ECLI:NL:TGZRZWO:2018:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 135/2017

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2018:47
Datum uitspraak: 23-02-2018
Datum publicatie: 23-02-2018
Zaaknummer(s): 135/2017
Onderwerp: Schending beroepsgeheim
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie:   Klacht tegen gz-psycholoog kennelijk ongegrond. Er is geen rechtsregel die verplicht, en evenmin is voorgeschreven, dat verweerster de stukken per aangetekende post had moeten verzenden. Hoewel het beter ware geweest om kort voor verzending van de stukken nogmaals bij klaagster het adres te verifiëren en wel gebruik te maken van aangetekende verzending, kan het handelen van verweerster de tuchtrechtelijke toets doorstaan. Dat de toenmalige huurbaas de informatie in een andere procedure heeft ingebracht kan niet leiden tot een ander oordeel.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 23 februari 2018 naar aanleiding van de op 31 mei 2017 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C , GZ-psycholoog, werkzaam te B,

bijgestaan door mr. M. Timpert-de Vries, advocaat te Arnhem,

v e r w e e r s t e r

1.    HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Dat blijkt uit de volgende stukken:

-          het klaagschrift;

-          het verweerschrift met de bijlagen;

-          de repliek met de bijlagen;

-          de dupliek met de bijlagen;

-          het proces-verbaal van het op 19 januari 2018 gehouden mondeling vooronderzoek.

2.    FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klaagster, geboren in 1991, heeft bij een intake bij D studentenpsychologen, in september 2015, schriftelijke informatie aan verweerster gegeven van een psycholoog van het I en een psycholoog in E betreffende klaagster. Verweerster is werkzaam als gezondheidszorgpsycholoog bij de D.

Op 3 februari 2016 heeft verweerster klaagster een e-mailbericht gestuurd, met navolgende inhoud:

Hoi [voornaam klaagster, RTC],

Hoe gaat het met jou? Aangezien ik lange tijd niets meer van jou heb gehoord, ga ik ervan uit dat jij geen verder gebruik meer wilt maken van onze behandelmogelijkheden. Ik zal jou dossier daarom sluiten en alle voorinformatie aan jou retour sturen. Ben jij nog steeds woonachtig aan de F in B?”

Diezelfde dag heeft klaagster verweerster per e-mail verzocht het dossier niet te sluiten. Klaagster werkte minder uren in de week en had wel tijd. Klaagster vroeg om een afspraak op vrijdagmiddag in B.

Op 6 april 2016 verzocht verweerster klaagster per e-mail om contact op te nemen met het secretariaat voor een verlengde intake. Verweerster gaf aan dan mee te kunnen denken in een passend vervolg voor klaagster. Op 29 april 2016 heeft klaagster het secretariaat verzocht om een afspraak in te plannen als tweede intakegesprek.

Op 22 april 2016 heeft klaagster een adreswijziging verzonden aan G en de gemeente B.

Op 29 april 2016 is klaagster officieel verhuisd naar een ander adres in B.

Een afspraak werd gemaakt voor 3 juni 2016. Op die afspraak is klaagster niet verschenen, zonder bericht van verhindering.

Verweerster heeft eind juni 2016 de door klaagster, bij de intake overgelegde documenten van het I, het intakeformulier van D Studentenpsychologen en het dossier van de psycholoog uit E, onder begeleiding van een post-it aan klaagster verzonden per gewone post aan het bij de D Studentenpsychologen bekende (oude) adres.

De voormalig huurbaas heeft de informatie van het door verweerster verstuurde dossier over klaagster in een civiele procedure ingebracht.

Op 13 december 2016 heeft een gesprek tussen klaagster, verweerster en H, studentenpsycholoog D, plaatsgevonden.

3.    HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT

Klaagster verwijt verweerster -zakelijk weergegeven- dat verweerster haar dossier heeft gesloten en onzorgvuldig is omgegaan met de gegevens van klaagster, door deze niet-aangetekend te verzenden naar een niet door haar gecontroleerd adres.

4.    HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER

Verweerster voert -zakelijk weergegeven- aan dat zij binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven. Er bestaat geen rechtsregel die voorschrijft dat een papieren dossier aangetekend dient te worden verzonden. Klaagster heeft haar adreswijziging niet aan verweerster bekend gemaakt. Voor zover nodig wordt hieronder nader ingegaan op het verweer.  

5.    DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1          

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Verweerster heeft, mede gelet op haar aanstaande zwangerschapsverlof, geprobeerd zorgvuldig te handelen door schriftelijke medische informatie aan klaagster retour te zenden. Waar de meeste informatie van studenten bestond uit enkel het intakeformulier bij D studentenpsychologen had klaagster zelf schriftelijke informatie ingebracht en verweerster wilde niet dat de informatie onbewaakt aanwezig zou blijven in een afgesloten kast op haar kamer. In februari 2016 heeft verweerster aan klaagster gevraagd of zij nog op het bij verweerster bekende adres woonde. Klaagster heeft daar niet op gereageerd en nadien geen adreswijziging aan verweerster doorgegeven. Dat klaagster haar nieuwe adres aan de D heeft bekendgemaakt en daar haar adres heeft geverifieerd, zoals zij stelt, maakt dit niet anders nu klaagster op 5 november 2015 heeft aangegeven dat er geen gegevens, over onder andere studievoortgang, mochten worden gewisseld met verweerster.

Nadat klaagster op 3 juni 2016 zonder bericht van verhindering verscheen heeft verweerster nog een aantal weken gewacht alvorens de schriftelijke informatie retour te zenden.

Er is geen rechtsregel die verplicht, en evenmin is voorgeschreven, dat verweerster de stukken per aangetekende post had moeten verzenden. Hoewel het beter ware geweest om kort voor verzending van de stukken nogmaals bij klaagster het adres te verifiëren en wel gebruik te maken van aangetekende verzending, kan het handelen van verweerster de tuchtrechtelijke toets doorstaan. Dat de toenmalige huurbaas de informatie in een andere procedure heeft ingebracht kan niet leiden tot een ander oordeel.

Verweerster heeft overigens naar aanleiding van deze tuchtklacht het intakeformulier en de werkwijze op de afdeling aangepast wat betreft het verzenden van stukken.

Wat betreft het sluiten van het dossier is verweerster evenmin een tuchtrechtelijk verwijt te maken, nu de behandeling niet daadwerkelijk was opgestart, klaagster maanden niets van zich had laten horen en op elk door klaagster gewenst moment weer kon worden opgestart.

5.3

Gelet op het voorgaande is de klacht kennelijk ongegrond en dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college wijst de klacht af.

Aldus gedaan in raadkamer door mr. A.L. Smit, voorzitter, S.M. Pol en S.L.M. Jorna, leden-gezondheidszorgpsychologen, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Sijnstra-Meijer, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 23 februari 2018 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.                                                                                                   

 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.