ECLI:NL:TNOKROE:2006:YC0052 Kamer van toezicht Roermond Kl 7/2005

ECLI: ECLI:NL:TNOKROE:2006:YC0052
Datum uitspraak: 01-02-2006
Datum publicatie: 06-08-2008
Zaaknummer(s): Kl 7/2005
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De notaris niet heeft voldaan aan zijn wettelijk verplichting tot tijdige en volledige indiening van de jaarstukken 2004.

                                    Kamer van toezicht over de notarissen

                                                  en kandidaat-notarissen

                                                            te Roermond

Nummer: KL 7/2005

                                                           BESLISSING

van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen

 te Roermond in de zaak van:

het Bureau Financieel Toezicht,

gevestigd te Utrecht

correspondentieadres postbus 14052, 3508 SC Utrecht,

hierna te noemen de klager;

tegen:

thans oud-notaris mr. Y ,

wonende te H,

hierna te noemen de notaris.

De inhoud van het procesdossier

De kamer doet mede recht op de volgende processtukken:

-           de schriftelijke klacht van de klager van 2 november 2005;

-                      de schriftelijke reactie van de notaris van 1 december 2005.

De openbare behandeling

De kamer heeft de klacht op 11 januari 2006 in het openbaar behandeld. Bij die behandeling zijn de klager, vertegenwoordigd door de heer drs. A.E.R. Blok RA, en de notaris verschenen. De kamer heeft partijen in elkaars tegenwoordigheid gehoord.

                                                    De vaststaande feiten

De kamer gaat uit van de volgende, tussen partijen vaststaande feiten.

De klager heeft de notaris wegens bijzondere omstandigheden uitstel verleend tot 1 juli 2005 om de jaarstukken over 2004 bij de klager in te dienen.

Vervolgens heeft de klager de notaris voor de indiening van die jaarstukken 2004 opnieuw uitstel verleend en wel tot 1 september 2005.

Bij brief van 23 september 2005 van de secretaris van de kamer aan de notaris met als onderwerp jaarstukken 2004 is de notaris het volgende medegedeeld: Het bureau (bedoeld is het BFT, toevoeging kamer) stelt zich op het standpunt dat de jaarstukken 2004 uiterlijk 1 oktober 2005 in het bezit van het BFT moeten zijn. Als er nog geschilpunten zijn dan dienen deze toegelicht te worden onder vermelding van het geldelijke belang dat daarmee is gemoeid. Indien het BFT de jaarstukken niet op 1 oktober 2005 heeft ontvangen, zal het overgaan tot het indienen van een klacht.

De notaris heeft de jaarstukken 2004 eind oktober 2005 ingediend, evenwel met uitzondering van de vermogensopstelling en de inkomensopstelling 2004.

                                                 De inhoud van de klacht

De klacht houdt - zakelijk weergegeven - in dat de notaris niet heeft voldaan aan zijn wettelijk verplichting tot indiening van de jaarstukken 2004, waardoor een adequaat en goed georganiseerd toezicht op het financiële beheer van de notariële praktijk van de notaris wordt belemmerd. De klager is niet gebleken van overmacht noch zijn er andere redenen die de notaris zouden kunnen disculperen.

                                             Het standpunt van de notaris

De notaris erkent dat hij nog niet geheel heeft voldaan aan zijn verplichting tot het indienen van de jaarstukken 2004. Naar de mening van de notaris zijn bijzondere omstandigheden daarvan de oorzaak. De notaris stelt dat hij alle gegevens aan de accountant heeft verstrekt, die nodig waren voor het completeren van de stukken. De conceptstukken bleven langer uit dan hem was toegezegd. Bij navraag over het uitblijven van de stukken heeft de notaris vernomen dat de vertraging werd veroorzaakt door het ontbreken van gegevens, die opgevraagd waren bij de boekhouder die door de kantoorgenoot van de notaris was ingeschakeld. De notaris heeft eerst op 21 oktober 2005 de conceptstukken ontvangen. De notaris wijt een en ander aan een gebrek aan sluitende afspraken bij het aangaan van de maatschap met zijn kantoorgenoot.

                                             De beoordeling van de klacht

De notaris moet jaarlijks zowel ten aanzien van zijn kantoorvermogen als van zijn privé-vermogen binnen vier maanden na afloop van het boekjaar een balans opmaken en op papier stellen en, voor wat betreft de kantoorwerkzaamheden, een staat van baten en lasten. Deze termijn kan op verzoek van de notaris door de klager op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd met een termijn van ten hoogste twee maanden. Daarnaast is de notaris verplicht de hiervoor genoemde bescheiden samen met een verslag van het onderzoek daarover van een accountant, dat voor wat betreft de jaarrekening van het kantoor ten minste een beoordelingskarakter draagt, aanstonds na het verstrijken van de hiervoor vermelde termijn, in te dienen bij de klager.

De klager heeft de notaris tot tweemaal toe uitstel verleend, laatstelijk tot 1 september 2005. Bij de brief van 23 september 2005 is aan de notaris medegedeeld dat de jaarstukken 2004 uiterlijk 1 oktober 2005 in het bezit van het BFT moesten zijn, aangezien anders een klacht ingediend zou worden. Op 1 oktober 2005 had de notaris nog steeds niet aan zijn wettelijke verplichting ten opzichte van de klager voldaan. De kamer acht deze handelwijze van de notaris tuchtrechtelijk laakbaar. De omstandigheden die de notaris ter verontschuldiging van zijn handelwijze heeft aangevoerd, kunnen hem niet baten. De wettelijke verplichting rust namelijk op de notaris en de door hem genoemde omstandigheden, die zijns inziens de niet-tijdige inzending hebben veroorzaakt, komen naar verkeersopvattingen voor zijn rekening en risico.

Op grond van hetgeen de kamer hiervoor heeft overwogen, komt zij tot de conclusie dat de klacht gegrond is. De kamer is van oordeel dat de tekortkoming van de notaris in dit geval, waarin hem tot tweemaal toe uitstel is verleend voor het indienen van de jaarstukken, dusdanig verwijtbaar is dat de hierna te vermelden tuchtmaatregel op zijn plaats is. Daaraan doet niet af dat de notaris per 1 januari 2006 als notaris is gedefungeerd. De op te leggen maatregel acht de kamer in overeenstemming met de aard en de ernst van de nalatigheid, die door hem is begaan.

                                                           De beslissing

De kamer:

verklaart de klacht gegrond;

legt aan de notaris de tuchtmaatregel van waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door mrs. E.J.M. Boogaard-Derix, voorzitter, Th.P.M. Pluymaekers, R.T.J.M. Hetterschijt, M.H.G.A. Verlinden en J.J.G.M. Kuijpers, bijgestaan door L.G.H. Cox, secretaris, en op 1 februari 2006 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter in tegenwoordigheid van de secretaris.