ECLI:NL:TGZREIN:2014:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1461

ECLI: ECLI:NL:TGZREIN:2014:97
Datum uitspraak: 19-11-2014
Datum publicatie: 19-11-2014
Zaaknummer(s): 1461
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Klacht over vernietiging papieren dossier. KNMG richtlijn medische gegevens. Papieren dossiers en andere dossierstukken digitaal opslaan, dan pas vernietigen. Van b elangrijke documenten ook origineel bewaren. Gegrond. Klacht over weigeren hulp en bejegening. Ongegrond. Waarschuwing.

Uitspraak: 19 november 2014

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 10 maart 2014 binnengekomen klacht van:

[A]

wonende te [B]

klaagster

tegen:

[C]

huisarts

werkzaam te [B]

verweerster

gemachtigde mr. L. Fedder te Utrecht

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-          het klaagschrift

-          het verweerschrift en een aanvulling daarop.

Na ontvangst van het verweerschrift heeft de secretaris de zaak naar een openbare zitting van het college verwezen.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is ter openbare zitting van 24 september 2014 behandeld. Partijen waren aanwezig, verweerster bijgestaan door haar gemachtigde.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klaagster is in 2011 van [D] naar [B] verhuisd. Klaagster is aldaar patiënt geworden bij verweerster en heeft in oktober 2011 een kennismakingsgesprek met haar gehad. Verweerster heeft het medisch dossier van klaagster ontvangen van haar vorige huisarts.

In die periode ging de praktijk waar verweerster deel van uitmaakt (hierna: de praktijk) over op een digitaal medisch dossier. Om van het papieren medisch dossier van klaagster een werkbaar computerdossier te maken, heeft verweerster het dossier laten digitaliseren. Omdat de praktijk destijds veel nieuwe patiënten kreeg, hebben zij voor het digitaliseren van de dossiers via een medisch uitzendbureau een co-assistent geneeskunde ingehuurd. Deze co-assistent had de opdracht de dossiers op te schonen en de relevante medische gegevens overzichtelijk in het elektronisch dossier in te voeren. Van de belangrijkste zaken is een samenvatting gemaakt die in de probleemlijst is opgenomen. Specialistenbrieven en onderzoeksresultaten die relevant werden geacht, werden ingescand. Enkele belangrijke documenten, zoals wilsbeschikkingen, werden opgeborgen in het archief. Daarna werden de dossiers vernietigd. Aanvankelijk werden de ingebrachte dossiers gecontroleerd op kwaliteit en volledigheid.

Tijdens het kennismakingsgesprek heeft verweerster niet besproken dat zij het papieren dossier van klaagster zou (laten) digitaliseren, waarbij zij niet-relevante gegevens zou (laten) vernietigen.

Op 27 november 2013 is klaagster bij een collega van verweerster geweest omdat klaagster al vijf dagen over tijd was en al enkele zwangerschapstesten had gedaan, die alle negatief waren. Op medische indicatie is er in de praktijk van verweerster een zwangerschapstest uitgevoerd, die ook negatief was. Daarop werd afgesproken dat klaagster in het weekeinde de test zelf nog eens zou herhalen en bij een negatieve uitslag terug zou komen als ze een week later nog niet was gaan menstrueren om dan het zwangerschapshormoon in het bloed te laten bepalen.

Op 3 december 2013 is klaagster met urine naar de praktijk gegaan om haar urine te laten testen. De assistentes van verweerster (hierna: de assistentes) hebben na overleg met verweerster medegedeeld dat het urineonderzoek nu niet kosteloos zou zijn, maar 15 euro zou kosten. Klaagster is vervolgens zonder onderzoek weer naar huis gegaan.

Op 9 december 2013 is klaagster overgestapt naar een andere huisarts. Daarna zijn er, in de periode waarin verweerster wegens ziekte afwezig was, verschillende contacten geweest tussen klaagster en de praktijk in verband met het opsturen van het dossier van klaagster naar de opvolgend huisarts. De nieuwe huisarts van klaagster heeft vervolgens het opgeschoonde dossier ontvangen.

Toen verweerster in april 2014 weer hersteld was, heeft zij klaagster gebeld om uit te leggen wat er met haar dossier was gebeurd, waarbij zij haar excuses heeft aangeboden voor het feit dat ze klaagster niet eerder had kunnen bellen.

3. Het standpunt van klaagster en de klacht

1. Klaagster verwijt verweerster ten eerste dat zij het medisch dossier van klaagster is kwijtgeraakt. Ondanks alle verzoeken van klaagster aan de praktijk, ontving de opvolgend huisarts het dossier van klaagster niet. Uiteindelijk heeft de nieuwe huisarts wel het dossier van klaagster ontvangen, maar alleen hetgeen verweerster heeft bewaard. Het was niet aan verweerster te bepalen welke gegevens uit het dossier van klaagster relevant waren en welke gegevens mochten worden vernietigd.

2. Ten tweede verwijt klaagster verweerster dat zij haar op 3 december 2013 heeft geweigerd te helpen. Klaagster is onprofessioneel en respectloos behandeld door verweerster en haar assistentes.

