ECLI:NL:TADRAMS:2014:284 Raad van Discipline Amsterdam 14-190A + 14-191A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2014:284
Datum uitspraak: 21-10-2014
Datum publicatie: 22-10-2014
Zaaknummer(s): 14-190A + 14-191A
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Cliënt in vreemdelingenbewaring klaagt over gebrek aan informatie over voortgang zaak. Gegrond. Dekenbezwaar: advocaat reageert niet zodat deken klacht niet kan onderzoeken. Berisping.

Beslissing van 21 oktober 2014 

in de zaken 14-190A en 14-191A

van de klacht alsmede het dekenbezwaar van:

De heer

klager

Mr.

Deken van de Orde van Advocaten te Amsterdam

Postbus

deken

tegen:

Mevrouw mr.

Advocaat te Amsterdam

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 15 juli 2014 met kenmerk 4014-0157, door de raad ontvangen op 17 juli 2014, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht alsmede het dekenbezwaar ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht en het dekenbezwaar zijn behandeld ter zitting van de raad te Amsterdam op 2 september 2014.

1.3 De deken alsmede verweerster zijn verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.4 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1. bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken, genummerd 1 t/m 13 op de bij die brief gevoegde inventarislijst. Tevens heeft de raad kennisgenomen van de door verweerster nagezonden stukken.

2 FEITEN

2.1 Voor de beoordeling van de klacht en het dekenbezwaar wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.2 Klager heeft de periode van 1 augustus 2013 tot en met 2 juni 2014 in vreemdelingendetentie doorgebracht. Verweerster gaf hem rechtsbijstand, en op 1 augustus 2013 heeft klager contact met verweerster over zijn zaak gehad.

2.3 Gedurende zes maanden heeft klager niet nader van verweerster vernomen waarna klager zich tot een andere advocaat heeft gewend voor verdere rechtsbijstand.

2.4 Bij brief van 18 februari 2014 heeft klager zich gewend tot de deken. Deze heeft de klacht op 25 februari 2014 doorgestuurd aan verweerster met het verzoek om binnen drie weken te reageren.

2.5 Bij brief van 21 maart 2014 aan verweerster en klager constateert de deken dat verweerster nog niet heeft gereageerd en hij stelt een nadere termijn van één week.

2.6 Bij brief van 3 april 2014 verleent de deken op verzoek van verweerster een allerlaatste uitstel van één week. Op 29 april 2014 constateert de deken dat verweerster nog steeds niet heeft gereageerd en bij brief van 2 mei 2014 kondigt de deken een dekenbezwaar aan indien verweerster niet reageert.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door tijdens zijn detentie geen enkel contact met klager op te nemen en hem in het ongewisse te laten over de ontwikkelingen in zijn zaak.

4 HET DEKENBEZWAAR

4.1 Het dekenbezwaar houdt in, zakelijk weergegeven, dat verweerster tucht-rechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet door niet op de klacht te reageren.

5 BEOORDELING

5.1 De raad overweegt als volgt. Klager bevond zich in vreemdelingendetentie en stelde vanuit deze kwetsbare positie zijn vertrouwen in verweerster voor het terugwinnen van zijn vrijheid. Dat verweerster de opdracht heeft aangenomen heeft zij niet betwist, maar verweerster heeft geen stukken overgelegd waaruit de aard van haar inspanningen voor klager kunnen blijken. Een opdrachtbevestiging ontbreekt, en het is voor de raad niet duidelijk of het verweerster is danwel de opvolgend advocaat die stappen heeft gezet naar aanleiding van het verlengingsbesluit vreemdelingenbewaring van 21 januari 2014; de zich in het dossier bevindende beslissingen van de rechter zijn in elk geval aan de opvolgend gemachtigde gestuurd en niet aan verweerster.

5.2 Verweerster heeft aangevoerd dat zij zich wel degelijk heeft ingespannen voor klager, maar heeft de raad niet voorzien van stukken waaruit die inspanning blijkt. Bovendien rekent de raad verweerster aan dat zij klager niet tussentijds op de hoogte heeft gehouden van de voortgang van de zaak. Verweerster heeft niet bestreden dat klager gedurende ongeveer zes maanden niets van verweerster heeft vernomen, en dat is onaanvaardbaar lang. Indien deze periode zonder contact het gevolg was van een trage procedure waarin nog geen ontwikkelingen waren, dan had het op de weg van verweerster gelegen daarover uitleg te geven aan klager, maar verweerster betwist de stelling van klager dat hij telefonisch navraag heeft gedaan maar geen contact kreeg niet. De raad zal de klacht dan ook gegrond verklaren.

5.3 Verweerster heeft ook de verzoeken van de deken om te reageren op de klacht genegeerd. Aldus handelende heeft verweerster de deken niet naar behoren in staat gesteld de klacht te onderzoeken. De raad rekent verweerster dit aan. Van een advocaat wordt verwacht dat hij deugdelijk en naar behoren reageert indien de deken daarom vraagt, omdat de deken in staat moet worden gesteld een klacht te onderzoeken en zijn toezichthoudende taak uit te oefenen. De raad zal ook het dekenbezwaar gegrond verklaren.

6.1 MAATREGEL:

Gelet op de ernst van de gegrond verklaarde klacht en het dekenbezwaar acht de raad het opleggen van de maatregel van berisping passend en geboden.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht gegrond;

- verklaart het dekenbezwaar gegrond;

- legt op de maatregel van berisping.

Aldus gewezen door : mr. C.L.J.M. de Waal, voorzitter, mrs. N.M.N. Klazinga, M. Middeldorp, G.J.W. Pulles, K. Straathof, leden, bijgestaan door mr. M.A. Hupkes als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 oktober 2014.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 21 oktober 2014 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam  

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door;

- verweerster

- de  deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de  deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 9679, 4801 LT Breda

b.  Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.  Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl