ECLI:NL:TADRSHE:2014:80 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch OB 12 - 2014

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2014:80
Datum uitspraak: 14-04-2014
Datum publicatie: 16-04-2014
Zaaknummer(s): OB 12 - 2014
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Wat in het algemeen niet betaamt
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Schrapping
Inhoudsindicatie: Het door een advocaat valselijk opmaken van processtukken en rechterlijke uitspraken valt een advocaat tuchtrechtelijk zeer ernstig aan te rekenen. Het vertrouwen in de advocatuur wordt daardoor dusdanig ondermijnd dat niet kan worden volstaan met een lichtere maatregel dan schrapping van het tableau. Bezwaar gegrond, schrapping

Beslissing van 14 april 2014

in de zaak OB 12 - 2014

naar aanleiding van het bezwaar van:

deken

tegen:

                                        verweerder

1          Verloop van de procedure

1.1      Bij brief aan de raad van 9 januari 2014 met kenmerk nr. 48/13/205K II, door de raad ontvangen op 10 januari 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2      Het dekenbezwaar is tegelijk met de bezwaren van de deken in klachtzaak OB 325-2013 behandeld ter zitting van de raad van 17 februari 2014 in aanwezigheid van de deken . Verweerder is voor deze mondelinge behandeling opgeroepen bij brief dd. 14 januari 2014 van de griffier van de raad, verzonden per aangetekende en per gewone post. Verweerder is zonder bericht niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3      De raad heeft kennis genomen van:

-     de brief van de deken dd. 9 januari 2014, met bijlage

2          FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1      Verweerder trad op voor BV X. In 2006 heeft BV X aan verweerder opdracht gegeven om van de gemeente T, een bedrag van € 80.000, - , betaald op 17 januari 2006, terug te vorderen. Verweerder heeft de gemeente Y op 8 juni 2007 gedagvaard. Gedagvaard werd tegen de rolzitting van 24 oktober 2007. Verweerder heeft nagelaten de dagvaarding aan te brengen bij de (toenmalige) rechtbank Middelburg. BV X heeft verweerder voor voormelde fout aansprakelijk gesteld.

2.2      Verweerder heeft vervolgens de gemeente Y opnieuw gedagvaard. Verweerder heeft andermaal verzuimd de dagvaarding aanhangig te maken bij de (toenmalige) rechtbank Middelburg. Verweerder heeft aan BV X een tweetal vonnissen van de rechtbank Middelburg toegezonden van respectievelijk 19 september en 12 december 2012 alsmede een akte op briefpapier van advocatenkantoor Z dd. 24 april 2013.

2.3      De deken is uit informatie bij de rechtbank Zeeland West-Brabant en bij advocatenkantoor Z gebleken dat de door verweerder aan zijn cliënte toegestuurde vonnissen niet zijn gewezen door de (toenmalige) rechtbank Middelburg en dat de door verweerder aan zijn cliënte toegestuurde akte dd. 24 april 2013 niet is opgemaakt door één van de bij advocatenkantoor Z. werkzame advocaten.

2.4      Verweerder heeft tijdens een gesprek met de deken op 4 december 2013 erkend de twee vonnissen en de akte te hebben vervalst. Verweerder verklaarde dat te hebben gedaan, omdat hij zijn cliënte niet onder ogen durfde te komen met het feit dat de in 2010 uitgebrachte dagvaarding andermaal niet bij de rechtbank was aangebracht.

2.5      Verweerder heeft zich in december 2013 van het tableau laten schrappen.

2.6      Aan verweerder is op 10 december 2013 een kopie van het dekenbezwaar toegezonden, met het verzoek daarop binnen 10 dagen te reageren. Een reactie is uitgebleven.

3          bezwaar

3.1      De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat een tweetal vonnissen van de (voormalige) rechtbank Middelburg en een akte, beweerdelijk afkomstig van advocatenkantoor Z, valselijk heeft opgemaakt, althans vervalst.

3.2     Hoewel verweerder zich inmiddels vrijwillig van het tableau heeft laten schrappen acht de deken, gelet op de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, een tuchtrechtelijke schrapping van verweerder op zijn plaats.

4          BEOORDELING

4.1      Op grond van de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen door de deken ter zitting is verklaard, stelt de raad vast dat als door verweerder erkend is komen vast te staan dat hij een tweetal vonnissen van de (voormalige) rechtbank Middelburg en een akte, beweerdelijk afkomstig van advocatenkantoor Z, valselijk heeft opgemaakt, althans heeft vervalst. Het bezwaar van de deken is derhalve gegrond.

5          MAATREGEL

5.1      Het door een advocaat valselijk opmaken van processtukken en rechterlijke uitspraken valt een advocaat tuchtrechtelijk zeer ernstig aan te rekenen. Het vertrouwen in de advocatuur wordt daardoor dusdanig ondermijnd dat niet kan worden volstaan met een lichtere maatregel dan schrapping van het tableau.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het bezwaar gegrond; 

legt aan verweerder op de maatregel van schrapping van het tableau, ingaande op de tweede dag na het   onherroepelijk worden van deze beslissing;

beveelt dat het enkele feit van deze schrapping van verweerder van het tableau  door de deken openbaar zal worden gemaakt op de aldaar gebruikelijke wijze zodra deze onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. J.K.B. van Daalen , voorzitter, mrs. J.C. van den Dries, E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans en A.L.W.G. Houtakkers , leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van  14 april 2014.

griffier                                                                         voorzitter                                  

Deze beslissing is in afschrift op  15 april 2014

per aangetekende brief verzonden aan:

-        verweerder

-        de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-        verweerder

-        de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.    Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.    Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.    Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl