ECLI:NL:TNORARL:2017:54 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/322974 / KL RK 17-89

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2017:54
Datum uitspraak: 21-12-2017
Datum publicatie: 01-02-2018
Zaaknummer(s): C/05/322974 / KL RK 17-89
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Ten aanzien van de erfstelling van mevrouw [H] stelt de kamer vast dat artikel 19 lid 1 Wna geen beletsel voor de notaris vormde, aangezien de notaris niet met zijn partner gehuwd is. Uit het verweer van de notaris blijkt dat hij zich heeft afgevraagd of het desondanks beter was om gelet op de familierelatie tussen zijn vriendin en mevrouw [H] van de opdracht af te zien. De notaris heeft besloten toch zijn medewerking te verlenen omdat erflaatster heel duidelijk was in haar wens om haar laatste wil te laten vastleggen, niet lang meer te leven had, haar eigen notaris niet beschikbaar was en er geen tijd meer was om een andere notaris te zoeken. De kamer acht deze beslissing gelet op bovengenoemde omstandigheden niet onzorgvuldig.

 

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN


Kenmerk: C/05/322974 / KL RK 17-89

beslissing van de kamer voor het notariaat van

op de klacht van

1.[…] ,

wonende te […],

2.[…],

wonende te […],

3.[…],

wonende te […],

klagers,

gemachtigde van klagers: […],

tegen

mr. [A],

notaris te […], vanaf 1 december 2017 oud-notaris.

Partijen worden hierna respectievelijk klagers en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-          de klacht, met bijlage, van 10 april 2017 gericht aan de KNB en door de KNB doorgezonden naar de kamer voor het notariaat bij e-mail van 3 juli 2017;

-          de brief van 17 juli 2017 van klagers;

-          de brief van klagers, met bijlagen, van 25 juli 2017;

-          de e-mail van klagers van 18 augustus 2017;

-          het verweer van de notaris van 3 september 2017;

-          de e-mail van klagers van 1 oktober 2017.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 17 november 2017 behandeld, waarbij zijn verschenen klagers sub 1 en 2, vergezeld door hun gemachtigde, enerzijds en de notaris anderzijds.

2. De feiten

2.1 Mevrouw [B] (hierna: erflaatster) is op 24 december 2016 overleden. Haar echtgenoot de heer [C] is op 4 november 2016 overleden. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.

2.2 Het echtpaar [B-C] woonde in een aanleunwoning bij zorgcomplex [D] te […], behorend bij Zorggroep [E]. De aanleunwoning werd verhuurd door [F].

2.3 Erflaatster heeft laatstelijk beschikt over haar nalatenschap bij testament van 13 december 2016, verleden voor de notaris. Zij heeft daarin tot haar erfgenamen, ieder voor een gelijk deel van de nalatenschap, benoemd:

[…], broer van erflaatster en vader van klagers sub 1 en sub 2;

[…], klager sub 1 en neef van erflaatster;

[…], klager sub 2 en neef van erflaatster;

[…], klager sub 3, nicht van erflaatster;

De echtelieden [G] en [H], gezamenlijk voor één/vijfde gedeelte dan wel de langstlevende hunner.

Voorts heeft erflaatster in haar testament de notaris tot executeur benoemd.

2.4 Mevrouw [H] werkt als telefoniste/receptioniste bij het zorgcomplex [D] en heeft zo erflaatster leren kennen. De notaris is de partner van de zuster van mevrouw [H].

2.5 Op 29 december 2016 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden in de aanleunwoning van erflaatster. Hierbij waren aanwezig de erfgenamen, vergezeld door hun partners en de notaris. De notaris heeft het testament aan de erfgenamen uitgereikt. Ter plekke is besloten dat de erfgenamen de nalatenschap beneficiair zouden aanvaarden.

2.6 Op 4 januari 2017 heeft een medewerkster van het notariskantoor klagers per e-mail verzocht om een volmacht tot beneficiaire aanvaarding te tekenen en terug te zenden.

Klager sub 1 heeft op 8 januari 2017 de volmacht per e-mail teruggezonden, in reactie waarop de notaris op 9 januari 2017 de erfgenamen heeft verzocht om de volmacht toch per post terug te sturen.

