ECLI:NL:TAKTPA:2008:11 Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen Wageningen KC 07-37

ECLI: ECLI:NL:TAKTPA:2008:11
Datum uitspraak: 16-09-2008
Datum publicatie: 16-09-2008
Zaaknummer(s): KC 07-37
Onderwerp: knolcyperus
Beslissingen: Geldboete
Inhoudsindicatie:   Overtreding van de plicht om knolcyperus te bestrijden. Betrokkene heeft onvoldoende bestrijdingsmaatregelen uitgevoerd. Geldboete opgelegd.

1.         De procedure

Op 11 juni 2008 heeft het Tuchtgerecht een schriftelijke verklaring ontvangen van de voorzitter van het Productschap Akkerbouw met nummer KC 07-37 en een bijgevoegd berechtingsrapport waarmee de zaak bij het Tuchtgerecht aanhangig is gemaakt.

Op 1 juli 2008 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden. Betrokkene was niet op de zitting aanwezig. Tegen betrokkene is verstek verleend. Namens de voorzitter van het Productschap Akkerbouw heeft mr. E.R. Kleijwegt de zaak nader toegelicht.

2.         De schriftelijke verklaring en het berechtingsrapport

Betrokkene wordt ten laste gelegd overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d van de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004. Daarin is de verplichting opgenomen dat een ondernemer, aan wie een teeltverbod is opgelegd, de op de in gebruik zijnde grond voorkomende knolcyperus moet verwijderen en vernietigen.

Het berechtingsrapport is 5 juni 2008 opgemaakt door [toezichthouder HPA]. Het berechtingsrapport bevat een verklaring van betrokkene alsmede het signaleringsrapport van 16 januari 2008 met bijlagen.

3.      De betrokken regelgeving

Het Hoofdproductschap Akkerbouw heeft de Verordening HPA bestrijding knolcyperus 2004 vastgesteld. Doelstelling is de bestrijding van knolcyperus en het zoveel mogelijk voorkomen van de verspreiding van knolcyperus. Knolcyperus is een hardnekkig onkruid dat in een aantal land- en tuinbouwgewassen schade kan veroorzaken. Indien knolcyperus wordt aangetroffen geldt een teeltverbod van bepaalde gewassen en is de ondernemer verplicht de knolcyperus te bestrijden. In de verordening is verder geregeld op welke wijze ondernemers in kennis worden gesteld van een teeltverbod en van de opheffing daarvan. Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld. Ingevolge artikel 20 a van het instellingsbesluit akkerbouwproductschappen blijft deze HPA-verordening van kracht totdat het bestuur van het nieuwe Productschap Akkerbouw een eigen verordening ter zake heeft vastgesteld en deze is goedgekeurd.

4.         De vaststaande feiten

Op grond van de stukken en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Tuchtgerecht vast komen te staan:

-         met ingang van 21 augustus 2002 is op [het perceel] met een oppervlakte van ca. 538 m2 een teeltverbod van kracht;

-         op 17 september 2007 is door de toezichthouder HPA op het teeltverbod knolcyperus aangetroffen in een hoeveelheid van gemiddeld 10-100 planten per are en is een berechtingsrapport opgemaakt.

5.           Standpunt van betrokkene

Betrokkene geeft in zijn verklaring aan in 2007 het perceel minstens drie maal met Roundup te hebben gespoten ter bestrijding van de knolcyperus en de betreffende nota’s zou hij opsturen.

6.         De beoordeling

Het Tuchtgerecht stelt vast dat op het perceel van betrokkene knolcyperus is geconstateerd in een hoeveelheid van 10-100 planten per are en dat het perceel al besmet is sinds 2002. Betrokkene heeft niet aangetoond dat hij de knolcyperus op afdoende wijze bestrijdt. De toegezegde nota’s van de roundup bespuitingen heeft hij niet overgelegd. Het Tuchtgerecht stelt vast dat de betrokkene onvoldoende bestrijdingsmaatregelen heeft uitgevoerd om te voldoen aan de inspanningsverplichting ter zake van de verwijdering en vernietiging van knolcyperus zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de Verordening HPA knolcyperus. Hiermee acht het Tuchtgerecht het ten laste gelegde bewezen en stelt daarmee de overtreding van artikel 4, eerste lid onderdeel d, van de Verordening HPA knolcyperus vast.

7.         De beslissing

Het Tuchtgerecht legt, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden van de zaak aan betrokkene een geldboete op van € 400,- .