, tijd geboorte placenta: 21:01
13-06-2022
21:15
[vlk]
(…)
Inspectie perineum; van buitenaf geen letsel.
Bij spreiden labia links een ruptuurtje gezien, geen actief bloedverlies hieruit. Hierna mag ik van mw absoluut niet meer aan haar komen. Duwt mn hand weg.
13-06-2022
21:42
[vlk]
(…)
[Gyn] komt uit zichzelf binnen om te kijken hoe het gaat. Placenta nog niet geboren, ik mag geen fundusstand voelen ivm gevoeligheid navel. [Gyn] maseert flink wat stolsels, placenta geboren 21.01 (…)
13-06-2022
21:45
[vlk]
(…)
Mw gefeliciteerd met de geboorte van haar zoon. Zegt sorry over haar gedrag, is zich ervan bewust dat zij een ‘heks’ is geweest.
(…)
13-06-2022
22:35
[gyn]
(…)
Rond 17 uur voorgesteld aan patiente, raakte toen in partu. Zat in bad. Toonde toen al bijzonder gedrag naar aanwezige verpleegkundigen. Benoemde gevoelens, ze voelde irritatie naar

aanwezige verpleegkundige en met de verloskundige had ze geen klik. Zus van patiente aanwezig, die gaf goede support. Vaginaal in bad bevallen, tijdens persen nog als gyn standby gevraagd omdat caput niet doorsneedt en patiente moeilijk te coachen was op dat moment. Was niet nodig. Heeft wel dreigementen geuit tegen verloskundige op dat moment (“ik kom je opzoeken of laat je volgen als als ik uitscheur”). Na geboorte baby naar bed verhuisd. Aldaar geen wens syntocinon en ook geen afname bloedgassen. Mocht niet aangeraakt worden. Zei dat ze een uur had om placenta geboren te laten worden. [Gyn] kwam spontaan even binnen. Mocht wel uterus voelen nadat patiente de verloskundige wegsloeg en uitschold omdat ze pijn had bij de navel. [Gyn] mocht voelen, grote uterus N+4 vingers. Matige contractie. Na druk op uterus verlies ruim stolsels. Uitleg dat placenta los ligt en we middels druk deze geboren willen laten worden. Patiente meldt dat ze iedere aanraking zonder toestemming zal opvatten als verkrachting. Benoemd dat we altijd uitleggen wat we doen en dat we dit alleen doen als het medisch noodzakelijk is. (…)
Verpleegkundige werd trut genoemd, verloskundige mocht niks doen. Aanraking ongewenst was hetzelfde als verkrachting. (…) Uitgelegd dat ik gehoord had dat ze onaangepast gedrag vertoonde in ons ziekenhuis en dat ze incoherent was in haar gesprek. (…) Patiente viel weer uit naar verpleging en verloskundige. Zegt dat geuite dreigingen een grapje waren. Haar zus wijst haar terecht en zegt dat ze zich echt misdragen heeft en en belachelijke dingen heeft gezegd tegen zorgverleners. Patiente we=derom door het lint. (…) Gekeken (met toestemming) naar ruptuur. Labiumruptuur links, valt mooi tegen elkaar aan. Geen hechtingen gezet.
(…)

Opmerking college: in het medisch dossier staat in plaats van:
- [vlk] de naam van de verloskundige,
- [vpk] de naam van de verpleegkundige,
- [gyn] de naam van de gyneacoloog.

4. De klacht en de reactie van de verloskundige

4.1 Klaagster verwijt de verloskundige, kernachtig weergegeven, dat zij:
a) na de geboorte zonder waarschuwing heeft geprobeerd om klaagster vaginaal te onderzoeken;
b) meermaals hard op haar buik heeft geduwd en heeft getrokken aan de nageboorte;
c) heeft gezegd dat zij wel wist waar klaagster woonde. Daarnaast was de communicatie vervelend: klaagster moest meermaals vragen om stilte en de verloskundige deed alsof zij een doula was.

4.2 De verloskundige heeft het college verzocht klaagster niet-ontvankelijk te verklaren en de klacht dus niet inhoudelijk te behandelen. Voor het geval het college de klacht wel inhoudelijk gaat beoordelen, heeft de verloskundige het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren. Zij heeft toegelicht dat er bij klaagster sprake was van veel emoties en ook agressief gedrag. Zij vloekte en schold de verloskundige en haar collega’s uit, maakte ruzie met haar zus en schreeuwde herhaaldelijk dat zij het kind niet waard was. Dit gedrag ging veel verder dan wat de verloskundige gewend was van een vrouw in baringsnood. Na de geboorte van de baby en voorafgaand aan de geboorte van de placenta heeft de verloskundige de zorg overgedragen aan de gyneacoloog omdat klaagster niet meer wilde dat de verloskundige haar aanraakte. Zij heeft toen ook de kamer verlaten. Onder deze moeilijke omstandigheden heeft de verloskundige haar werk gedaan en is de bevalling, medisch gezien, goed verlopen.