2.7 Medio februari 2017 is overeengekomen dat de notaris zijn taken als executeur zou neerleggen en mr. [Y], notaris te […], opvolgend executeur zou worden. Afgesproken is dat de notaris de financiële afhandeling aan mr. [Y] zou overdragen en alleen nog zijn taken als beheerder, waaronder de ontruiming van de aanleunwoning, zou uitvoeren.

Verder zijn tussen de erfgenamen afspraken gemaakt over het deel van de nalatenschap van de heer en mevrouw [G-H]. De opvolgend executeur zou daartoe een vaststellingsovereenkomst opstellen.

2.8 De vaststellingsovereenkomst tussen de erven is op 16 mei 2017 ondertekend.

2.9 De aanleunwoning is in juni 2017 ontruimd en de huur is per 30 juni 2017 opgezegd.

2.10 De rekening en verantwoording van de notaris is door alle erfgenamen voor akkoord getekend.

3. De klacht en het verweer

3.1 De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen:

Klachtonderdeel 1: notaris had de opdracht moeten weigeren en mevrouw [H] niet in testament mogen opnemen

Gelet op de familierelatie tussen de beoogd erfgenaam mevrouw [H] en de notaris, had de notaris de opdracht voor het opstellen van het testament van erflaatster moeten weigeren. De zuster van mevrouw [H] woont namelijk al jaren samen met de notaris.

Afgezien hiervan, had de notaris op grond van artikel 4:59 lid 2 Burgerlijk Wetboek mevrouw [H] niet als erfgenaam in het testament van erflaatster mogen opnemen. Mevrouw [H] is werkzaam in de zorginstelling die zich in hetzelfde gebouw bevindt als de aanleunwoning die erflaatster van [F] huurde. In de door Zorggroep [E] gehanteerde algemene voorwaarden wordt geen onderscheid gemaakt tussen aanleunwoningen en het verzorgingshuis en het is de werknemers die werkzaam zijn in een zorginstelling niet toegestaan om erfenissen van bewoners te aanvaarden. Hoewel erflaatster de aanleunwoning formeel van [F] huurde, zijn op de website van Zorggroep [E] de aanleunwoningen als woonvorm binnen hun leefgemeenschap vermeld en kan aanmelding daarvoor via deze website plaatsvinden.

Klachtonderdeel 2: presentatie van notaris en notariskantoor onvoldoende

Na de uitvaart heeft een bespreking in de aanleunwoning van erflaatster plaatsgevonden waarbij de notaris aanwezig was, maar zich niet als zodanig heeft voorgesteld. Hij had alleen afschriften van het testament van erflaatster bij zich, maar geen enveloppen met daarop de naam van het notariskantoor, een aanbiedingsbrief of visitekaartjes met de contactgegevens. Hij had dus niets bij zich waaruit moest blijken dat hij notaris was. Ook op later door het notariskantoor verzonden mailberichten en brieven ontbraken een briefhoofd en een logo.

Klachtonderdeel 3: geen voorlichting over aanvaarding nalatenschap

De notaris heeft tijdens de bijeenkomst in de aanleunwoning de erfgenamen in het geheel niet voorgelicht over de verschillende vormen van aanvaarding van een nalatenschap, waaronder de beneficiaire aanvaarding.

Klachtonderdeel 4: volmacht per e-mail laten terugsturen

Een medewerker van het notariskantoor heeft klagers verzocht de volmacht voor de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap te ondertekenen en per e-mail terug te sturen, terwijl dit wettelijk niet is toegestaan. Nadat klager sub 1 de volmacht per e-mail had teruggestuurd, werd hem verzocht de volmacht toch per gewone post terug te zenden. Deze mededeling werd aan klagers per e-mail gedaan, mevrouw [H] is hierover gebeld en de vader van klagers sub 1 en 2 is in het geheel niet hierover geïnformeerd. Klagers vinden dit een verwarrende gang van zaken.

Klachtonderdeel 5: geen legalisatie volmacht

Klagers verwijten de notaris dat hij de erfgenamen hun volmachten voor de beneficiaire aanvaarding niet heeft laten legaliseren.

Klachtonderdeel 6: niet tijdig de woning ontruimd

In februari 2017 is afgesproken dat de notaris zijn taken als executeur zou neerleggen en alleen nog verantwoordelijk zou zijn voor het beheer. De notaris had toen direct tot ontruiming van de woning kunnen overgaan. De familie […] had in januari 2017 al aangegeven niets uit de inboedel te willen hebben. De notaris heeft desondanks de aanleunwoning pas in juni 2017 ontruimd en de huur per 30 juni 2017 opgezegd. Door deze trage handelwijze hebben klagers vijf maanden langer dan nodig de huur moeten betalen.

