ECLI:NL:TAKTPA:2008:6 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-28

ECLI: ECLI:NL:TAKTPA:2008:6
Datum uitspraak: 27-05-2008
Datum publicatie: 27-05-2008
Zaaknummer(s): KC 07-28
Onderwerp: knolcyperus
Beslissingen: Vrijspraak
Inhoudsindicatie:   Voorzittersuitspraak ex artikel 28, eerste lid Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie. Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden. Er volgt vrijspraak aangezien niet aangetoond is dat betrokkene de knolcyperus niet bestrijdt. Alleen uit het feit dat er een aanzienlijke hoeveelheid onkruid op het teeltverbod is, kan niet afgeleid worden dat er knolcyperus is en dat er niet bestreden is.

1.      De procedure

Op 14 maart 2008 heeft het Tuchtgerecht een schriftelijke verklaring ontvangen van de voorzitter van het Productschap Akkerbouw met nummer KC 07-28 alsmede bijgevoegd berechtingsrapport waarmee de zaak bij het Tuchtgerecht aanhangig is gemaakt. Het berechtingsrapport is 25 januari 2008 opgemaakt door [naam toezichthouder HPA]. Het berechtingsrapport bevat een verklaring van [naam] alsmede het signaleringsrapport van 6 september 2007 met bijlagen.

De gemeente wordt ten laste gelegd overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d van de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004. Daarin is de verplichting opgenomen dat een ondernemer, aan wie een teeltverbod is opgelegd, de op de in gebruik zijnde grond voorkomende knolcyperus moet verwijderen en vernietigen.

De voorzitter van het Tuchtgerecht doet uitspraak conform artikel 28, eerste lid van de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.         

2.      De betrokken regelgeving

Het Hoofdproductschap Akkerbouw heeft de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004 vastgesteld. Doelstelling is de bestrijding van knolcyperus en het zoveel mogelijk voorkomen van de verspreiding van knolcyprus. Knolcyperus is een hardnekkig onkruid dat in een aantal land- en tuinbouwgewassen schade kan veroorzaken. Indien knolcyperus wordt aangetroffen geldt een teeltverbod van bepaalde gewassen en is de ondernemer verplicht de knolcyperus te bestrijden. In de verordening is verder geregeld op welke wijze ondernemers in kennis worden gesteld van een teeltverbod en van de opheffing daarvan. Tevens wordt aan de desbetreffende ondernemers voorgeschreven hoe de knolcyperus bestreden moet worden. Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld. Ingevolge artikel 20 a van het instellingsbesluit akkerbouwproductschappen blijft deze HPA-verordening van kracht totdat het bestuur van het nieuwe Productschap Akkerbouw een eigen verordening ter zake heeft vastgesteld en deze is goedgekeurd.

3.      De vaststaande feiten

Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor de voorzitter vast komen te staan:

-         met ingang van 25 oktober 2005 is op perceel 194796-762 een teeltverbod van kracht voor een oppervlakte van 12.231 m2 ter vervanging van een teeltverbod uit 1998 aangezien de knolcyperusbesmetting zich had uitgebreid;

-         op 16 juli 2007 is door de toezichthouder HPA geconstateerd dat het perceel waarvoor een teeltverbod geldt, braak ligt en zodanig veel onkruid bevat dat de aanwezigheid van knolcyperus niet kon worden beoordeeld en is een berechtingsrapport opgemaakt.

  4.         Standpunt Productschap Akkerbouw

Het Productschap Akkerbouw stelt dat het feit dat er op het perceel zodanig veel onkruid aanwezig is dat de aanwezigheid van knolcyperus niet kan worden beoordeeld tot de conclusie leidt dat de gemeente de verplichting tot bestrijding van knolcyperus niet is nagekomen.

5.      De beoordeling

Gezien het bovenstaande stelt de voorzitter vast dat het Productschap Akkerbouw niet heeft kunnen beoordelen of er knolcyperus aanwezig was op het perceel en niet is aangetoond dat er knolcyperus aanwezig was op het perceel. De redenering dat uit de hoeveelheid onkruid op het perceel kan worden afgeleid dat er geen bestrijding is uitgevoerd en er knolcyperus aanwezig is kan de voorzitter niet volgen en acht de voorzitter onvoldoende om de conclusie te trekken dat de gemeente niet conform artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de Verordening HPA knolcyperus de knolcyperus bestrijdt.  .

6.      De beslissing

De voorzitter van het Tuchtgerecht verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de gemeente vrij.