ECLI:NL:TGZRAMS:2017:156 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/189T

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2017:156
Datum uitspraak: 19-12-2017
Datum publicatie: 19-12-2017
Zaaknummer(s): 2017/189T
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Gegrond, waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt verweerder dat hij telefonisch niet bereikbaar was terwijl verweerder de dienstdoende tandarts was voor spoedgevallen. Het zoontje van klager heeft daardoor pas veel later tandheelkundige hulp gekregen.      Gegrond, waarschuwing

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

AMSTERDAM

Beslissing naar aanleiding van de op 22 mei 2017 binnengekomen klacht van

A,

wonende te B,

k l a g e r,

tegen

C,

tandarts,

werkzaam te B,

v e r w e e r d e r ,

gemachtigde mr. R. Lonterman , advocaat te Amsterdam.

1.         De procedure

Het college heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

-                      het klaagschrift met bijlage 1;

-                      het verweerschrift;

-                      de brief van 13 oktober 2017 van klager met een reactie op het verweerschrift (repliek);

-                      de correspondentie met betrekking tot het vooronderzoek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is op 14 november 2017 op een openbare zitting behandeld.

Partijen waren aanwezig. Verweerder werd bijgestaan door mr. Lonterman.

2.         De feiten

2.1.      Op 17 mei 2017 om 17.50 uur is de toen 2 jaar en negen maanden oude zoon van klager tegen een glijbaan gevallen. Als gevolg hiervan bloedde hij hevig, was hij één voortand verloren en was een andere voortand verschoven.

2.2       Klager heeft het nummer van de voor spoedeisende gevallen dienstdoende tandarts gebeld. Na vijf vergeefse pogingen is klager met zijn zoon naar de huisartsenpost gegaan. Daar kreeg hij, nadat zijn zoon was onderzocht, het advies zo spoedig mogelijk naar de tandarts te gaan. Tussen 19.16 uur en 19.39 uur heeft klager dan wel diens partner nog acht keer zonder resultaat geprobeerd via de telefoon contact te krijgen met verweerder, de dienstdoende tandarts. Het nummer waarmee contact werd gezocht schakelde automatisch door naar een mobiel nummer. Van dat nummer werd een automatische antwoordtekst ontvangen inhoudend dat de gebruiker op dat moment geen berichten kon ontvangen.

2.3.      Klager heeft daags erna zijn eigen tandarts bezocht en de gang van zaken besproken.

2.4.      Verweerder was op de avond van 17 mei 2017 de dienstdoende tandarts voor spoedgevallen. Op 18 mei 2017 ’s ochtends is hij door de tandarts van klager geïnformeerd over hetgeen de avond ervoor was voorgevallen.

2.5.      Op 18 mei 2017 heeft verweerder telefonisch contact opgenomen met klager. In dat telefonisch contact heeft hij als mogelijke oorzaak voor de onbereikbaarheid genoemd dat hij in het zwembad is geweest en daardoor mogelijk enige tijd niet bereikbaar was.

3.         De klacht en het standpunt van klager

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder niet heeft voldaan aan zijn plicht om als dienstdoend tandarts voor spoedeisende gevallen bereikbaar te zijn.

4.         Het standpunt van verweerder

Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig zal hieronder daarop worden ingegaan.

5.         De beoordeling

5.1.      Verweerder heeft verklaard dat de diensten voor spoedeisende hulp worden verdeeld over 20-30 praktijken in de kring B. Binnen de betreffende praktijken maken de tandartsen onderling uit wie van hen de dienstdoende tandarts is. Technisch is het systeem zo ingericht dat het algemene nummer voor spoedeisende hulp automatisch doorverbindt met het nummer van de praktijk van diegene die op dat moment verantwoordelijk is voor spoedeisende hulp, op de datum van 17 mei 2017 dus het telefoonnummer van de praktijk waar verweerder werkzaam is. Dat nummer verwijst weer automatisch door naar het nummer van het mobiel telefoontoestel dat door de dienstdoende tandarts van de praktijk wordt meegenomen.

5.2.      Verweerder heeft verder verklaard dat hij het toestel op de bewuste avond bij zich had maar dat daarop geen oproepen zijn ontvangen. Controle achteraf heeft duidelijk gemaakt dat er die avond op het telefoonnummer van de praktijk wel oproepen vanaf het algemene nummer voor spoedeisende hulp zijn ontvangen. Er is geen technische verklaring gevonden voor het feit dat deze oproepen vervolgens niet op het door verweerder meegenomen toestel zijn ontvangen.

5.3.      Verweerder heeft voorts verklaard dat tot het moment van het hier aan de orde zijnde voorval, niet aan het begin van de dienst werd gecontroleerd of de automatische telefoondoorschakelingen daadwerkelijk functioneerden.

5.4.      Ter zake het bezoek aan het zwembad heeft verweerder verklaard dat hij daar was om zijn dochter van zwemles te halen. Uit ervaring weet hij dat hij binnen het gebouw niet steeds telefonisch bereikbaar is. Hij heeft direct na het verlaten van het gebouw de telefoon gecheckt. Nu verweerder verder heeft verklaard dat hij op de bewuste avond steeds in staat zou zijn geweest  om binnen de in de KNMT-richtlijn “Opvang tandheelkundige spoedgevallen buiten praktijkuren” voorgeschreven  termijn van circa 30 minuten hulp te verlenen zal het college dit aspect verder buiten beschouwing laten.

5.5.      Het feit dat verweerder niet telefonisch bereikbaar was acht het college echter wel verwijtbaar. Telefonische bereikbaarheid wordt door de hiervoor genoemde richtlijn voorgeschreven. Het is dan ook de verantwoordelijkheid van verweerder om zich ervan te vergewissen of daarvan daadwerkelijk sprake is. Dit had eenvoudig gekund door een controleoproep naar het algemene nummer voor spoedeisende hulp. Het belang hiervan wordt nog eens onderstreept door de verklaring van verweerder dat een dergelijke controle door de dienstdoende spoedtandarts thans wel wordt uitgevoerd en het daarbij eenmaal is voorgevallen dat bleek dat het systeem niet direct werkte.

5.6.      De conclusie van het voorgaande is dat de klacht gegrond is. Verweerder heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ingevolge artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg jegens klager had behoren te betrachten.

Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt het College dat het handelen van verweerder gangbaar was binnen de praktijk waar hij werkzaam was en hij met de praktijk bovendien lering heeft getrokken uit het incident. Er kan derhalve worden volstaan met een waarschuwing.

5.7.      Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal de beslissing, zodra zij onherroepelijk is, op na te melden wijze worden bekendgemaakt.

6. De beslissing

Het college:

-           verklaart de klacht gegrond;

-           legt aan verweerder de maatregel van waarschuwing op.

Bepaalt voorts dat de beslissing ingevolge artikel 71 van de Wet BIG in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en aan het Nederlands Tandartsenblad, Dentz (A.N.T.) ter bekendmaking zal worden aangeboden.

Aldus beslist op 19 december 2017 door:

mr. R.A. Dozy, voorzitter,

drs. F.S. Kroon, drs. E.M.J. Muller M.M.Sc. en drs. E.C.L. Fritschij, leden-beroepsgenoot,

bijgestaan door mr. J.W. Rouwendal, secretaris.

w.g. secretaris                                                                         w.g.  voorzitter