Klachtonderdeel 7: abonnementen niet tijdig opgezegd

De notaris heeft de abonnementen op Ziggo en de Postcodeloterij evenmin tijdig opgezegd, waardoor klagers onnodig kosten hebben gemaakt.

Klachtonderdeel 8: geen aangifte inkomstenbelasting gedaan

De aangifte inkomstenbelasting 2016 van de echtgenoot van erflaatster is blijven liggen. De notaris heeft ook niet alle brieven van de belastingdienst aan de opvolgende executeur overgedragen.

Klachtonderdeel 9: post ongemoeid gelaten

De notaris heeft de post die in de aanleunwoning lag ongemoeid gelaten.

Klachtonderdeel 10: te hoog bedrag voor een bepaalde werkzaamheid in rekening gebracht

In de eindafrekening is een bedrag van € 139,15 in rekening gebracht voor extra werkzaamheden in verband met een auto en een boot van het echtpaar [B-C], terwijl deze werkzaamheden slechts bestonden uit het maken van twee kopieën van bankafschriften

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Klachtonderdeel 1: de notaris had de opdracht moeten weigeren en hij had mevrouw [H] niet in testament mogen opnemen

4.2 De notaris heeft het volgende als verweer aangevoerd.

Ten aanzien van het aannemen van de opdracht heeft de notaris opgemerkt dat mevrouw [H] weliswaar de zuster is van zijn partner - met wie hij niet getrouwd is - maar dat zij elkaar niet regelmatig ontmoeten. Erflaatster heeft de notaris verzocht om haar testament op te stellen, omdat zij haar einde voelde naderen en haar eigen notaris niet op korte termijn beschikbaar was. Tijdens de zitting heeft hij hier desgevraagd aan toegevoegd dat hij zich heeft afgevraagd of hij de opdracht moest weigeren in verband met de familierelatie tussen zijn partner en mevrouw [H]. De notaris heeft telefonisch, nadat hij had gevraagd of zij alleen was, met erflaatster haar wensen besproken. Erflaatster was helder en wist precies wat zij wilde. De notaris heeft uiteindelijk wel gehoor gegeven aan het verzoek van erflaatster, omdat het haar uitdrukkelijke wens was dat het testament zou worden verleden en er, gezien de gezondheidstoestand van erflaatster, grote tijdsdruk op zat.

Ten aanzien van de erfstelling van mevrouw [H] heeft de notaris opgemerkt dat zij niet in dienst was bij [F], de verhuurder van de aanleunwoning, zodat er geen bezwaar was tegen de erfstelling van mevrouw [H].

4.3 De kamer stelt vast dat artikel 19 lid 1 Wna geen beletsel voor de notaris vormde, aangezien de notaris niet met zijn partner gehuwd is. Uit het verweer van de notaris blijkt dat hij zich heeft afgevraagd of het desondanks beter was om gelet op de familierelatie tussen zijn vriendin en mevrouw [H] van de opdracht af te zien. De notaris heeft besloten toch zijn medewerking te verlenen omdat erflaatster heel duidelijk was in haar wens om haar laatste wil te laten vastleggen, niet lang meer te leven had, haar eigen notaris niet beschikbaar was en er geen tijd meer was om een andere notaris te zoeken.

De kamer acht deze beslissing gelet op bovengenoemde omstandigheden niet onzorgvuldig.

Een notaris dient in beginsel zijn ministerie te verlenen als een cliënt zijn uiterste wilsbeschikking in een testament wil laten vastleggen. Bovendien zou de keuze om zijn dienstverlening te weigeren, gelet op het vermoeden dat het overlijden van erflaatster nabij was, een onomkeerbare keuze zijn geweest, waardoor erflaatster definitief de kans zou zijn ontnomen om over haar nalatenschap te beschikken. De keuze om wel het testament te passeren laat daarnaast de mogelijkheid open voor belanghebbenden om na overlijden van erflaatster het testament aan te vechten.

