ECLI:NL:TAKTPA:2008:13 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-39

ECLI: ECLI:NL:TAKTPA:2008:13
Datum uitspraak: 16-09-2008
Datum publicatie: 16-09-2008
Zaaknummer(s): KC 07-39
Onderwerp: knolcyperus
Beslissingen: Vrijspraak
Inhoudsindicatie:   Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden. Het resultaat van de genomen maatregelen is niet doorslaggevend voor de strafbaarheid maar wel de vraag of de verplichting tot bestrijding is nagekomen. Vrijspraak omdat betrokkene voldoende bestreden heeft zoals blijkt uit de facturen van de bestrijdingsmiddelen.

 

1.         De procedure

Op 11 juni 2008 heeft het Tuchtgerecht een schriftelijke verklaring ontvangen van de voorzitter van het Productschap Akkerbouw met nummer KC 07-39 alsmede bijgevoegd berechtingsrapport waarmee de zaak bij het Tuchtgerecht aanhangig is gemaakt.

Op 1 juli 2008 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. De [vennoot] heeft namens de vof de zaak nader toegelicht. Namens de voorzitter van het Productschap Akkerbouw heeft mr. E.R. Kleijwegt de zaak nader toegelicht. De voorzitter van het Tuchtgerecht heeft het onderzoek ter zitting gesloten en medegedeeld dat binnen zes weken uitspraak zou worden gedaan. Met een schrijven van 3 juli 2008 zijn de vof en het Productschap Akkerbouw in kennis gesteld van het feit dat de zaak werd heropend omdat nader onderzoek gewenst was. Het Tuchtgerecht heeft met eerdergenoemd schrijven tevens de vof verzocht binnen een week kopieën te overleggen van spuitboekje 2007 van de vof. Met een schrijven van 4 juli 2008 overlegt de vof een kopie van het spuitboekje. Met een schrijven van 11 juli 2008 reageert het Hoofdproductschap op het schrijven van de vof waarna het Tuchtgerecht nog een schrijven ontvangt van de vof van 29 juli 2008.

2.         De schriftelijke verklaring en het berechtingsrapport

De vof wordt ten laste gelegd overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d van de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004. Daarin is de verplichting opgenomen dat een ondernemer, aan wie een teeltverbod is opgelegd, de op de in gebruik zijnde grond voorkomende knolcyperus moet verwijderen en vernietigen.

Het berechtingsrapport is 5 juni 2008 opgemaakt door [toezichthouder HPA]. Het berechtingsrapport bevat een verklaring van [de vennoot] alsmede een signaleringsrapport van 22 januari 2008 met bijlagen.

3.         De betrokken regelgeving

Het Hoofdproductschap Akkerbouw heeft de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004 vastgesteld. Doelstelling is de bestrijding van knolcyperus en het zoveel mogelijk voorkomen van de verspreiding van knolcyprus. Knolcyperus is een hardnekkig onkruid dat in een aantal land- en tuinbouwgewassen schade kan veroorzaken. Indien knolcyperus wordt aangetroffen geldt een teeltverbod van bepaalde gewassen en is de ondernemer verplicht de knolcyperus te bestrijden. In de verordening is verder geregeld op welke wijze ondernemers in kennis worden gesteld van een teeltverbod en van de opheffing daarvan. Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld. Ingevolge artikel 20 a van het instellingsbesluit akkerbouwproductschappen blijft deze HPA-verordening van kracht totdat het bestuur van het nieuwe Productschap Akkerbouw een eigen verordening ter zake heeft vastgesteld en deze is goedgekeurd.

4.         De vaststaande feiten

Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Tuchtgerecht vast komen te staan:

Met een schrijven van 30 september 2005 is aan de vof kenbaar gemaakt dat met ingang van 1 juli 2005 op [het perceel] een teeltverbod van kracht is voor een oppervlakte van 10.000 m2;

op 2 oktober 2007 is door de toezichthouder HPA op het teeltverbod knolcyperus aangetroffen in een hoeveelheid van 10-100 planten met pitjes (= zaadjes) per are.

5.         Standpunt van de vof

[De vennoot] stelt de knolcyperus te hebben bestreden door 5 bespuitingen uit te voeren met 6 liter Roundup. 2007 was het tweede jaar dat de knolcyperus werd bestreden. De knolcyperusplekken worden met een veldspuit met Roundup gespoten en daarna omgeploegd om weer opnieuw te spuiten. De knolcyperusplant moet wel ontwikkeld zijn om het bestrijdingsmiddel te kunnen opnemen. De vof twijfelt of de controleur plantjes heeft uitgetrokken en pitjes heeft gezien. Daarnaast is de vof van mening dat meerdere controles noodzakelijk zijn om een conclusie te kunnen trekken.

6.         Standpunt Productschap Akkerbouw

Er is knolcyperus aangetroffen. Het in het signaleringsrapport vermelde stadium ‘met pitjes’, een stadium waarin knolcyperus zich makkelijk verspreid, blijkt na telefonische navraag bij de toezichthouder niet visueel te zijn geconstateerd. De geconstateerde hoeveelheid geeft wel aan dat er een bestrijding is uitgevoerd die niet tot resultaat heeft hetgeen de verordening beoogt.

7.         De beoordeling

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het perceel van de vof knolcyperus is geconstateerd. Ingevolge artikel 4, eerste lid, onder d, van de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004 rust op de vof de verplichting de op de in gebruik zijnde grond voorkomende knolcyperus te verwijderen en te vernietigen. Het resultaat van de door de vof genomen maatregelen is niet doorslaggevend voor de strafbaarheid maar wel de vraag of de verplichting tot bestrijding is nagekomen. Uit de overlegde spuitgegevens en aankoopnota’s blijkt dat de vof 5 maal een bespuiting heeft uitgevoerd op de knolcyperusplekken met 4,4 liter Roundup Max per hectare. Naar het oordeel van het Tuchtgerecht is de vof met deze bestrijding de in artikel 4, eerste lid, onder d, genoemde verplichting nagekomen. Het Tuchtgerecht acht het tenlastegelegde daarom niet bewezen.

 

8.         De beslissing

Het Tuchtgerecht besluit de vof geen tuchtrechtelijke maatregel op te leggen