4.3 Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college
5.1 Het is voor het college duidelijk dat de bevalling van klaagster op 13 juni 2022 voor alle personen die daarbij betrokken zijn geweest een heftige gebeurtenis is geweest. Klaagster heeft verklaard dat zij op de bevalling terugkijkt als een traumatische gebeurtenis. De verloskundige heeft uitgelegd hoe zij het gedrag van klaagster heeft ervaren en welke impact dat heeft gehad. De verpleegkundige die als getuige is gehoord heeft daar ook over verklaard. Bij de zitting waren veel collega’s van de verloskundige aanwezig en de gemachtigde van de verloskundige heeft toegelicht dat zij aandacht vragen voor de moeilijke omstandigheden waaronder zij soms hun werk moeten doen.

Is klaagster ontvankelijk?
5.2 De verloskundige vindt dat klaagster niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat het klaagschrift niet voldoet aan de eisen: de feiten en gedragingen zijn te summier omschreven en datum en tijdstippen ontbreken. Het college oordeelt dat klaagster wel ontvankelijk is. Hoewel het klaagschrift niet uitgebreid is, is het duidelijk wat klaagster de verloskundige verwijt. Ook was het duidelijk over welke gebeurtenis de klacht ging. Het college zal de klacht daarom verder inhoudelijk bespreken.

Welke criteria gelden bij de beoordeling?

5.3 De vraag is of de verloskundige de zorg heeft verleend die van haar verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende verloskundige. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.

Klachtonderdeel a) na de bevalling onderzoek aan de vagina zonder waarschuwing

5.4 Klaagster verwijt de verloskundige dat zij kort nadat haar zoon geboren was zonder waarschuwing heeft geprobeerd om klaagster vaginaal te onderzoeken. De verloskundige betwist dat zij dit heeft gedaan. Voor de geboorte van de baby heeft de verloskundige klaagster een paar keer vaginaal onderzocht om de voortgang te monitoren, steeds met instemming van klaagster en zonder weerstand. Na de geboorte heeft de verloskundige klaagster niet meer vaginaal onderzocht. Voorafgaand aan de geboorte van de placenta bestaat daarvoor geen aanleiding. Bij de geboorte van de placenta was de verloskundige niet meer aanwezig omdat zij de zorg inmiddels aan de gyneacoloog had overgedragen. De notitie hierover in het medische dossier van 21:15 uur is volgens de verloskundige onjuist. Die notities zijn pas later gemaakt, nadat de bevalling achter de rug was, toen alle zorgverleners samen in een ruimte zaten.

5.5 Tijdens de zitting is de verpleegkundige als getuige gehoord. Zij heeft verklaard dat de verloskundige na de geboorte van het kind geen vaginaal onderzoek en onderzoek van het perineum heeft gedaan, maar dat de gyneacoloog dat heeft gedaan nadat de placenta was geboren.

5.6 Het college stelt vast dat klaagster en de verloskundige van mening verschillen over of klaagster nog vaginaal onderzoek heeft gedaan nadat het kind was geboren. Meestal wordt in zo’n geval belang gehecht aan het medische dossier om vast te stellen wat er is gebeurd. Het medisch dossier is dan belangrijk omdat er vaak geen reden is om aan te nemen dat wat in het medische dossier staat, niet klopt. In dit geval zijn er wel redenen om voorzichtig te zijn met het verbinden van conclusies aan wat er in het medische dossier staat. De volgorde van de handelingen zoals die in het medische dossier staan genoteerd, kloppen namelijk niet met hoe een en ander feitelijk is verlopen. Zo staat om 21:01 uur genoteerd dat de placenta is geboren, en staat de inspectie van het perineum om 21:15 uur genoteerd onder de naam van de verloskundige. Partijen zijn het er echter over eens dat de verloskundige de kamer heeft verlaten vóór de geboorte van de placenta en dat zij daarna niet meer op de kamer is geweest. Verder staat vast dat de gyneacoloog vóór de geboorte van de placenta de kamer is binnengekomen en de zorg heeft overgenomen, terwijl dit pas op het tijdstip 21:42 uur staat genoteerd. Verder staat ook vast dat de gyneacoloog na de geboorte van de placenta het perineum en de labia heeft geïnspecteerd op scheurtjes. De verloskundige heeft toegelicht dat tijdens de bevalling geen notities in het dossier zijn gemaakt omdat daar op dat moment geen tijd voor was en dat de notities die avond gezamenlijk zijn opgesteld, terwijl meerdere collega’s bij elkaar zaten. Ook dit is voor het college een reden om niet zomaar uit te gaan van de weergave in het medische dossier omdat niet uitgesloten kan worden dat hierbij tijdstippen zijn verwisseld of notities zijn gemaakt door een andere persoon. Het kan dan voorkomen dat een handeling die door de ene persoon wordt gedaan, onder de naam van een andere persoon wordt genoteerd in het dossier.
Tegen deze achtergrond komt doorslaggevende betekenis toe aan de getuigenverklaring van de verpleegkundige. Zij heeft verklaard dat zij de hele tijd aanwezig is geweest en dat de verloskundige na de geboorte van het kind klaagster niet vaginaal heeft onderzocht. Zij heeft daarbij verklaard dat zij al lang verpleegkundige is en dat zij mondig genoeg is om er iets van te zeggen als een collega iets doet zonder instemming van de patient.

5.7 Het college is daarom van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de verloskundige klaagster na de geboorte van het kind vaginaal heeft onderzocht. Om die reden is het klachtonderdeel ongegrond.

Klachtonderdeel b) meermaals hard duwen op de buik en trekken aan de nageboorte

5.8 Klaagster verwijt de verloskundige dat zij meermaals hard op de buik van klaagster heeft geduwd en dat zij daarmee maar doorging toen klaagster zei dat dit zeer deed. Ook heeft de verloskundige volgens klaagster aan de nageboorte getrokken. De verloskundige betwist dat zij hard op de buik van klaagster heeft gedrukt of is blijven drukken en ook dat zij aan de nageboorte heeft getrokken. Zij heeft wel na toestemming van klaagster de stand van de fundus gevoeld en daarvoor haar handen op de buik van klaagster gelegd. Het is daarbij niet nodig om hard te duwen en dat heeft zij dan ook niet gedaan. Toen klaagster aangaf dat zij niet meer door de verloskundige aangeraakt wilde worden, heeft de verloskundige dit ook niet meer gedaan.

5.9 Ook hier komt doorslaggevende betekenis toe aan de getuigenverklaring van de verpleegkundige. Zij heeft verklaard dat de verloskundige de fundus heeft gevoeld met toestemming van klaagster en daarna de kamer heeft verlaten. Zij heeft ook verklaard dat de verloskundige niet op de buik van klaagster heeft geduwd en ook niet aan de navelstreng heeft getrokken.

5.10 Het college oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de verloskundige op de buik van klaagster heeft gedrukt of aan de nageboorte heeft getrokken. Het klachtonderdeel is daarom ongegrond.

Klachtonderdeel c) communicatie
5.11 Klaagster verwijt de verloskundige dat zij heeft gezegd dat zij wel wist waar klaagster woonde. Daarnaast was de communicatie vervelend: klaagster moest meermaals vragen om stilte en de verloskundige deed alsof zij een doula was. De verloskundige betwist dit. Het was juist andersom: klaagster zei dat zij de verloskundige wel zou weten te vinden als zij uit zou scheuren. Daarnaast was klaagster verbaal agressief: zij vloekte en schold. Er is verder zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan klaagsters wens om stilte.

5.12 Het college stelt vast dat zowel de verloskundige als de verpleegkundige betwisten dat de verloskundige heeft gezegd ‘wel te weten waar klaagster woont’. Daarentegen verklaren zij beiden en blijkt ook uit de notitie van de gyneacoloog dat juist andersom klaagster heeft verklaard ‘dat zij de verloskundige zou weten te vinden’. Klaagster heeft dat zelf tijdens de zitting ook toegegeven, zij heeft verklaard dat zij tijdens de bevalling heeft gezegd: “als mijn kind het niet overleeft dan weet ik waar jij woont”. Daarnaast heeft klaagster erkend dat zij na de bevalling heeft gezegd dat zij blij was dat zij hun rotkoppen niet meer hoefde te zien. Het college heeft dan ook geen enkele reden om aan te nemen dat het verwijt van klaagster op dit punt terecht is.

5.13 Ook het verwijt over de communicatie in het algemeen is ongegrond. Het college heeft geen enkel aanknopingspunt gevonden dat de verloskundige op dit punt tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Slotsom

5.14 Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht ongegrond zijn.

6. De beslissing
Het college:
- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door E.A. Messer, voorzitter, M.M. van ‘t Nedereind, lid-jurist, M.R. Konijn, M.A.E. van de Westerlo en F.C.D. Buist, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door M.A.E. Veeren, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2024.