Hetzelfde geldt voor het besluit van de notaris om mevrouw [H] als erfgenaam in het testament op te nemen. Deze erfstelling was de uitdrukkelijke wens van erflaatster, mevrouw [H] was niet in dienst van de verhuurder [F] en de notaris had onvoldoende tijd om te onderzoeken of artikel 4:59 lid 2 BW in dit geval toch aan de erfstelling van mevrouw [H] in de weg stond. De keuze van de notaris om mevrouw [H] wel als erfgenaam op te nemen in het testament laat in ieder geval de mogelijkheid open voor familieleden om hiertegen op te komen. Dit is ook daadwerkelijk gebeurd, in die zin dat tussen de erfgenamen in een vaststellingsovereenkomst nadere afspraken zijn gemaakt over onder meer het deel van de nalatenschap van de heer en mevrouw [G-H].

Het eerste klachtonderdeel zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 2: presentatie notaris en notariskantoor onvoldoende

4.4 De kamer is met de notaris van oordeel dat het voor klagers voldoende duidelijk moet zijn geweest dat mr. [A] in zijn hoedanigheid van notaris bij de bespreking in de aanleunwoning aanwezig was, mede gelet op het feit dat hij de afschriften van het testament van erflaatster ter plekke heeft uitgereikt.

Hoewel visitekaartjes en enveloppen, brieven en e-mails voorzien van logo’s e.d. binnen het notariaat gebruikelijk zijn, bestaan er geen voorschriften voor de wijze waarop een notaris zich dient te presenteren. De notaris heeft zijn identiteit als notaris te […] voldoende duidelijk gemaakt. Aangezien hij de enige notaris […] is, kon geen verwarring met een ander notariskantoor ontstaan en waren de benodigde adresgegevens eenvoudig na te gaan. Klagers zijn naar het oordeel van de kamer niet in hun belangen geschaad door de wijze waarop de notaris zich heeft gepresenteerd.

Klachtonderdeel 2 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 3: geen voorlichting over aanvaarding nalatenschap

4.5 Klagers hebben gesteld dat de notaris geen enkele voorlichting heeft gegeven tijdens de bijeenkomst op 29 december 2016 over het al dan niet beneficiair aanvaarden van de nalatenschap. De notaris heeft ter zitting deze stelling met nadruk betwist. De notaris heeft verklaard dat tijdens de bijeenkomst in de aanleunwoning van erflaatster expliciet door hem is besproken dat in dit geval een beneficiaire aanvaarding de beste keuze was, omdat er geen inzicht was in mogelijke schulden van erflaatster.

4.6 De kamer stelt vast dat de notaris de stelling van klagers dat de notaris het al dan niet beneficiair aanvaarden van de nalatenschap niet met de erven heeft besproken, gemotiveerd heeft weersproken. Klagers hebben hier geen gemotiveerde weerlegging van de weergave van de notaris tegenovergesteld. Dit had op hun weg gelegen nu de erfgenamen tijdens de bijeenkomst van 29 december 2016 wel hebben besloten tot beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap over te gaan. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat de notaris de erfgenamen niet heeft voorgelicht over de aanvaarding van de nalatenschap.

Klachtonderdeel 3 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 4: volmacht per e-mail laten terugsturen

4.7 Over de wijze van terugzending van de ondertekende volmachten oordeelt de kamer als volgt. Hoewel in eerste instantie was verzocht de ondertekende volmacht per e-mail terug te sturen, heeft de notaris in een later stadium besloten om de erfgenamen de volmachten per post te laten terugsturen. Hoewel deze gewijzigde instructie en de wijze waarop deze is gecommuniceerd voor enige verwarring hebben gezorgd, hebben klagers hier geen nadeel van ondervonden. Alle volmachten zijn immers per post teruggezonden. Het voert naar het oordeel van de kamer dan ook te ver om deze gang van zaken als klachtwaardig aan te merken.

Klachtonderdeel 4 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 5: geen legalisatie volmacht

4.8 De notaris heeft in zijn verweer opgemerkt dat hij heeft afgezien van legalisatie van de volmachten, omdat hij tijdens de bijeenkomst op 29 december 2016 alle erfgenamen al om een kopie van het legitimatiebewijs met handtekening had gevraagd. Nu deze controle al had plaatsgevonden, vond de notaris het mede gelet op de daaraan verbonden kosten niet nodig om voor de volmachten nog een legalisatie te vragen.

4.9 Zoals klagers al in hun klaagschrift hebben geconstateerd, bestond er voor de notaris geen wettelijke verplichting om legalisatie van de volmachten te verlangen.