4. Het standpunt van verweerster

Verweerster is het dossier niet kwijtgeraakt. Verweerster heeft de relevante medische gegevens uit het papieren medisch dossier van klaagster laten invoeren in de computer, een verwijsbrief in laten scannen en het dossier daarna laten vernietigen. Het digitale dossier is kort nadat bekend was geworden dat klaagster naar een andere huisarts was gegaan aan de nieuwe huisarts toegezonden.

In het dossier is niets genoteerd over een telefoongesprek tussen klaagster en één van de assistentes op 2 december 2013 en de assistentes herinneren zich niet klaagster te hebben geadviseerd de volgende dag met urine te komen voor een gratis zwangerschapstest. Dit is geen gebruikelijk advies en de assistentes weten allemaal dat een gratis zwangerschapstest alleen kan worden gedaan op medisch advies van de huisarts.

Verweerster kan zich het incident op 3 december 2013 niet herinneren. Uit het dossier van klaagster blijkt dat zij op 27 november 2013 bij een collega van verweerster is geweest, waarbij is afgesproken dat klaagster bij uitblijven van de menstruatie in het weekeinde de test zelf nog eens zou herhalen. Indien deze weer negatief zou zijn, adviseerde zij klaagster over een week het zwangerschapshormoon in het bloed te laten bepalen. De kosten hiervoor zouden van het eigen risico van klaagster afgaan. Toen klaagster op 3 december 2013 met haar urine aan de balie kwam, hebben de assistentes uitgelegd dat het 15 euro zou kosten om deze te laten onderzoeken en de test alleen wordt vergoed als de dokter het medisch indiceert. Omdat klaagster niet akkoord ging met deze uitleg, zijn de assistentes tijdens het spreekuur naar verweerster gegaan met de vraag of er een medische indicatie was. Volgens de assistentes heeft verweerster daarop aangegeven dat dit geen medisch spoed was en er derhalve geen reden was om klaagster op dat moment te zien. Tevens heeft verweerster gezegd dat zij zich kon vinden in het advies van haar collega om het zwangerschapshormoon in het bloed te laten prikken en dat klaagster contact op kon nemen met haar collega of op een ander moment met haarzelf. De assistentes zijn steeds vriendelijk en behulpzaam geweest. Dat klaagster zelf een test moest betalen, is vervelend voor haar, maar klaagster is niet onprofessioneel of respectloos behandeld.

5. De overwegingen van het college

Ad 1

In de KNMG richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens van januari 2010, hoofdstuk 1.8 ‘Digitaliseren van papieren dossiers en documenten’, is bepaald dat papieren dossiers en andere dossierstukken, nadat ze digitaal zijn opgeslagen, vernietigd mogen worden. Uitzondering hierop vormen belangrijke originele documenten zoals authentieke schriftelijke wilsverklaringen. Geadviseerd wordt om deze in originele vorm te bewaren, ook nadat ze zijn gescand. Omdat gescande documenten “statisch” zijn, wordt voorts aangeraden bepaalde belangrijke informatie daaruit tevens over te nemen in het digitale dossier. De gegevens moeten ten slotte voldoende toegankelijk en raadpleegbaar blijven en de patiënt moet zijn rechten met betrekking tot die stukken (zoals inzage, afschrift en vernietiging) kunnen blijven uitoefenen.

Hieruit blijkt dat alle onderdelen van het papieren dossier volledig moeten worden gescand en opgeslagen voordat ze vernietigd mogen worden. Nu verweerster slechts een samenvatting van de relevante gegevens uit het dossier van klaagster heeft laten opnemen in de probleemlijst, één specialistenbrief heeft bewaard en het dossier voor het overige, zonder het eerst digitaal op te slaan, heeft laten vernietigen, is dit klachtonderdeel in zoverre gegrond.

Ad 2

Uit het dossier van klaagster blijkt dat zij met een collega van verweerster op 27 november 2013 de afspraak had gemaakt na een week het zwangerschapshormoon in het bloed te laten bepalen indien klaagster op dat moment nog steeds niet menstrueerde en de door haarzelf uitgevoerde zwangerschapstest wederom negatief zou zijn. Naar de mening van verweerster heeft zij op 3 december 2013 slechts deze afspraak bevestigd en was er op dat moment geen medische indicatie om klaagster direct te zien of opnieuw een zwangerschapstest te doen. Klaagster heeft niet aannemelijk gemaakt dat hiervan op dat moment wel sprake was. Evenmin is komen vast te staan dat verweerster of één van haar assistentes klaagster daarbij respectloos heeft bejegend. Nog daargelaten dat het verweerster niet tuchtrechtelijk te verwijten zou zijn indien de assistentes klaagster wel onheus zouden hebben bejegend. Het college verklaart dit klachtonderdeel derhalve ongegrond.

Ten aanzien van het gegrond verklaarde gedeelte van de klacht acht het college de maatregel van waarschuwing passend. Het college acht termen aanwezig om deze beslissing te publiceren.

6. De beslissing

Het college:

-          verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond;

-          legt hiervoor op de maatregel van waarschuwing;

-          wijst de klacht voor het overige af;

-          bepaalt dat om redenen, aan het algemeen belang ontleend, de beslissing, zodra zij onherroepelijk is geworden, zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift “Medisch Contact”.

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, mr. P.M. Huijbers-Koopman als lid-jurist, C.M.F. van Roessel, dr. J.H. Wijsman en A. de Jong als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op

19 november 2014 in aanwezigheid van de secretaris.