ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0061 Kamer van toezicht Amsterdam 390620 / NT 08-5 AB

ECLI: ECLI:NL:TNOKAMS:2008:YC0061
Datum uitspraak: 12-08-2008
Datum publicatie: 21-08-2008
Zaaknummer(s): 390620 / NT 08-5 AB
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie:   Verplichting van een notaris om een afschrift van het laatste testament te verstrekken aan de persoon die door de erflater als versterferfgenaam is onterfd.  

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN

TE AMSTERDAM

Beslissing van 12 augustus 2008 op de klacht met nummers 390620 / NT 08-5 AB van:

[klager],

wonende te [woonplaats]

tegen:

[oud-notaris],

oud-notaris te [vestigingsplaats], verder te noemen de notaris.

Het verloop van de procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

-         klaagschrift van 4 februari 2008;

-         verweerschrift van 12 februari 2008;

-         repliek van 3 maart 2008;

-         dupliek van 12 maart 2008;

-         brief van klager aan de kamer van 11 april 2008.

Bij de mondelinge behandeling van de klacht op 17 juni 2008 zijn klager en de notaris verschenen. Beide partijen hebben het woord gevoerd en hun standpunten toegelicht. Uitspraak is bepaald op 12 augustus 2008.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

a.       De grootvader van klager was eigenaar van een in [plaats] gesitueerde woning. Bij testament heeft hij bepaald dat van zijn zes kinderen uitsluitend zijn dochter [C] en zijn zoon [A] dit huis zouden erven.

b.      De overige vier kinderen, onder wie de vader van klager, hebben bij het overlijden van grootvader in 1965 afstand gedaan van hun aanspraak op de legitieme portie.

c.       In 1970 is [C] – ongehuwd en kinderloos – overleden. In 1977 is ook [A] overleden zonder achterlating van echtgenote of kinderen. Beiden hadden een testament opgemaakt bij de ambtsvoorganger van de notaris.

d.      [A] heeft het huis nagelaten aan een dochter van zijn vriendin. Deze dochter heeft het huis naderhand verkocht aan een derde, buiten de familie van klager.

e.       Klager heeft de notaris verzocht om een kopie van de testamenten van [C] en [A], althans inzage in de bepalingen van die testamenten, waarin klager en zijn zuster als erfgenamen zouden zijn uitgesloten

f.        De notaris heeft geweigerd aan dit verzoek te voldoen.

g.       De notaris is gedefungeerd per 1 augustus 2008.

2. De klacht

2.1 Klager stelt dat de notaris ten onrechte heeft geweigerd hem inzage te verstrekken in de testamenten van [C] en [A]. Het bevreemdt klager dat na het overlijden van [C] kennelijk uitsluitend [A] heeft geërfd. Hij had van zijn ouders namelijk begrepen dat hij en zijn zuster van [C] zouden erven. Ook bevreemdt het hem dat het huis na het overlijden van [A] buiten de familie is geraakt. Dit was zeker niet de wil van grootvader geweest, aldus klager.

2.2 Klager verwijt de notaris tevens dat hij [C] onvolledig heeft geïnformeerd over de wijze waarop zij haar aandeel in het huis diende na te laten, teneinde zeker te stellen dat haar aandeel aan klager en zijn zuster zou toekomen. De notaris had zich ervan bewust moeten zijn dat [A], van wiens bestaan de notaris wist, ook niet het eeuwige leven had en dat hij zijn aandeel wellicht niet aan familieleden zou nalaten. De notaris had ervoor moeten zorgen dat in het testament van [C] werd opgenomen dat andere erfgenamen dan familieleden werden uitgesloten.

3. Het verweer

3.1 De notaris voert vooraf aan dat klager niet ontvankelijk dient te worden verklaard, nu het in de onderhavige kwestie gaat om de beantwoording van een rechtsvraag, zodat uitsluitend de civiele rechter bevoegd is om op het geschil te beslissen.