Gelet op het feit dat de notaris al op andere wijze de identiteit van de erfgenamen voor zichzelf had vastgesteld, acht de kamer het niet onzorgvuldig dat de notaris heeft afgezien van legalisatie van de volmachten.

Klachtonderdeel 5 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 6: niet tijdig de woning ontruimd

4.10 De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij niet eerder de huur van de aanleunwoning heeft opgezegd, omdat hij eerst de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst moest afwachten. Pas dan zou namelijk duidelijk zijn wie de beschikkingsbevoegden in deze partiële verdeling zouden zijn.

4.11 De kamer acht dit geen onbegrijpelijke beslissing, gelet op het feit dat klagers in februari 2017 hun vertrouwen in de notaris als executeur hadden opgezegd en gelet op de discussies die over de erfstelling waren ontstaan.

Klachtonderdeel 6 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 7: abonnementen niet tijdig opgezegd

4.12 Klagers hebben in hun aanvullende klachtbrief van 25 juli 2017 aangegeven dat Ziggo en de Postcodeloterij op 31 januari 2017 respectievelijk op 25 januari 2017 nog door de notaris zijn betaald. Naar het oordeel van de kamer is het niet ongebruikelijk dat dergelijke abonnementen nog een maand na overlijden doorlopen. De notaris heeft derhalve deze abonnementen niet te laat opgezegd. Bovendien hebben klagers de rekening en verantwoording van de notaris ondertekend, hetgeen betekent dat zij ermee akkoord zijn gegaan.

Klachtonderdeel 7 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 8: geen aangifte inkomstenbelasting gedaan

4.13 De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat de aangifte inkomstenbelasting van de echtgenoot van erflaatster niet tot zijn taken als beheerder behoorde. Hij heeft de opvolgend executeur er diverse malen op gewezen dat deze aangifte nog moest worden gedaan, aldus de notaris. Tijdens de zitting heeft de notaris hieraan toegevoegd dat hij de opvolgend executeur desgevraagd heeft meegedeeld dat hij alle stukken inzake de aangifte al had doorgezonden en dat de opvolgend executeur bij hem terecht kon als hij nog vragen had.

4.14 De kamer is met de notaris van oordeel dat in zijn hoedanigheid van beheerder het doen van aangifte niet meer tot zijn taken behoort. De notaris heeft blijkens zijn verweer de opvolgend notaris op deze taak geattendeerd, alle stukken doorgezonden en zich bereid verklaard om eventuele vragen te beantwoorden. De kamer acht deze handelwijze zorgvuldig.

Klachtonderdeel 8 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 9: post ongemoeid gelaten

4.15 De notaris heeft tijdens de zitting verklaard dat tijdens de bijeenkomst met alle erfgenamen op 29 december 2016 is afgesproken dat niet hij, maar mevrouw […] voor de praktische zaken - waaronder het opvangen van de post - zou zorgdragen.

4.16 Klagers hebben tijdens de zitting het bestaan van een dergelijke afspraak ontkend. Aangezien deze betwisting niet nader is onderbouwd, gaat de kamer hieraan voorbij. Vanwege de onderling gemaakte afspraak was het een gezamenlijke verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat mevrouw [H] haar toezeggingen zou nakomen. Het voert om die reden te ver om de notaris tuchtrechtelijk te verwijten dat de post is blijven liggen.

Klachtonderdeel 9 zal ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 10: te hoog bedrag voor een bepaalde werkzaamheid in rekening gebracht

4.17 De notaris heeft in zijn verweer erop gewezen dat hij onderzoek heeft moeten doen naar wat met boot en de auto van het echtpaar, of met de opbrengst daarvan, was gebeurd. Dat heeft tijd gekost en die heeft hij in rekening gebracht.

4.18 Nu dit verweer van de notaris door klagers niet is weersproken, is niet aannemelijk geworden dat de notaris onnodig veel kosten in rekening heeft gebracht voor het onderzoek naar de boot en de auto van het overleden echtpaar.

Klachtonderdeel 10 zal ongegrond worden verklaard.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. C.J.M. Hendriks, voorzitter, mr. M.J. Slootweg,

mr. A.W. Drijver,  mr. J.G.T.M. Castrop en A. Roesink-Kragt, leden, en in tegenwoordigheid van mr. W.E. Markus-Burger, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op

De secretaris

De voorzitter