ECLI:NL:TNORARL:2017:22 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/316920/KL RK 17-25

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2017:22
Datum uitspraak: 06-07-2017
Datum publicatie: 13-07-2017
Zaaknummer(s): C/05/316920/KL RK 17-25
Onderwerp: Ondernemingsrecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Naar het oordeel van de kamer behoort het niet tot de taak van de notaris om bij een standaard oprichting van een nieuwe besloten vennootschap, de enig bestuurder en aandeelhouder te wijzen op de risico’s van onbehoorlijk bestuur.

Kenmerk: C/05/316920 / KL RK 17-25

beslissing van de kamer voor het notariaat van

op de klacht van

[…],

wonende te [..],

klaagster,

tegen

mr. […],

notaris te […].

Partijen worden hierna respectievelijk klaagster en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-          de klacht, met bijlagen, van 7 maart 2017;

-          het verweer van notaris, met bijlagen, van 30 maart 2017;

-          de brief van klaagster van 10 mei 2017.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 14 juni 2017 behandeld, waarbij de notaris is verschenen. Klaagster is met kennisgeving niet verschenen.

2. De feiten

2.1 Op 14 november 2014 heeft de notaris de akte van oprichting van besloten vennootschap [Z], gevestigd te […], gepasseerd. Klaagster is daarin benoemd tot enig bestuurder en enig aandeelhouder. Klaagster woont sinds 1992 in Portugal, waar zij tot voor kort een tuinbouwbedrijf had.

2.2 De zoon van klaagster, [Y], woont in Nederland en zou de feitelijke werkzaamheden voor de vennootschap verrichten als werknemer. [Y] heeft eerder een eenmanszaak gehad, waarin hij schulden heeft gemaakt.

2.3 Op 19 oktober 2016 is [Z] failliet verklaard.

2.4 Klaagster is aansprakelijk gesteld door diverse crediteuren van [Z].

3. De klacht en het verweer

3.1 De klacht valt uiteen in de volgende twee onderdelen:

Klachtonderdeel 1: onvoldoende voorgelicht over risico’s

Klaagster wilde haar zoon, die schulden had gemaakt met zijn eenmanszaak, helpen bij zijn wens om te blijven ondernemen. Om die reden is klaagster op verzoek van haar zoon de enig bestuurder en aandeelhouder geworden van de besloten vennootschap. Zij is echter nooit op enige wijze bij de onderneming betrokken geweest. Klaagster verwijt de notaris dat hij jegens haar tekort is geschoten in zijn informatieplicht. Het had voor de notaris duidelijk moeten zijn geweest dat klaagster niet vanuit Portugal een garagebedrijf in […] kon besturen. De notaris had haar daarom moeten informeren over de risico’s die voor klaagster konden voortvloeien uit de oprichting van een besloten vennootschap die zij zelf niet zou gaan besturen.

Klachtonderdeel 2: meegewerkt aan benadeling van crediteuren

Klaagster verwijt de notaris dat hij door de oprichting van de besloten vennootschap heeft meegewerkt aan het benadelen van crediteuren. Om die reden had hij dienst moeten weigeren.

3.2 Op het verweer van notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Klachtonderdeel 1: onvoldoende voorgelicht over risico’s

4.2 De notaris heeft als verweer het volgende naar voren gebracht.

De zoon van klaagster heeft zich tot [A] - destijds als notarisklerk aan het kantoor verbonden - gewend met het verzoek om een volledig nieuwe besloten vennootschap op te richten. Klaagster zou enig aandeelhouder en bestuurder worden en de zoon zou in loondienst treden van de besloten vennootschap en de feitelijke werkzaamheden verrichten. Voor zowel [A] als de notaris was er geen aanleiding om te twijfelen aan de bedoeling van partijen. De notaris en [A] waren niet bekend met financiële problemen van de zoon van klaagster. Tijdens de mondelinge behandeling van de klacht heeft de notaris desgevraagd verklaard dat [A] en hij niet wisten dat het de bedoeling was van klaagster om haar zoon te helpen door de besloten vennootschap op haar naam te zetten. Gelet op de moderne communicatiemiddelen, was het voor de notaris niet vanzelfsprekend, zoals klaagster stelt, dat klaagster zich niet met het besturen van de onderneming zou gaan bezig houden.

Op verzoek van klaagster is schriftelijk/digitaal met haar gecommuniceerd. [A] heeft klaagster de conceptakte, met daarop een artikelsgewijze toelichting per e-mail toegezonden. Later is ook een volmacht per email naar klaagster gezonden.

4.3 Gelet op het verweer van de notaris, is niet aannemelijk geworden dat de notaris ervan op de hoogte was dat klaagster bij de oprichting van de besloten vennootschap voor haar zoon heeft opgetreden. De kamer is met de notaris van oordeel dat het enkele feit dat klaagster in het buitenland verblijft, geen reden is om te vermoeden dat klaagster niet zelf de onderneming zou gaan besturen.

Indien de notaris had geweten dat klaagster naar voren was geschoven, maar niet zelf de onderneming zou gaan besturen, was dat aanleiding geweest om nadere vragen te stellen en klaagster te informeren over haar bestuurdersaansprakelijkheid.

Nu de notaris niet beter wist dan dat het een oprichting van een nieuwe besloten vennootschap betrof, waarbij de moeder de bestuurder was en de zoon in loondienst de feitelijke werkzaamheden zou verrichten, waren er geen bijzondere omstandigheden die hem ertoe hadden moeten brengen om voorlichting te geven over de risico’s die verbonden zijn aan het besturen van een vennootschap. Naar het oordeel van de kamer behoort het namelijk niet tot de taak van de notaris om bij een standaard oprichting van een nieuwe besloten vennootschap, de enig bestuurder en aandeelhouder te wijzen op de risico’s van onbehoorlijk bestuur.

Verder constateert de kamer dat de voorlichting die bij een dergelijke eenvoudige oprichting van een besloten vennootschap past, door middel van toezending van een conceptakte en een toelichting daarop, heeft plaatsgevonden.

Dit klachtonderdeel zal dan ook ongegrond worden verklaard.

Klachtonderdeel 2: meegewerkt aan benadeling crediteuren

4.4 De notaris heeft in zijn verweer erop gewezen dat geen inbreng van de eenmanszaak van de zoon van klaagster, en derhalve evenmin van eventuele schulden van deze eenmanszaak, in de op te richten besloten vennootschap heeft plaatsgevonden.

De kamer stelt vast dat om deze reden geen sprake kan zijn van benadeling van eventuele schuldeisers van de eenmanszaak.

Het tweede klachtonderdeel mist derhalve feitelijke grondslag en zal om die reden ongegrond worden verklaard.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht in beide onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter,

mr. M.J.C. van Leeuwen, mr. E.R. Koers, mr. J.T.J. Heijstek en mw A. Roesink-Kragt, leden, en in tegenwoordigheid van mr. W.E. Markus-Burger, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2017.

De secretaris

De voorzitter