3.2 De notaris stelt zich op het standpunt dat het hem niet vrij staat klager kopieën van de testamenten te geven, omdat [C] en [A] reeds zo lang geleden zijn overleden, dat alle mogelijke vorderingen inmiddels zijn verjaard. Klager heeft geen rechten, omdat er geen sprake is van plaatsvervulling. Er moet een goede, duidelijke reden zijn, wil een mogelijke versterferfgenaam recht op inzage in een testament hebben. Klager heeft geen andere reden gegeven dan dat hij vindt dat het familiebezit nu door de dochter van de vriendin van zijn oom wordt verkwanseld en dat dit niet conform de wens van zijn familie is. Na een zo lang tijdsverloop is er geen enkele reden om aan te nemen, dat de nalatenschappen van erflaters niet conform hun testamenten zijn afgewikkeld.

3.3 De notaris voert verder aan dat hij niet werkzaam was bij zijn ambtsvoorganger op het moment dat de testamenten werden gepasseerd, zodat hij zijns inziens niet hoeft te reageren op de klacht dat hij [C] en [A] onvoldoende heeft geïnformeerd. Wel wijst de notaris er nog op dat het een ieder vrij staat zijn testament naar eigen inzicht in te richten. De notaris kan uitleggen hoe de wens van de testateur het best verwezenlijkt kan worden en wat de mogelijkheden en gevolgen van bepaalde uiterste wilsbeschikkingen zijn. Daarbij is de wens van de testateur maatgevend. De notaris bestrijdt verantwoordelijk te zijn voor de voor klager onwelgevallige inhoud van de betreffende testamenten.

4.  De beoordeling

4.1 Op grond van artikel 98 lid 1 jo artikel 98 lid 4 Wna zijn (kandidaat-)notarissen die niet meer als zodanig werkzaam zijn, aan tuchtrecht onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten – gedurende de tijd dat zij als zodanig werkzaam waren – in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. Beoordeeld dient dan te worden of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2  Het feit dat de tuchtrechtelijke beoordeling van notarieel handelen in enig geval mede de beantwoording van een rechtsvraag vereist, leidt niet tot niet ontvankelijkheid van de betreffende klacht. Klager zal dan ook in zijn klacht worden ontvangen.

4.3 Personen die de erflater als versterferfgenaam heeft onterfd, hebben zonder meer recht op een afschrift van het laatste testament (HR 8 januari 1981, NJ 1982, 423). Deze uitspraak is gecodificeerd in artikel 49 lid 2 Wna. De verplichting tot belangenafweging waar de notaris op wijst, geldt slechts voor herroepen testamenten, zo blijkt uit hetzelfde arrest. Klager treedt in de plaats van zijn vader, en heeft derhalve recht op inzage in de testamenten van zowel [C] als [A]. De notaris heeft dan ook gehandeld in strijd met zijn verplichtingen op grond van artikel 49 lid 2 Wna, zodat dit onderdeel van de klacht gegrond zal worden verklaard. De kamer geeft de notaris in overweging om alsnog de gevraagde afschriften aan klager te (doen) verstrekken.

4.4 De notaris heeft het protocol van zijn ambtsvoorganger overgenomen met ingang van

1 januari 1981. Daarvoor was hij als kandidaat-notaris werkzaam, maar nimmer op het kantoor van zijn ambtsvoorganger. Hij heeft dan ook in het geheel geen bemoeienis gehad met het opmaken van de testamenten van [A] en [C], zodat hem over slechte advisering ter zake alleen om die reden al geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Op dit onderdeel zal de klacht dan ook ongegrond worden verklaard.

4.5 De weigering om klager inzage te geven in de testamenten wordt onder de gegeven omstandigheden niet zodanig ernstig geacht dat het opleggen van een tuchtrechtelijke maatregel geboden is.

4.6 Beslist wordt als volgt.

Beslissing

De kamer van toezicht:

-                     verklaart klachtonderdeel 2.1 gegrond;

-          verklaart de klacht voor het overige ongegrond;

-                     bepaalt dat aan de notaris geen tuchtrechtelijke maatregel zal worden opgelegd.

Deze beslissing is gegeven door mrs. A.J. Beukenhorst, voorzitter, J.P. van Harseler, E.R.S.M. Marres, R.H. Meppelink en P.J. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van m r. E. van Bennekom, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2008.

mr. E. van Bennekom,                                                 mr. A.J. Beukenhorst,

Secretaris.                                                                   Voorzitter.

Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam) binnen 30 dagen na de dag van verzending van de aangetekend verzonden kennisgeving.