ECLI:NL:TNOKSGR:2013:1 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 12-26

ECLI: ECLI:NL:TNOKSGR:2013:1
Datum uitspraak: 15-05-2013
Datum publicatie: 10-07-2013
Zaaknummer(s): 12-26
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de notaris dat hij het testament van erflater gepasseerd heeft, terwijl erflater niet meer handelingsbekwaam was. Op dezelfde dag als de dag van het passeren van het testament door de notaris was erflater namelijk verward, apathisch en niet tot nauwelijks aanspreekbaar. Klager stelt dat de wijziging van het testament indruist tegen de wensen van erflater, zoals hij die meerdere malen met klager heeft besproken.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 15 mei 2013 inzake de klacht onder nummer 12-26 van:

[klager],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

mr. [notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, ingekomen op 17 oktober 2012,

·         aanvulling van de klacht, met bijlagen, ingekomen op 30 oktober 2012,

·         het antwoord van de notaris per e-mail, met bijlagen,

·         de repliek van klager, met bijlagen,

·         brief Kamer aan de notaris d.d. 24 januari 2013,

·         mail van klager d.d. 2 februari 2013,

·         mail van de notaris d.d. 14 februari 2013, met bijlage,

·         de dupliek van de notaris per e-mail.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 april 2013. Daarbij waren aanwezig klager en de notaris. Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt.

De feiten

Klager was tientallen jaren goed bevriend met de heer [X] (hierna te noemen: erflater). Erflater was de laatste tijd ernstig ziek. Een paar maanden voor zijn overlijden heeft erflater een testament gemaakt, gepasseerd door notaris [Y], waarin erflater klager heeft benoemd tot executeur. Op 25 augustus 2012 is erflater overleden. Na het overlijden blijkt dat erflater een paar dagen voor zijn overlijden bij de notaris zijn testament heeft gewijzigd en de ex-echtgenote van erflater heeft benoemd tot executeur.

De klacht en het verweer van de notaris

Klager verwijt de notaris dat hij het testament van erflater gepasseerd heeft, terwijl erflater niet meer handelingsbekwaam was. Op dezelfde dag als de dag van het passeren van het testament door de notaris was erflater namelijk verward, apathisch en niet tot nauwelijks aanspreekbaar. Klager stelt dat de wijziging van het testament indruist tegen de wensen van erflater, zoals hij die meerdere malen met klager heeft besproken.

De notaris heeft aangevoerd dat hij en erflater elkaar als inwoners van hetzelfde dorp al geruime tijd kenden. De notaris heeft een gespreksverslag overgelegd en drie verklaringen van personen uit de naaste omgeving van erflater. Op verzoek van de notaris in verband met zijn geheimhouding, heeft klager ermee ingestemd dat het gespreksverslag wel door de Kamer wordt ingezien en mag worden meegenomen in de beoordeling, maar dat het niet aan klager wordt verstrekt. De notaris heeft aangevoerd dat de reden dat erflater in plaats van klager zijn ex-echtgenote heeft benoemd tot executeur, gelegen is in het feit dat hij bang was dat indien er onenigheid zou komen tussen de erfgenamen, klager de erfgenamen niet bij elkaar zou kunnen houden. De notaris had verder geen reden om te twijfelen aan de bedoelingen van erflater. In mei 2012 had de notaris al eens een gesprek gehad met erflater over zijn testament. De wijzingen die erflater vlak voor zijn overlijden wilde, sloten daar naadloos op aan. Ook is de notaris het “Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening” doorgelopen. De notaris had echter geen twijfel over de wilsbekwaamheid van erflater, maar dit stappenplan gebruikt hij steeds vaker bij oudere mensen, omdat in de praktijk er steeds meer discussie ontstaat over de totstandkoming van een testament.

De beoordeling van de ontvankelijkheid

Volgens tuchtrechtelijke jurisprudentie kan alleen degene die zodanig bij het in een klacht gewraakte doen en/of nalaten van een notaris betrokken is, dat hij als belanghebbende bij een uitspraak over een klacht kan worden aangemerkt, in die klacht worden ontvangen.

Bij de beantwoording van de vraag of iemand een zodanige belanghebbende is, speelt een rol in hoeverre deze door het handelen of nalaten van een notaris zodanig in zijn eigen belang kan worden getroffen dat deze daarin behoort te mogen opkomen ter bescherming van dat belang, of in hoeverre deze anderszins zo nauw betrokken is geweest bij het onderwerp dat in de klachtprocedure wordt behandeld, dat daarin een belang is gelegen om in die procedure te verschijnen.

Vast is komen te staan dat klager geen partij is geweest bij de akte waartegen hij ageert en niet in een eigen belang is getroffen. Ter zitting heeft klager zelf erkend geen belanghebbende te zijn. Klager stelt op te komen voor de belangen van zijn goede vriend, aan wie hij had beloofd dat hij zou uitvoeren wat zijn vriend wilde.

Gelet op het vorenstaande is de Kamer van oordeel dat klager niet kan worden ontvangen in zijn klacht wegens gebrek aan een concreet belang.

Aan een verdere inhoudelijke behandeling komt de Kamer derhalve niet toe.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart klager niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, A.F.L. Geerdes, R. van der Galiën, P.H.B. Gorsira, W.C.A. van der Heiden, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2013.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam, binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief.