ECLI:NL:TNORDHA:2016:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-59

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2016:10
Datum uitspraak: 13-04-2016
Datum publicatie: 12-05-2016
Zaaknummer(s): 15-59
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie:   Klagers verwijten de notaris dat erflater ten tijde van het passeren van het testament niet wilsbekwaam was. Erflater was ernstig ziek en verward en hij kreeg pijnbestrijding naar aanleiding van een chemokuur, die van invloed was op zijn geest. Hij was te verzwakt om zelfstandig een testament te maken. Klagers verwijten de notaris verder dat zij als boedelnotaris zich te lijdelijk heeft opgesteld. Zij heeft klagers niet tijdig geïnformeerd en de afwikkeling van de boedel heeft lang geduurd. De notaris heeft, ondanks herhaald verzoek geweigerd om klagers een kopie van het ondertekende testament te verstrekken. De notaris heeft partijdig gehandeld in het geschil tussen de echtgenote en klagers. Zij is als partij in de procedure betrokken. De notaris is verder partijdig geweest in het informeren van de echtgenote en klagers.

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 13 april 2016 inzake de klacht onder nummer 15-59 van:

Erven [A],

hierna ook te noemen: klagers,

gemachtigde:[B}

tegen

mr.[notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·         de klacht, met bijlagen, ingekomen op 28 juli 2015,

·         de volmacht, ingekomen op 24 september 2015,

·         het antwoord van de notaris,

·         aanvullende stukken op verzoek van de Kamer toegestuurd door de notaris, ingekomen op 20 januari 2016,

·         reactie van klagers op de aanvullende stukken van de notaris, ingekomen op 27 januari 2016,

·         aanvullende reactie van klagers op de aanvullende stukken van de notaris, ingekomen op 28 januari 2016.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 januari 2016. Daarbij waren aanwezig gemachtigde [B] en de heer [C], en de notaris. Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt met daaraan de door klagers overgelegde pleitnotities gehecht. Na de zitting heeft de Kamer de notaris in de gelegenheid gesteld om nog nadere producties in te dienen. Klagers hebben daar schriftelijk op gereageerd.

De feiten

Op 14 juli 2008 heeft de heer [A] (hierna: erflater) zijn laatste testament gemaakt, verleden voor de notaris. Op 23 augustus 2008 is hij overleden.

Erflater was in algehele gemeenschap van goederen gehuwd met mevrouw {D] (hierna: de echtgenote). Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren. Erflater laat drie kinderen, te weten [B] [E] en [C] achter als zijn kinderen. Dochter [G] is vooroverleden. Haar echtgenoot [H] en haar kinderen [I], [J] en[K] zijn haar erfgenamen en treden in haar plaats. De drie kinderen van erflater en de erfgenamen van [G] zijn samen de klagers.

In het testament van 14 juli 2008 is opgenomen dat erflater alle eerder gemaakte uiterste wilsbeschikkingen herroept en dat niet wordt afgeweken van de wettelijke erfopvolging. Dat betekent dat erflater zijn vier kinderen (klagers) en zijn echtgenote als erfgenamen heeft achtergelaten. Daarnaast is in het testament de wettelijke verdeling van toepassing verklaard, waardoor klagers een niet-opeisbare geldvordering op de echtgenote verkrijgen. De echtgenote is benoemd tot executeur. De kinderen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard en de echtgenote zuiver. Tot de nalatenschap behoren onder meer onroerende zaken en banktegoeden in Nederland en Suriname, effecten en aandelen in [A]Holding B.V. Er zijn nalatenschapsschulden waaronder belastingschulden.

Klagers hebben diverse rechtszaken aangespannen tegen de echtgenote. Bij beslissing van het Hof te Den Haag van 12 augustus 2015 is onder andere de echtgenote ontslagen als executeur en is mr.[X], notaris te [vestigingsplaats], benoemd tot boedelnotaris.

De klacht en het verweer van de notaris

Klagers verwijten de notaris dat erflater ten tijde van het passeren van het testament niet wilsbekwaam was. Erflater was ernstig ziek en verward en hij kreeg pijnbestrijding naar aanleiding van een chemokuur, die van invloed was op zijn geest. Hij was te verzwakt om zelfstandig een testament te maken.

Klagers verwijten de notaris verder dat zij als boedelnotaris zich te lijdelijk heeft opgesteld. Zij heeft klagers niet tijdig geïnformeerd en de afwikkeling van de boedel heeft lang geduurd. De notaris heeft, ondanks herhaald verzoek geweigerd om klagers een kopie van het ondertekende testament te verstrekken.

De notaris heeft partijdig gehandeld in het geschil tussen de echtgenote en klagers. Zij is als partij in de procedure betrokken.

De notaris is verder partijdig geweest in het informeren van de echtgenote en klagers.

Tijdens de zitting van 23 april 2015 bij de rechtbank bleek dat de echtgenote bij het passeren van het testament van erflater aanwezig was geweest. De notaris heeft niet gewaakt voor het “stiefoudergevaar”.

De notaris heeft het volgende aangevoerd.

Wat betreft het opstellen van het testament heeft de notaris aangevoerd dat het feit dat iemand ernstig ziek is, nog geen reden is voor een notaris om dienst te weigeren. In de praktijk komt het juist vaak voor dat mensen dan juist testamenten maken. De medische toestand van erflater wordt slechts gesteld, maar niet aangetoond.

De klacht dat de notaris als boedelnotaris zich te lijdelijk heeft opgesteld, is onjuist. Na het openvallen van de nalatenschap hebben de medewerkers van het kantoor en de notaris vele besprekingen gevoerd met zowel de echtgenote als enkele individuele klagers. De erfgenamen zijn gewezen op hun rechtspositie en doorverwezen naar een advocaat.

Het afwikkelen van een boedel vereist de medewerking van alle erfgenamen. Al in een vroeg stadium bleek dat er onoverbrugbare verschillen waren tussen klagers en de echtgenote. De notaris kan hierover geen verwijt worden gemaakt.

Dat het testament in het bijzijn van de echtgenote is gepasseerd, is juist. Dit was echter de uitdrukkelijke wil van erflater. De notaris heeft zorgvuldig geverifieerd of erflater uit vrije wil de echtgenote aanwezig wilde laten zijn. Dat was het geval. Bij echtgenoten is het gebruikelijk dat echtgenoten aanwezig zijn bij het passeren van elkaars testamenten.

De klacht dat de notaris zich partijdig zou hebben opgesteld, mist feitelijke grondslag. Er hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden met de echtgenote en met (sommigen van) de afzonderlijke klagers. Verder is de notaris geen procespartij geweest in de procedure tussen de echtgenote en klagers. De echtgenote werd bijgestaan door een advocaat, dus zij had de hulp van de notaris niet nodig.

De beoordeling van de klacht

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

De Kamer overweegt het volgende voor zover het de wilsbekwaamheid van erflater betreft. Niet is komen vast te staan dat erflater ten tijde van het passeren van het testament wilsonbekwaam was. Het enkele feit dat klagers stellen dat erflater ernstig ziek was en geestelijk beïnvloed werd door de pijnmedicatie volstaat niet. Zij hebben geen medische verklaring of ander bewijs aangedragen waaruit de wilsonbekwaamheid blijkt. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Wat betreft de lijdelijkheid bij het afwikkelen van de boedel overweegt de Kamer als volgt. Vast is komen te staan dat er tussen de echtgenote en klagers grote verschillen van inzicht bestonden. Doordat de echtgenote als executeur niet snel genoeg handelde, kon de notaris ook niet verder met haar werkzaamheden. Het is niet de taak van de notaris om een executeur tot actie te dwingen. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Voor zover de klacht ziet op het aanwezig zijn van de echtgenote bij het passeren van het testament overweegt de Kamer als volgt. Gezien de verklaring van de notaris dat het de uitdrukkelijke wens van erflater was om de echtgenote bij het passeren aanwezig te laten zijn, en nu het testament niet afwijkt van de wettelijke erfopvolging en bovendien vaststaat dat de notaris van tevoren met erflater alleen gesproken had, kan bedoelde aanwezigheid van de echtgenote geen aanleiding zijn om de notaris tuchtrechtelijk laakbaar handelen te verwijten. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Wat betreft de partijdigheid overweegt de Kamer als volgt. Niet is komen vast te staan dat de notaris partijdig heeft gehandeld. De notaris heeft beide partijen ontvangen en gesproken en beide partijen geïnformeerd. Dat de notaris procespartij zou zijn geweest, is ook niet vast komen te staan. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Voor zover het de partijdigheid met betrekking tot het informeren betreft overweegt de Kamer als volgt. Dit klachtonderdeel ziet op de brief van 21 oktober 2008 die de erfgenamen hebben ontvangen van de behandelaar van het dossier. Het betrof de informatiebrief die de toenmalige kandidaat-notaris mr. [Y] naar de erfgenamen had gestuurd voor het opstellen van de verklaring van erfrecht. Dit is een standaardbrief over de keuzes die erfgenamen moeten maken over het aanvaarden of verwerpen van de nalatenschap. De notaris kan hierover niets verweten worden. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. R.J. Paris, voorzitter, O. van der Burg, F. Hoppel, J.P. van Loon en R.B. van der Horst en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 13 april 2016.